Wie aan jenever denkt, denkt aan Schiedam want daar
stond de wieg van de meeste vaderlandse jenevers. Wie
aan bessenjenever denkt, denkt aan Coebergh. Toch
begint de geschiedenis van Coebergh niet in Schiedam
maar in Rotterdam. Het is in de Maasstad dat de heren
A. J. Coebergh en L. de Bruyn in 1877 een distilleerderij
oprichten. Al na twee jaar trekt de heer De Bruyn zich
terug en neemt de heer Coebergh de leiding van het
bedrijf in handen, in 1900 opgevolgd door zoon Henri.
roemrijke verleden
van Coebergh
Tot 1905 blijft Distilleerderij Coe
bergh en De Bruyn gevestigd in de
Weenastraat op de plaats waar nu
het Groothandelsgebouw staat, om
vandaar te verhuizen naar de Ridder
straat. Als in 1940 de Tweede Wereld
oorlog uitbreekt, wordt Coebergh niet
gespaard en na het bombardement op
Rotterdam is er niets meer van de
gebouwen over. Er moet weer hele
maal opnieuw begonnen worden en
met de energieke werklust die Rotter
dammers eigen is, wordt het bedrijf
door de zonen van Henri Coebergh in
Schiedam voortgezet.
Coebergh groeit
Het is in Schiedam dat de distilleerderij
tot grote bloei komt. Gestart wordt in
de West Frankenlandse straat en in
1955 wordt in de Van Cleeffstraat 8,
speciaal voor de produktie van bessen
jenever, een pand betrokken. Langza
merhand wordt hier uitgebreid tot vier
jaar later alle afdelingen er een plaats
vinden. Coebergh heeft intussen een
uitgebreid assortiment dranken waar
onder de bekende vruchtenbrande
wijn, jenevers en likeuren. Maar in de
loop der tijd worden ook talrijke plaat
selijke en landelijke distilleerderijen
overgenomen zodat niet alleen de
naam Coebergh maar ook 'vreemde'
namen op de etiketten verschijnen.
Om er eens enkele te noemen: de wel
bekende Hulstkamp, Meder, Duiken
Weiland en Meijer Co. De firma
naam werd inmiddels gewijzigd in Coe-
bergh's Verenigde Distilleerderijen
N.V. en onder deze naam neemt het
bedrijf in 1955 samen met Heineken de
Distilleerderij en Likeurstokerij P.
Hoppe N.V. uit Amsterdam over.
Tenslotte wordt Coebergh zelf overge
nomen. Sinds 1969 bezat Heineken al
de helft van de aandelen en in 1972
wordt daar de rest aan toegevoegd
zodat Coebergh hiermee officieel bij
het Heineken concern hoort. Een
flinke uitbreiding voor Heineken want
Coebergh brengt mee: twee distilleer
derijen (waarvan een voor ongezoete
sterk-alcoholhoudende dranken in
Rotterdam en een voor gezoete sterk
en zwak alcoholhoudende dranken in
Schiedam); een wijnhuis met namen
als Tenido, Trovador en Bouchard; 48
slijterijen behorend tot dochter-onder
neming Otto Jansen en 3 grossierde-
rijen waaronder Meekma in Drachten
en Pompe en Gebr. Mann in 's-Herto-
genbosch. En niet te vergeten het
Hulstkamp Museum in Rotterdam met
de vele merkwaardige bijzonderheden
over de Nederlandse gedistilleerd
industrie.
Aalebessie
Aan de bekendheid en het succes van
het merk hebben vooral twee klein
zoons van A.J. Coebergh (de oprich
ter) veel bijgedragen en natuurlijk de
bessenjenever zelf. Kleinzoon J.P.
Coebergh, of James zoals hij bij velen
beter bekend was, kwam in 1922 als 16-
jarige bij vader Henri in het bedrijf en
hij is er tot z'n 66ste werkzaam
geweest. Het was James die zijn vader
ertoe overhaalde om bessenjenever te
gaan maken. Oorzaak hiervan was de
Rotterdamse kermis, in de dertiger
jaren een heel bekend en druk bezocht
evenement. Tijdens deze kermis, die
altijd in juli werd gehouden, waren
Het pyrexglas afstookapparaat in dt
Van Cleeffstraat. In de ronde ballen
werden de kruiden met alcohol 'afge-
stookt', waarna het distillaat in de glazen
flessen (rechts) werd opgevangen
twee zaken een goed gebruik: je at er
altijd een nieuwe haring en als je trek
kreeg in een drankje, dan dronk je er
bessenjenever of "een aalebessie"
zoals de Rotterdammers zeggen.
James hadzo j ong als hij wasal snel in
de gaten dat er met bessenjenever
goede zaken gedaan konden worden.
Dus drong hij er bij z'n vader op aan
om tot produktie ervan over te gaan.
Vader Coebergh heeft er beslist nooit
spijt van gehad. Het lukte Coebergh
om van een drank die bij andere distil
leerderijen slechts 'bij-produkt' was
een hoofdprodukt te maken. Jarenlang
sprak dan ook iedereen van 'Coebergh
en De Bruyn' als er bessenjenever
werd bedoeld en nog steeds geniet
Coebergh's bessenjenever grote
bekendheid.
Ook de broer van James, Hans Coe
bergh Sr., heeft z'n steentje bijgedra
gen aan het succes van het familiebe
drijf. Was James verantwoordelijk
voor de financiën en de commerciële
zaken, Hans hield zich voornamelijk
bezig met de totale produktie, research
en personeelsbeleid. Vooral de bessen
jenever is altijd het 'oogappeltje' van
Hans geweest. Onder de gezamenlijke