G.W. van der Poel
Heeft het oog
van de draaier
et machinepark van een bottela
rij bestaat uit talloze onderde
len: assen, bussen, koppelingen
etcetera. De heer G.W. van der Poel
uit Bunnik is in zijn dagelijkse werk
nauw betrokken bij die onderdelen.
Hij is namelijk werkzaam in de draai
erij, een onderafdeling van de mecha
nische werkplaats. Al die onderdelen,
die gerepareerd of vervangen dienen
te worden, worden in de draaierij ver
vaardigd. In alle soorten en maten
worden zij door de heer Van der Poel
gedraaid of gefreesd.
Uiteraard is er vrijwel altijd haast mee
gemoeid. Voor de heer Van der Poel
vormt dat geen probleem. "Ik weet
eigenlijk niet beter, ik ben er mee op
gegroeid." De heer Van der Poel weet
zo goed waarom de nodige spoed be
tracht moet worden, omdat hij zelf
lange tijd bij de storingsdienst werk
zaam is geweest. "In 1964 ben ik bij
Vrumona begonnen. Als gediplo
meerd meester-draaier werd ik aange
nomen omdat er een draaibank zou
komen. Die kwam er inderdaad een
half jaar later. Ik weet nog goed, dat
toen ik voor het eerst iets draaide, ie
dereen om de draaibank stond. Het
was ook een hele vooruitgang. Voor
die tijd was alles aan elkaar gelast. Je
kunt wel zeggen dat de technische
dienst door de komst van de draai
bank van de hel in de hemel kwam."
Maar na drie jaar in de draaierij ge
werkt te hebben, ging de heer Van der
Poel over naar de storingsdienst. "Ik
wilde hoger op." Een hernia stak ech
ter een spaak in het wiel. De heer Van
der Poel ging onlangs om gezond
heidsredenen dan ook weer terug naar
de draaierij
"Alles dat binnenkomt aan materiaal
ken ik, ik weet waar het voor dient.
Met mijn collega's van de storings
dienst heb ik natuurlijk veel overleg.
Ook bij het werk van de elektrotech
nische dienst, de meet- en regelwerk
plaats, de energiedienst en de mecha
nische werkplaats ben ik altijd recht
streeks betrokken. Maar het leuke
van mijn werkzaamheden bij de draai
erij vind ik, dat ik er geheel verant
woordelijk voor ben. Ik heb er ook
plezier in. Je kunt laten zien wat je ge
maakt hebt, want er komt echt een
eindresultaat uit je handen."
"Iedereen kan wel een beetje werken
met een draaibank", zegt de heer Van
der Poel. Maar hij voegt er onmiddel
lijk aan toe dat het draaiersvak enig
improvisatietalent en een 'goed oog
voor passingen' vereist. Zeer nauw
keurige meetapparatuur komt er aan
te pas om te weten of iets op een tien
de of een honderdste van een millime
ter afgedraaid moet worden. Boven
dien is het noodzakelijk dat het opper
vlak van een onderdeel volledig glad
is. "Een machine moet een heel jaar
kunnen werken. Wat ik aan onderde
len aflever, moet dus ook zodanig van
kwaliteit zijn, dat het een jaar lang
zonder problemen zijn dienst doet.
Het mag niet storingsgevoelig zijn.
Maar alles dat hier de draaierij uit
gaat, en dat is veel, is goed gecontro
leerd. Het past precies. Dat moet ook
wel, want de draaierij is de hoofdmoot
van een machinepark. Dat zeg ik niet
omdat ik dit werk toevallig doe, dat is
gewoon zo."
Door zijn werkzaamheden heeft de
heer Van der Poel wat hij noemt 'het
oog van de draaier' gekregen. Dat
werkt uiteraard ook door op zaken die
niet direct betrekking hebben op zijn
vak. "Ik zie het meteen als er bijvoor
beeld een schilderij scheefhangt of als
een tafelpoot niet precies hetzelfde is
als de andere." Ook de t.l.-buizen die
de muziekvereniging, waarvan hij lid
is, had opgehangen, ontsnapten niet
aan zijn aandacht. "Ik zag het gelijk
toen ik binnenkwam: ze hingen
scheef!"
Ieder jaar start medio september de
revisieperiode in Bunnik. Deze duurt
tot circa half maart. Voor de heer Van
der Poel breken dan drukke tijden
aan. Toch ziet hij niet echt met span
ning naar de revisie uit, in de zin dat
hij nieuwsgierig is naar de kwaliteit
van de materialen die hij het jaar daar
voor heeft gemaakt. "Wel loop ik na
afloop van de revisie graag langs de
lijn om te zien wat er veranderd is.
Dan denk ik: 'dat draait weer mooi'."
Hoe druk de heer Van der Poel het tij
dens de revisie ook mag hebben, hij
zorgt ervoor tijd te hebben voor ieder
een. "Dat is tegenwoordig de belang
rijkste factor. Bovendien maak ik
geen onderscheid tusssen de mensen
die hier komen om met iets te worden
geholpen. Ik mag dan ook wel zeggen
dat ik een gezien persoon ben in Bun
nik."
19