Gewild plekje aan Oude Rijn Tijdens de bouw van de brouwerij te Zoeterwoude, werden in Vers van 't Vat al enkele keren herinneringen opgehaald aan het Huis te Zwieten dat eeuwenlang op het tegenwoordige brouwerij terrein heeft gestaan. Daarin werd verhaald over de bloei en het verval van het oude landhuis. Dat Huis te Zwieten is natuurlijk niet zomaar toevallig op die plek gebouwd. Daaraan gaat een hele geschiedenis vooraf. Van die geschiedenis staat nauwelijks iets op papier, want de graven uit die tijd konden beter vechten dan schrijven. DeheerP.C. Beun der, amateur-historicus uit Bodegraven deed een onder zoek naar de betekenis van die plek en enkele soortge lijke lokaties aan de Oude Rijn. schappijZo wijst hij ook een inwoner van Suetan aan als "vrij man" en geeft hem het burchtrecht. Dat wil zeggen dat deze "vrije man" een stuk grond krijgt waarop hij een burcht mag bou wen en van waaruit hij bovendien de regio mag besturen. Grondbezit bete kent status en die status kan je uitbrei den door bijvoorbeeld een kerk te bouwen en veel mensen om je heen te verzamelen. Het verkrijgen van het burchtrecht is voor de nederzetting Suetan dan ook van historische bete kenis. De bouw van de burcht houdt echter niet in dat er een eind komt aan vijandelijke dreigingen. De vroege middeleeuwen zijn nu eenmaal roerige tijden en steeds als er gevaar is, vluch ten alle bewoners uit de omstreken in de burcht, 's Nachts wordt er, bij gebrek aan goede verlichting, niet gevochten. Het verblijf in de burcht duurt dan ook nooit langer dan een dag. Het moet ongeveer zo gegaan zijn: Suetan, 1040naChr. Onafgebroken tikken de hamers van de boeren in de nederzetting Sue tan. Het houten bouwsel begint al aar dig op een burcht te lijken. De vrou wen looien de koeiehuiden waarmee straks de toren van de burcht bekleed zal worden. Niet voor de sier, maar uit bittere noodzaak, want bij vijandige aanvallen vormen de natgemaakte koeiehuiden een uitstekende verdedi- diging tegen rondvliegende fakkels en brandende pijlen. Het is voor menig een een opluchting dat de burcht in Suetan er komt. Eeuwenlang is de streek geteisterd. Door de Noorman nen bijvoorbeeld, die met hun schepen een eind de Oude Rijn opvoeren en daar grepen wat ze te pakken konden krijgen. Keizer Karei de Dikke pro beerde daar in 850 na Chr. een einde aan te maken door Godfried de Noor man tot Graaf van Noord- en Zuid- Holland te benoemen en hem zo de verantwoording over de gang van zaken in de streek te geven. Godfried nam het echter niet zo nauw met zijn nieuwe gezag en liet zijn landgenoten tegen betaling rustig verder plunderen Toen zijn Hollandse "hulpgraven" hem dan ook een kopje kleiner maak ten, kon Karei de Dikke alleen maar tevreden zijn. Hoewel in de tiende eeuw de invloed van de Noormannen in het veengebied tussen de Hollandse kust en Utrecht weer verdwenen is, weten de Graven van Holland de streek nauwelijks behoorlijk te bestu ren. Orde in het veen Gebruik makend van die bestuurlijke zwakte doet de Bisschop van Utrecht zijn invloed in de streek gelden. Hij besluit om in de veengebieden hier en daar een "vrije man" aan te wijzen die zijn regio kan besturen. Hoewel de veengronden ten noorden en ten zuiden van de Oude Rijn nog maar voor een klein deel ontgonnen en ver kaveld zijn, beseft de Bisschop van Utrecht dat hij maar beter vast beslag op die gebieden kan leggen zodat hij in de toekomst niet met de Graaf van Holland hoeft te twisten om de heer Eeuwenlang Nog honderden jaren heeft op dat zelfde plekje in Suetan de burcht gestaan. Suetan werd Zoeterwoude en de houten burcht werd vervangen door een stenen bouwsel. De stenen burcht kreeg de naam "Huis te Zwieten", afgeleid van het aangrenzende riviertje de Zwet wat later de Weipoortsche Vliet zou gaan heten. Het enige dat nu nog herinnert aan de woelige vroege middeleeuwen is de slotgracht van de burcht op het terrein van de brouwerij in Zoeterwoude, die als een litteken in het landschap is ach tergebleven. Als de Noormannen had den geweten dat bijna 1000 jaar later hun lievelingsdrank zo rijkelijk zou vloeien op dat plekje aan de Oude Rijn, dan waren ze misschien nooit meer weggegaan 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1984 | | pagina 20