"Een brouwerij is
geen omgeving om
kwaad te
Ir. B.de Jong:
Enige dagen voor hij afscheid zou
nemen van Heineken, spraken
wij met ir. B. de Jong van H.T.B.
in Zoeterwoude. 25 jaar lang heeft hij
leiding gegeven aan de proefbrouwe-
ri jDe heer De Jong heeft bosbouw ge
studeerd in Wageningen. "Ik kom oor
spronkelijk uit het houtvestersvak,
hetgeen ik ook enige tijd uitgeoefend
heb. Meer hoef ik er niet over te zeg
gen, want het klinkt al heel roman
tisch. Daarna ben ik 'verdwaald' in het
vak van brouwen en mouten. Die stap
van hout naar mout was voor mij niet
zo groot. Een brouwerij is tenslotte
een landbouwindustrie, terwijl je in
Wageningen getraind wordt voor land
bouwkundig onderzoek." Toen de
heer De Jong, in dienst getreden in
september 1957, een half jaar in Rot
terdam werkzaam was, werd hij aange
steld als proefleider van de proefziede-
rij in Rotterdam. "Wat wij in Zoeter
woude proefbrouwerij noemen, heette
in Rotterdam proefziederijZieden
betekent eigenlijk: koken. Omdat het
woord ziederij teveel associaties had
met een zeepziederijbesloot de heer
Heineken de nieuw op te richten proef
brouwerij in Zoeterwoude 'proefbrou
werij' te noemen", verduidelijkt de
heer De Jong de naamswijziging. "Dat
is ook correcter. In de proefbrouwerij
wordt immers veel meer gedaan dan
koken. Het héle brouwproces zoals dat
in het echte brouwhuis geschiedt, vindt
plaats in de proefbrouwerij".
Herinneringen
Samen met ing. C. den Uyl heeft de
heer De Jong de grote proefbrouwerij
in Zoeterwoude ontworpen. In die
proefbrouwerij staat ook de appara
tuur uit de kleine proefbrouwerij en
-mouterij van de Amstel Brouwerij,
waarover de heer De Jong sinds de fu
sie tevens de leiding had. Hoewel deze
afdeling groter is dan die van Rotter
dam (men beschikt nu over een 3-ketel
ziederij in plaats van een 2-ketel ziede
rij zoals in Rotterdam) en uiteraard
enige verbeteringen heeft ondergaan,
bewaart de heer De Jong vooral goede
herinneringen aan de proefbrouwerij
van de Rotterdamse vestiging.
"In 1932, toen wij nog maar twee brou
werijen hadden in Nederland, is er op
initiatief van ir. J.A. Emmens in Rot
terdam een proefbrouwerij gevestigd.
Dit getuigde van een vooruitziende
blik. Heineken wilde toen al activitei
ten overzee starten, zodat de proef
brouwerij behalve als afdeling waar
proeven genomen konden worden,
ook gebruikt zou kunnen worden als
oefenbrouwerij. Voor zijn tijd was de
voormalige proefbrouwerij prachtig en
door zijn grootte en door het feit dat hij
voorzien was van zoveel onderdelen,
een unicum in Europa. Dat is nog lang
zo gebleven. Zelfs toen ik in dienst
trad, waren er in Nederland geen ande
re proefbrouwerijen van een dergelij
ke omvang. De machines waren af
komstig van een Duitse leverancier,
die de apparatuur eigenlijk had gepro
duceerd voor de talloze kleine brouwe-
rijtjes -vaak gevestigd achter een café-
in Duitsland".
Niet humeurig in bierige omgeving
De heer De Jong heeft als leider van de
proefbrouwerij in al die jaren vele
proeven voor brouwsels ontworpen.
"Wij hebben een groot aantal 'rare'
brouwsels gemaakt, vaak voor het bui
tenland. Voor iemand die in de eerste
plaats onderzoeker is, betekent dat een
uitdaging. Je wilt je eer als vakman
hooghouden. Onderzoeken is echter
een moeilijk vak, dat soms door toeval
lige en variabele factoren bemoeilijkt
wordt. Dat was enigszins frustrerend".
De heer De Jong liet zijn humeur daar
zeker niet door bederven. "Een brou
werij is geen omgeving om kwaad te
zijn. Bier is immers een genotmiddel.
Dat wil echter niet zeggen dat ik ook
een grootverbruiker ben. Wel een lief
hebber van een biertje".
Tweede natuur
Proeven van bier behoort uiteraard
ook tot de taak van de heer De Jong.
Door de medewerkers van de proef
brouwerij wordt van een brouwsel een
protocol -een rapport- gemaakt. Aan
de hand van bieranalyses die opgesteld
zijn door het laboratorium en naar aan
leiding van de mening van het proefpa-
nel na de smaaktests, wordt door de
heer De Jong een conclusie over het
brouwsel opgesteld. "Mijn bevindin
gen door het bier vooraf te proeven,
vergelijk ik altijd met de uitslag van de
smaaktests. Het proeven van bier is
dan ook een tweede natuur van mij ge
worden. Ook als ik ergens voor de ge
zelligheid een biertje drink, proef ik
het op kwaliteit. Het is heerlijk om te
ervaren: dat is een goed biertje".
Heerlijk vooruitzicht
De heer De Jong voelt zich zeer ver
bonden met de brouwerij. "Den Bosch
heb ik als het ware zien bouwen. En in
Rotterdam kende ik uiteraard elk gaat
je en hoekje. In Zoeterwoude niet.
Daarvoor liggen alle afdelingen teveel
uit elkaar Als ik van mijn kamer in het
kantoor naar de proefbrouwerij loop,
neemt dit enige tijd in beslag. Niet dat
het contact met mijn afdeling er onder
geleden heeft, want daar kom ik dage
lijks 2 a 3 maal. Maar je loopt niet snel
naar een andere produktie-afdeling".
Ondanks die betrokkenheid bij de
brouwerij kijkt de heer De Jong uit
naar zijn naderend afscheid (dat inmid
dels plaatsgehad heeft) van het con
cern. "Het vak van brouwen en mou
ten was een geweldig vak: ambachte
lijk, interessant, magnifiek. Dat heb ik
altijd met ontzettend veel plezier ge
daan. Het onderzoeksvak daarentegen
slechts met 'gematigd genoegen'. Maar
ik kijk er echt naar uit om meer vrije
tijd te krijgen. Ik heb namelijk altijd
meer willen doen dan ik tijd had en ik
voorzie dan ook niet een gevoel van
een grote leegte. Daarvoor heb ik te
veel hobby's".