J.N.A. Groenendijk:
Verschil tussen
kantoor- en
produktiemede-
werkers vind ik
onzin"
-v.xv*.
-v:vv
t* t
M i
u J
I
Nummer drie in de rij van corres
pondenten in deze rubriek is de
heer J.N.A. Groenendijk. Hij
is werkzaam bij Vrumona B.V. te
Bunnik. Evenals de Zoetermeerse cor
respondent werkt hij bij de verkoop
binnendienst. Daarbij houdt hij zich
met name bezig met de grootwinkelbe
drijven als Albert Heyn en Jacques
Hermans. De heer Groenendijk
omschrijft zij n werkzaamheden als een
bureaufunctie. "We gaan nooit het
land in, dat doen onze vertegenwoor
digers. Wel heb ik veel contact met de
vertegenwoordigers. Voordeel daarbij
is dat ik zelf ook vertegenwoordiger
ben geweest. Vertegenwoordigers
hebben in feite toch eenzaam werk.
Als je dan iemand van kantoor aan de
telefoon hebt, wil je wel eens stoom af
kunnen blazen. Daar heb ik begrip
voor, want uit ervaring weet ik dat het
prettig is als er iemand rustig naar je
wilt luisteren."
Klantenservice
De heer Groenendijk ontvangt op zijn
werk veel telefoontjes van consumen
ten over acties en produkten. "Vooral
bij de introducties van nieuwe produk
ten worden veel vragen gesteld. Sinds
we Rivella en E-10 in ons assortiment
hebben, heb ik pas een indruk hoe
groot bijvoorbeeld de groep diabetici
in ons land is. Het vormt een aardig
aspect van mijn werkzaamheden: je
krijgt door die vragen te horen wat er
bij de consumenten leeft." Als consu
ment omschrijft hij zichzelf ook als kri
tisch. "Als ik in een winkel kom om
boodschappen te doen, kijk ik vanzelf
hoe de produkten in het schap staan.
Niet alleen die van het concern, maar
ook die van de concurrent. 'Op oog
hoogte' is de beste positie. Het doet me
wel wat als ik zie dat onze produkten
opvallend zijn opgesteld."
Brandweer
Binnen Vrumona bekleedt de heer
Groenendijk nog een andere opval
lende functie. Sinds anderhalf jaar is
hij namelijk commandant van de
bedrijfsbrandweer. Een taak waar hij
met enthousiasme over kan praten, al
hoopt hij niet dat 'men' nu gaat denken
dat medewerkers van de verkoopbin
nendienst zo weinig werk hebben dat
ze er allerlei nevenfuncties op na kun
nen houden. "Uit boosheid heb ik me
destijds eigenlijk aangemeld bij de
brandweer", vertelt Groenendijk.
"Op de publicatieborden werden
nieuwe leden gevraagd. Toen de toen
malige commandant de opmerking
maakte dat kantoormensen nooit inte
resse hebben voor dat werk, ben ik bij
de oefeningen gaan kijken. En voor ik
het wist, zat ik er bijVan de ene cursus
rolde ik in de andere, die alle behoor
lijk zwaar waren. Maar het ging van
zelf, want de brandweer ging me steeds
meer boeien."
"Helaas ben ik nog steeds het enige
brandweerlid dat op kantoor werk
zaam is. In het begin moesten de
andere leden van het korps wel aan
mij wennen. Ze keken tegen me op en
vonden het moeilijk me te tutoyeren,
omdat ik 'van het kantoor' was. Onzin
vind ik dat. Of je nu op kantoor of in
de produktie werkt, je werkt allemaal
voor dezelfde baas en hetzelfde doel.
In het korps telt overigens de functie
die je daar bekleedt en niet de functie
in het dagelijkse leven. Ons korps is
een enthousiaste club. Sommigen die
nachtdienst lopen, komen speciaal
naar het bedrijf om op donderdag van
drie tot half vijf een oefening te kun
nen bijwonen." Voortvloeiend uit zijn
brandweercommandantschap heeft de
heer Groenendijk ook zitting in de
beleidsgroep Veiligheid, Gezondheid
en Welzijn en is hij secretaris van de
BZB-vergadering.
Aandacht voor eigen vestiging
Zijn betrokkenheid bij de brandweer
ervaart hij als positief om het corres
pondentschap voor Vers van 't Vat uit
te kunnen oefenen. "Je komt met men
sen uit alle geledingen van het bedrijf
in aanraking, je hoort veel gemakkelij
ker over zaken die zich afspelen bij
Vrumona. Een correspondent is nu
eenmaal geen journalist, die de hele
dag actief achter nieuws aanjaagt. Er is
een wisselwerking nodig, het moet van
twee kanten komen. Want je bent
afhankelijk van tips. Natuurlijk blijf ik
zelf ook alert. Als ik ergens een groot
gat in de gevel zie, weet ik dat er een
machine naar binnen gebracht gaat
worden. Het zou echter prettiger zijn
als je van dergelijke dingen eerder op
de hoogte werd gesteld. Dat geldt ook
voor de verenigingsactiviteiten. Als
correspondent vind je het toch leuk dat
je eigen vestiging in Vers van 't Vat
komt? Je brengt er tenslotte vele uren
per week door en ook 's avonds is het
nog vaak in je gedachten. Zelf ben ik
tenminste niet iemand die de knop
omdraait als ik de uitgang ben gepas
seerd. Dat je daarvoor wel eens thuis
een stukje moet uitwerken is helemaal
niet erg. Dat is een kwestie van priori
teiten stellen. Het gewone werk gaat
voor: daarvoor ben je aangenomen en
daarvoor word je betaald!"
Positief
Johan Groenendijk is een man die zich
betrokken voelt bij de fris-vestiging,
een man ook die positief is ingesteld.
Daarvan getuigt bijvoorbeeld ook zijn
opvatting over jubileumrecepties.
"Ook toen ik nog geen correspondent
was, ging ik altijd naar recepties, al
kende ik de man niet zo goed. Maar ik
vind dat iemand die zolang voor een
baas werkt, best wat aandacht mag
krijgen. Boze tongen zeggen wel dat
op een receptie alleen maar mensen
komen om iets te kunnen drinken. Dat
vind ik jammer. De mensen zijn vaak
geneigd bij voorbaat negatief over iets
te denken. Het is prettiger van het
positieve uit te gaan."
22