ENERGIEBESPARING BLIJFT NOODZAAK ONDANKS GOEDE RESULTATEN NA 5 JAAR ENERGIEBEHEER: Dit jaar is het vijf jaar geleden dat binnen Heineken gestart werd met onderzoekingen naar het energie gebruik en naar middelen om dit gebruik te beperken. Onlangs gaf energiecoördinator ir. E.H. van Leeuwen presentaties aan ondermeer de ondernemingsraden van Amsterdam, Den Bosch en Zoeterwoude over de ener giesituatie in het algemeen en in het bijzonder over de resultaten die bij onze bedrijven zijn bereikt. Omdat energiebesparing iets is dat ons allemaal aangaat, volgen in onderstaand artikel de belangrijkste punten uit deze presentaties. ONTWIKKELING GASVERBRUIK 225 1979 1980 1981 1982 1983 De beschikbaarheid van energie blijft een onzekere zaak. Wat aardolie betreft, zal Nederland - met vele andere landen - in hoge mate afhankelijk blijven van olie-exporte rende landen. Het zal duidelijk zijn dat de beschikbaarheid van aardolie niet voor altijd kan worden gegarandeerd, mede gelet op de politieke situatie in het Midden-Oosten. De maximaal mogelijke olie-produktie zal al in de negentiger jaren afnemen, als de vraag naar olie onbeperkt doorgroeit. Blijft de vraag naar olie enigszins beperkt, dan zal het langer duren voordat de maximaal mogelijke olie-produktie zal afnemen. In zijn presentatie stelde ir. E.H. van Leeuwen (als energiecoördi nator vanaf het begin betrokken bij het energiebeheer binnen Heineken) dat het ernaar uitziet dat in het begin van de volgende eeuw de olievraag groter zal zijn dan de olieproduktie. Bezuinigen blijft nodig Deze vooruitzichten houden in dat olie alleen toegepast zou moeten worden waar het niet anders kan. Weg- en vliegverkeer en de chemische industrie zijn voorbeelden van gebruikers die geen andere keuzen hebben. "Hoewel Nederland een typisch aardgasland is en dat ook voorlopig wel zal blijven, moeten we toch ook zuinig omgaan met het aardgas. Al was het alleen al uit financiële overwegingen. Aardgas moet daarom zo doelmatig mogelijk worden gebruikt. Bezuinigen op brandstof is een absolute noodzaak", zo benadrukte Van Leeuwen in zijn presentaties. Goede huishouding Ir. Van Leeuwen noemde vervolgens drie manieren om in een bedrijf het zuinig omgaan met energie te berei ken: index (1979 100) ENERGIEVERBRUIK KANTOORGEBOUW H/BOSCH Aardgas M3 Elektriciteit KWH 1980 210.213 632.200 1981 188.521 622.800 1982 145.324 582.200 1983 93.301 552.300 Gemiddelde gasprijs Gaskosten hl/produktie Gas (m3) hl/produktie - Maatregelen betreffende de bedrijfsvoering; - Aanpassingen aan apparatuur en gebouwen; - Aanpassingen van processen en sys temen. Bij het eerste punt wordt bekeken of de (energie)huishouding binnen een bedrijf kan worden verbeterd. Daar toe is op alle vestigingen een energie commissie ingesteld. Deze commissies onderzochten (en onderzoeken) hoe de energiestroom loopt binnen een bedrijf en waarvoor de energie wordt gebruikt. Aan de hand daarvan zijn overzichten met besparingsmogelijk heden opgesteld, waarna plannen kon den worden uitgevoerd. In die plannen pasten ook de acties om de medewer kers te motiveren zuinig met energie om te gaan. Hiertoe werd een aparte 'Commissie tot Energiebesparing in de Werksfeer' opgericht. In financieel opzicht is de energiebesparing via de bedrijfsvoering de minst ingrijpende van de drie genoemde energicbespa- ringsmogelijkheden omdat hiervoor geen of geringe investeringen nodig zijn. Een belangrijk gegeven is dat de ener gie-afhankelijkheid van de brouwerij vanaf 1980 geleidelijk aan verminderd is. Dit is bereikt door het rationaliseren van de produktie, een efficiënter gebruik van produktiemiddelen en door de energiebesparende maatrege len. Het energieverbruik per hectoliter geproduceerd bier hangt nauw samen met de mate waarin de machines in het bedrijf worden gebruikt. Dit is onder meer gebleken uit de daling van het energieverbruik te Zoeterwoude toen daar na de sluiting van de brouwerij aan de Amsterdamse Mauritskade meer en efficiënter werd geprodu- 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1984 | | pagina 4