m
AfscheidH. Dijkstra (1), D. Dijkstra (2), A. Dalstra (3) en P. Weistra (4)
Afscheid C. Ham
Leeuwarden - Op 22 december werd in een gezamenlijke
bijeenkomst afscheid genomen van 108 jaar dienstverband
bij Bokma. Om vier uur werden hiertoe de heren H. Dijk
stra, D. Dijkstra, A. Dalstra en P. Weistra, die allen verge
zeld waren van hun echtgenotes en (klein)kinderen, ontvan
gen door de heren Van de Berg, Le Poole en Zwaagstra.
Om half vijf stroomde de zaal vol met het personeel van
Bokma, vele oud-gedienden en vertegenwoordigers van de
dienst invoerrechten en accijnzen. In zijn toespraak merkte
de heer Zwaagstra op niet zo enthousiast te zij n over het ver
trek van het viertal, omdat hiermee in één klap 108 jaar er
varing uit het bedrijf verdwijnt, en dat is heel wat voor zo'n
kleine vestiging. Bovendien verdwijnt de helft van de men
sen die mooie verhalen kunnen vertellen over de oude Bok-
ma-vestiging op de Tuinen. Verhalen, die met het verstrij
ken van de jaren steeds mooier worden. De heer Zwaagstra
richtte zich hierna tot eenieder van de vier afzonderlijk,
waarbij hij hen dankte voor hun 'hart voor de zaak' en hun
collegialiteit. Gelijktijdig bood hij hen namens de perso
neelsvereniging een cadeau aan. Voor de heer H. Dijkstra,
groepsleider opslag gereedprodukt en nestor van het gezel
schap, was dit een klok. De heer D. Dijkstra, produktieme-
dewerker verpakken en 'de mooie spreker', werd verrast
met een friteuse. De bottelaar van de miniaturen, de heer
D. Dalstra ("hoe komt nu de Kirsch de Cuisine in de fles?")
werd bedacht met een radio-cassette recorder. En de man,
die het een jaar elders probeerde maar snel weer bij Bokma
terug was, de heer P. Weistra van de handwerkafdeling,
mocht een poef mee naar huis nemen. Na dankwoorden van
de heren H. Dijkstra en P. Weistra bleef men nog geruime
tijd gezellig bijeen, waarbij allen van de gelegenheid ge
bruik maakten persoonlijk afscheid te nemen.
Amsterdam - Op 6 januari heeft de Amsterdamse brouwerij
afscheid genomen van de heer C. HamDe heer Hamin het
gezelschap van zijn echtgenote, dochter en schoonzoon,
werd in het Koelschip toegesproken door de heer Bremer.
Deze verzocht eerst de heer Ham om de achter hem opge
stelde Ham's Heineken stamboom te onthullen. Deze stam
boom gaf per tak het aantal collega-afdelingschefs aan, met
wie hij gedurende de afgelopen 18 jaar op de Amsterdamse
vestiging had samengewerkt. De tak van de Technische
Dienst bleek echter maar één, zijn eigen, naam te bevatten.
Aan de hand van deze constatering was de titel, die de heer
Bremer aan de heer Ham meegaf van God-Father, een juis
te weergave van zijn verbondenheid met de Amsterdamse
brouwerij. Hierna overhandigde de spreker mevrouw Ham
een boeket bloemen om de vrijdagtraditie van de heer Ham
in stand te houden. De heer Ham bedankte hierop de heer
Bremer voor zijn toespraak en alle organisatoren voor deze
geweldige middag. Tenslotte sprak hij zijn welgemeende er
kentelijkheid uit aan alle aanwezigen voor deze grootse be
langstelling bij zijn afscheid.' Spontaan zette men toen van
uit de zaal het lijflied van de heer Ham in.