Brouwgerst Niet alle gerst is geschikt om er bier van te brouwen. Brouwgerst, dat eerst gemout wordt voordat het bij het bierbrouwen gebruikt kan worden, moet aan verschillende eisen voldoen. Het moet enzym-krachtig, groot van korrel, rijk in extract zijn en niet teveel eiwit bevatten. Om de vermouting van de gerst beheerst te kunnen uitvoeren moet de gerst "homogeen" (van gelijke aard) zijn. Vooral raszuivere gerst vertoont deze eigenschap van homogeniteit. Ook in Nederland wordt brouwgerst verbouwd, maar binnen Europa zijn Engeland, Denemarken en Frankrijk de belangrijkste gerstlanden. "Geef mij maar een biertje" is een veelgehoorde bestel ling in een horeca-zaak. Ei genlijk zegt men daarmee "geef mij maar een pilsje". Pils blijft in Nederland het populairst. Meer dan 99% van de bieren op de totale biermarkt bestaat uit bieren van het Pilsener type. Pils kenmerkt zich vooral door een grote helderheid, zijn goudgele kleur, zijn blonde schuimkraag en zijn aange naam pittige smaak. Met z'n stamwortgehalte tussen 11 en 12°Plato en 5 volumepro cent alcohol behoort het tot de zwaardere biersoorten. Sinds het jaar 1842, toen het eerste Pilsener bier in de Tsjechische stad Pilsen werd gebrouwen, maakte het een enorme opmars door in Europa. Nog steeds is pils het favoriete type onder de biersoorten. Constante kwaliteit De Heineken Brouwerij be gon in 1869 met het brou wen van pils, Amstel in 1870. Al is de apparatuur waarmee wordt gebrouwen veranderd, het brouwproces is in principe hetzelfde als ruim honderd jaar geleden. Nog altijd is brouwen een kwestie van degelijke ken nis, van mensenwerk. Door dat moderne, technologisch hoogstaande technieken hun intrede hebben gedaan, is echter de kans op mense lijke foutjes kleiner gewor den. Een constante kwaliteit wordt daardoor beter ge waarborgd. Uiteraard speelt mee dat een grotere produktie kan worden ver kregen, de werkmethoden efficiënter zijn geworden, energie- en grondstof kan worden de grootste mate van hygiëne kan wor den betracht. Het belang rijkste is evenwel dat de 14 smaak overal dezelfde is. Of u nu uw pilsje in het noorden of in het zuiden van het land drinkt, in het voorjaar of in het najaar, de smaak en de kwaliteit zijn steeds dezelf de. Ingrediënten Zoals al gezegd heeft de in voering van de meest mo derne apparatuur aan het brouwproces zelf niets ge wijzigd. De natuurlijke grondstoffen gerst, water, hop en de hulpstof gist zijn -net als vroeger- de ingre diënten waaruit het bier wordt bereid. Alle grond stoffen worden uiteraard met de grootst mogelijke zorg geselecteerd. Zo vormt de allerbeste brouwgerst sa men met goed brouwwater en eersteklas hop de basis van ons bier. Daarbij hoort voor ons Heineken bier ook de speciale Heineken A- gist, een giststam die in 1886 door dr. Elion is geselec teerd. Het spreekt voor zich dat brouwwater een van de belangrijkste grondstoffen is voor de bereiding van bier. Maar ook de andere in grediënten zijn met hun ty pische eigenschappen on misbaar in het brouwproces. Zo is gist nodig om de mout- suikers om te zetten in alco hol, koolzuur en aroma- en smaakgevende stoffen. De hop zorgt voor de fijne bit- tersmaak, die zo kenmer kend is voor een pilsje. Te vens bepaalt het mede de geur van het bier en werkt het ondermeer mee aan de helderheid en aan de fraaie schuimkraag. Andere nog niet genoemde grondstoffen zijn 'ongemoute granen', zoals bijvoorbeeld mais. Deze dragen bij aan de hel derheid en lichtverteerbaar- heid, een makkelijker drin ken van ons bier. Brouwproces Over het brouwproces zelf zijn boeken vol geschreven Zo uitvoerig kunnen wij da natuurlijk niet doen op deze pagina's. Daarom een be knopt overzicht van hetgeen er gebeurt alvorens he zover is dat ons bier in de be kende flesjes, blikjes, fusten of als kelderbier onze brou werijvestigingen verlaat.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1983 | | pagina 14