F.G.A.M. Roolaart:
Mijn deur staat
altijd open.
De naam 'Eén uit 6-duizend' is des
tijds voor deze rubriek gekozen,
omdat hierin iedere keer een van
de circa zesduizend Nederlandse
medewerk(st)ers aan woord komt.
Voor de komende acht nummers is het
thema van deze rubriek 'Eén van de 8'.
Het cijfer 8 staat daarbij voor de acht
correspondenten die hun medewer
king aan de totstandkoming van Vers
van 't Vat leveren. Hun namen ziet u
op pagina 2 staan. Wie er achter die
naam schuilt en wat hij voor werk
zaamheden verricht, is wellicht minder
bekend. Daarom stellen wij onze cor
respondenten in de komende nummers
nader aan u voor.
We beginnen de reeks met de heer
F.G. A.M. Roolaart. De heer Roolaart
houdt kantoor in Zoetermeer; in
kamer 308 op de derde verdieping van
het kantoorgebouw, om precies te zijn.
Hij is dan ook de correspondent die de
bijdragen vanuit de Zoetermeerse ves
tiging van de Gedistilleerd en Wijn-
groep Nederland levert.
Dat is uiteraard niet zijn officiële func
tie bij de G.W.N. De heer Roolaart is
namelijk hoofd Verkoop Binnendienst
van de G.W.N.een afdeling die acht
personen in totaal telt. "De verkoop
binnendienst ondersteunt de verkoop
leiding. Wij werken nauw samen met
de verkoopleiding, account managers,
product managers, administratie, plan
ning control en physieke distribu
tie", legt de heer Roolaart in grote lij
nen de functie van de verkoop binnen
dienst uit.
Vraagbaak
"Wij zijn een vraagbaak, een soort
zenuwcentrum, voor alle mensen die
vragen hebben, maar niet precies
weten aan wie ze die moeten stellen.
De meest uiteenlopende vragen wor
den gesteld." Ook tijdens het gesprek
met de heer Roolaart gaat de telefoon
enige malen. Een afnemer stelt een
vraag over de verpakking van Zwarte
Kip advokaat, een ander wil informatie
over de Bokma-actie met haringprik
kers.
Ook interne afdelingen weten het tele
foonnummer en de kamer van de heer
Roolaart te vinden. "Ik heb bijvoor
beeld ook de debiteurenbewaking
onder mij. Als mij door de afdeling
telefonische verkoop vragen worden
gesteld over het leveren van orders,
kan ik alle gegevens over de afnemers
direct opzoeken in de computerstaten
die ik heb. Het komt ook voor dat ik
telefonisch contact opneem met de
afnemers als zij een achterstand in
betaling hebben. Dat vind ik niet zo
vervelend, ik praat erover alsof het
over mijn eigen geld gaat."
Proeven en schrijven
De heer Roolaart vervult nog andere
taken binnen de G.W.N. Zo is hij lid
van het gedistilleerd-proefpanel, dat
minimaal eenmaal per week bijeen
komt om - vaak ook in driehoekstests -
gedistilleerd produkten te proeven. De
heer Roolaart is hierbij betrokken als
oud-distillateur van Hulstkamp. "Ik
loop al 34 jaar mee. Ik ben bij Hulst
kamp begonnen, was later werkzaam
bij Coebergh en sinds 1972 bij Heine-
ken. Zonder te solliciteren heb ik bij
drie bazen gewerkt! De aanleg om te
proeven, smaak en aroma te onder
scheiden, heb je. Dat houd je dan ook.
Naarmate je het langer doet, ontwik
kelt dat vermogen zich alleen maar."
Een andere functie oefent de heer
Roolaart bij de ondernemingsraad uit,
waarvan hij ambtelijk secretaris is.
Daarover: "De werkzaamheden die
daar uit voortvloeien verricht ik
meestal in de avonduren. Er zit veel
werk aan vast: notulen maken, brieven
schrijven, adviesaanvragen verzorgen.
Het is heel nuttig als een O.R. goed
functioneert. Toch, als ik moet kiezen
tussen het O.R.-werk en mijn eigen
werk, komen mijn eigen werkzaamhe
den op de eerste plaats."
Vers van't Vat
Sinds 1975 is de heer Roolaart' corres
pondent voor Vers van 't Vat. Aanvan
kelijk was hij dat voor Rotterdam
Maaskade en Schiedam, later voor
Zoetermeer. Drukke werkzaamheden
weerhouden hem er echter van actief
binnen het bedrijf op jacht te gaan naar
nieuws. "Eigenlijk zou je van tijd tot
tijd over de afdelingen moeten lopen
om te horen wat er speelt. Door tijdge
brek kom ik daar niet toe. Het is denk
ik ook een drempel voor de mensen dat
ik hier op de derde etage in een kamer
zit. Dan stappen ze niet zo gemakkelijk
binnen om te vertellen dat ze een leuke
hobby hebben of dat hun vereniging
aan een toernooi gaat deelnemen. Wat
dat betreft, ben ik van mening dat het
correspondentschap misschien beter
door een 'centraler' figuur kan worden
vervuld. Bijvoorbeeld door een mede-
werk(st)er van de personeeldienst.
Daar lopen de mensen eerder binnen,
de drempel is niet zo hoog. Ook is het
volgens mij goed als af en toe iemand
met frisse ideeën - ik doe het al bijna
tien jaar - dit werk overneemt.
Tot het moment dat dat echter gebeurt
is iedereen in Zoetermeer met berich
ten en nieuwtj es bij mij welkomIk zou
een correspondent willen omschrijven
als een vergaarbak: men kan alles op
mijn bureau neerleggen. Mijn kamer
deur staat altijd open!"
22