Een van de docenten is mevrouw Adri Wilbrink,
voor wie speciaal ontheffing is aangevraagd bij de
Arbeidsinspectie om 's nacht te mogen werken.
Als sociaal/cultureel werkster is zij altijd betrokken ge
weest bij buitenlanders in ons land. "Tevoren had ik
geen verwachtingen over de cursus. Bewust niet, ik
dacht 'Ik zie het wel'. Maar ik ben steeds enthousiaster
geworden, want de resultaten zijn echt goed", zegt zij
tussen twee lessen in. Daarna buigt zij zich weerover het
plaatjesboek om geduldig de dialoog tussen een echt
paar te oefenen. Tegenspeler is de heer J.M. Tubio
Blanco. Hij werkt al 19 jaar bij de brouwerij. Toch
sprak hij heel slecht Nederlands. Bij de Amstel Brouwe
rij, waar hij destijds begon, was een groot aantal Span
jaarden werkzaam en was er een groot aantal faciliteiten
ten behoeve van de Spaanssprekenden. De noodzaak
tot het spreken van onze taal was dus niet dringend aan
wezig. Nu heeft hij zich, wellicht als een van de
leergierigsten, over de cursus gebogen. Hij neemt het les
materiaal soms zelfs mee naar huis om thuis met de cas
setterecorder te kunnen oefenen. "Het is heel moeilijk
voor iemand die niet zo intelligent is", zegt hij. Dat dit
wel meevalt, blijkt als de heer Tubio Blanco direct
hierna uitvoerig begint te vertellen over zijn tijd bij de
Amstel Brouwerij, zijn kinderen en de vakantieplannen
van een van zijn collega's.
blokken, waarin thema's
zijn opgenomen zodat een
redelijke woordenschat kan
worden verkregen, die is
geënt op alledaagse situ
aties."
'Kennismaking', 'In de
winkel', 'Werk', 'Openbare
instellingen' en 'Bij de
dokter' zijn enkele van de
onderwerpen die in de les
worden behandeld aan de
hand van een plaatjesboek.
Tevens worden in elke les
begrippen ingevlochten als
tellen en klokkijken, voor
zetsels en tegenstellingen
als dik/dun, arm/rijk, groot/
klein.
Enthousiasme
Op het moment van schrij
ven, zijn wij de helft van de
cursusduur gepasseerd.
Duidelijk is merkbaar dat
er al behoorlijk wat is
geleerd. Bij de aanvang van
de cursus beschikte de
gemiddelde buitenlandse
medewerker, voor wie
Nederlandse les nodig werd
geacht, over een woorden
schat van zo'n 35 woorden.
Nu is dat aanmerkelijk
meer.
"In vele gevallen ontbreekt
het zelfvertrouwen nog. Als
er een derde het kantoortje
waar wordt lesgegeven,
binnenkomt, klappen zij
dicht of beginnen te hakke
len. Maar het enthousiasme
is groot. Zij hebben er veel
plezier in. Ik ken zo al
tachtig mensen, die nu niet
in aanmerking kwamen, die
zich willen opgeven als er
volgend jaar een nieuwe
cursus zou worden georga
niseerd. Dat geeft wel aan
dat men er toch het nut van
inziet. Gelukkig wel, want
het is noodzakelijk dat een
minimale conversatie kan
worden gevoerd tussen
collega's onderling en met
de chefs. De mensen zijn nu
meer aanspreekbaar, als er
zich problemen voordoen
met het werk of met de
machines en het bevordert
hun functioneren. Zij
kunnen nu deelnemen aan
werkoverleg en ideeën
lanceren. Dat is voor alle
partijen een voordeel."
Leraar Nederlands Walter Craanen heeft op school
vooral met buitenlandse kinderen gewerkt. "Het is
misschien gemakkelijker kinderen les te geven, om
dat volwassenen het niet meer zo gewend zijn iets te moeten
leren. Bovendien zijn er in het taalgebruik van de kinderen
nog geen echt storende fouten geslopen. Dat is bij de vol
wassenen wel het geval en dan is het moeilijk die fouten, die
er al zolang in zitten, er uit te halen. Ik had van te voren
toch wel verwacht dat er meer vorderingen gemaakt zou
den worden dan nu het geval is, al zijn de meesten zeer ge
motiveerd. Het probleem is echter dat als zij uit de les
komen, gewoon weer met hun werk doorgaan. Bij wijze
van spreken zijn zij 's avonds al weereen deel vergeten, van
wat zij overdag hebben geleerd. Dan komen zij er ook niet
zo gemakkelijk toe er thuis over te praten. Ik kan hen ook
niet dwingen thuis Nederlands te oefenen. Het enige dat ik
doe is hen te 'verbieden' in hun landstaal met elkaar te spre
ken wanneer ik erbij ben. Dan moeten zij Nederlands spre
ken.