HEINEKEN MOUT IN BELGIË In het naj aar van 1983 kwam de eerste partij mout uit de poort van Mouterij Albert in Ruisbroek, België. Na een ingrijpend verbouwingsproject dat meer dan twee jaar in beslag nam, gaat deze mouterij tachtigduizend ton mout op jaarbasis produceren. Möfttefij Mkft u itefkni/iw^ew A an het eind van de zestiger jaren 1 nam Heineken alle aandelen van Tl Mouterij Albert in Wijnegem, f tot dan gedeeld met de brouwerij Drie Hoefijzers, over. In die periode ging de totale produktie van Wijne gem, zo'n kleine veertigduizend ton mout per jaar, in z'n geheel naar de Nederlandse Heineken vestigingen. Met het stijgen van de bierproduktie was er meer mout nodig. De mouterij in Wijnegem had geen mogelijkheden om de produktie uit te breiden en om toch tegemoet te kunnen komen aan de stijgende vraag, nam Mouterij Albert N.V. in het begin van 1980 Mouterij Roelant's in Ruisbroek over. Deze werd omgedoopt in 'Mouterij Albert', naar het gelijknamige bedrijf in Wijnegem. Ander concept De nieuw verworven mouterij kon niet direct gebruikt worden. De vorige eigenaar had bij de inrichting van de mouterij gekozen voor een nieuw pro- duktieproces. In plaats van het mouten in drie fasen: het weken, kiemen en eesten, was het bedrijf ingericht om deze drie stappen in één installatie uit te voeren. Heineken koos voor de tra ditionele aanpak, enerzijds omdat daarmee de kwaliteit van de mout beter en constanter zou worden, anderzijds omdat met het mouten in drie fasen aanmerkelijk minder ener gie gemoeid zou zijn. Daartoe moest het bedrijf praktisch geheel vernieuwd worden. Er werden een apart week- huis en een aparte eest gebouwd ter wijl ook de andere onderdelen van de mouterij ingrijpend werden ver bouwd. Directeur L.W.M. Hendrikx kan er, terugkijkend op de bouwperio- Voor het doorbla zen van de warme lucht in de eest, de temperatuur is zo'n 80graden Cel sius, worden twee kolossale ventila toren gebruikt. In de eest zijn belang rijke energiebe sparende voorzie ningen aange bracht. Dat mag ook wel als je je realiseert dat voor het maken van honderd kilo mout 55.000 Kilocalo rieën nodig zijn. Er is slim gebruik gemaakt van de mogelijkheden: Via grote openingen in de zijmuren wordt lucht aangezogen die vervolgens wordt ver warmd door aardgasbranders. De afgaande warme lucht verwarmt de koude aange zogen lucht, doordat deze beide elkaar kruisen. De glazen pijpjes dienen als warmte wisselaars: de koude lucht stroomt erdoor, de warme lucht erlangs (foto's midden en rechtsDoor deze toepassing wordt er in Ruisbroek vergeleken met de'oude' mouterij in Wijnegem 40% op het energieverbruik in de eest bespaard. De silo's waarin gerst en de latere mout worden opgeslagen. De silo's zijn uit gerust met een stofafzuigingssyteem waardoor het gevaar van stofexplosies wordt ondervangen. In de gerstsilo, waar twee zuigers voor een 'inname' van tweehonderd ton per uur zorgen, kan drieëndertigduizend ton gerst wor den opgeslagen. Mouterij Albert, aan de waterweg tussen Brussel en de Schelde. 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1984 | | pagina 20