Drs. A. C. Redelé, nu hoofd van het
horecagebied Rotterdam, nam in
1979 deel aan een BOSNO-cursus.
Over zijn ervaringen zegt hij: "Op
zichzelf is het al een groot voorrecht
om voor een bedrijf te werken waar
het mogelijk is dit soort cursussen te
volgen. Het belangrijkste dat ik heb
geleerd is met weinig vrees de meest
uiteenlopende opdrachten te behan
delen. Van andere bedrijven leer je
iets kennen van de sfeer en de
bedrijfscultuur. In vergelijking
daarmee heb ik ervaren dat Heine-
ken als bedrijf teamverband en
gezelligheid uitstraalt. Andere
bedrijven waren soms wat indivi
dueler ingesteld. Een andere reden
waarom ik zo enthousiast ben over
BOSNO is het feit dat er zeer des
kundige en vooraanstaande inlei
ders bij betrokken waren. Dat geeft
aan dat de BOSNO-opzet in Neder
land steeds meer autoriteit heeft
gekregen.
Mr. A.J.M. Hakkaart, senior pro-
dukt manager in de Biergroep,
neemt nu deel in het BOSNO-team
dat als opdracht de vraag heeft
gesteld gekregen: "Welke kenmer
ken van managers zijn belangrijk
om ondernemingen succesvol te
laten opereren"?
"Voor mij persoonlijk geldt dat ik
tijdens deze cursus probeer te vol
doen aan de trainingsdoelstelling die
erin opgesloten zit. Dat betekent
onder meer het leren plannen en
coördineren van activiteiten binnen
de beschikbare, vrij krap bemeten,
tijd. Een tweede doel is het krijgen
van inzicht in de cultuur en besluit
vormingsprocessen bij andere
bedrijven. En een belangrijke doel
stelling is het produceren van een fei
telijk rapport dat een zinvol ant
woord geeft op de gestelde vragen.
Het gaat dus niet alleen om het leren
op zich, het eindrapport is ook
belangrijk.Over het samenwerken
met Heine ken collega's uit andere
disciplines zegt hij: "Dat gaat prima.
Je ziet dat iedereen een inbreng
levert vanuit zijn eigen gezichtshoek
maar met als basis dezelfde cultuur.
Wat mij totnutoe is opgevallen dat er
in de BOSNO-groep bedrijven zijn
waar men op een heel andere manier
met elkaar omgaat.
En over de combinatie cursus-dage
lijks werk: "De beschikbare tijd
ervaar ik zelf wel als een probleem.
Onderling overleg, literatuurstudie,
bezoeken van seminars, het vraagt
allemaal veel tijd en dat geeft wel
eens moeilijkheden om het met je
dagelijkse werk te combineren.
samenwerken van zeer
groot belang. Naarmate
Heineken als organisatie
groeit en verder internatio
naliseert, wordt het steeds
belangrijker dat de saamho
righeid evenredig groeit.
Dat men zich Heineken-
man of -vrouw gaat voelen,
dat er een dichte betrokken
heid bij de onderneming is.
Daar kan het BOSNO-pro-
gramma aan meehelpen. De
deelnemers komen uit
verschillende disciplines.
Verder is het altijd een
mengeling van managers uit
de concern-organisatie en
de werkmaatschappijen.
Dat is een voorwaarde."
Sinds 1974 is elk jaar een
BOSNO-programma
opgezet. Inmiddels kwamen
onderwerpen als 'de ouder
wordende manager', 'small
is beautiful?', 'planning als
management-instrument'
Mr. Van Rosmalen: "de
programmaduur is zes
maanden. In die periode
werken de verschillende
teams in hun bedrijf aan de
opdracht. Vijf keer komen
alle deelnemende teams bij
elkaar. Maar tussen die
bijeenkomsten is er natuur
lijk veel uitwisseling. Er is
veel contact onderling nodig
om het project soepel door
te laten lopen."
Wat gebeurt er met de
resultaten van de studie?
"Het rapport dat uiteindelijk
wordt geproduceerd, is niet
het enige doel. Het gaat juist
in eerste instantie om de
leerervaring. Maar elke
BOSNO-groep wordt
geacht blijk te geven van de
BOSNO-aanpak te hebben
geleerd door een goed
rapport uit te brengen.
Meestal wordt het rapport
aan de Raad van Bestuur
aangeboden, die hiermee
blijkt geeft van belangstel
ling voor de originele
'formule' van BOSNO. Al
naar gelang de aard ervan
wordt er meer of minder
mee gedaan. Grote stukken
van diverse rapporten
worden inmiddels in de
praktijk toegepast. Maar
nogmaals: de deelnemers
moeten er vooral van leren,
het is meegenomen als de
studie uiteindelijk prakti
sche waarde heeft."
en 'centralisering en decen
tralisering in internationale
ondernemingen' aan de
orde.
11