zes blikjes bier gekocht, wat groot op zien baarde. We hebben allebei mooie kamers, maar mijn reisgenoot heeft wat je noemt een suite, dus daar staan nog een paar stoelen meer. Daar heb ben we het reisprogramma doorgeno men. De Chinees van het Ministerie van Lichte Industrie spreekt perfect Engels, de Chinees van het Minsterie van Ontginningen geen woord. Je moet even wennen aan de langzame gang van het gesprek, maar het is alle maal erg vriendelijk. Bij het gesprek wordt thee gedronken. Overal waar we waren in China wordt groene Chinese thee in een glas geschept en opgegoten met heet water uit een ther- moskan. Zo nu en dan gaat de gastheer rond met een thermoskan en schenkt meerheef water op. Het smaakt lekker en je voelt je er wel bij. Eten met stokjes De volgende dag is een prachtige dag. Boven het verkeer in de stad stijgt het voortdurend toeteren van de auto's op. Het besturen van een auto gaat ge paard met onophoudelijk claxonneren. Als ik naar buiten kijk zie ik weer de geel-grijze kleur van de luchtvervui ling. Peking heeft een vuile lucht; overal zijn schoorsteentjes en die bra ken vooral 's avonds als de mensen koken, enorme zwarte steenkoolrook uit. Er is nu weinig wind en de zon dringt niet door tot de grond. Het ontbijt was Westers. Je kunt ook Chinees ontbijten maar gezien de te verwachten middag- en avondmaal tijden kozen we een Westers ontbijt. Na de ochtendvergadering (zaterdag!) zijn we naar het Chinees restaurant gegaan in het hotel, waar we lekker hebben gegeten met stokjes. Dat je niet weet hoe je met stokjes moet eten vindt men heel gewoon, het wordt je gewezen en voor de rest moet je maar zien dat je je redt. Een Nederlandse kennis van me kon niet goed met de stokjes overweg en kwam afgeslankt van een China-reis terug. Na de lunch zijn we naar de Verboden Stad gegaan, waar we de hele middag hebben rondgewandeld in een indruk wekkende omgeving. Het is de stad waar de Keizer woonde, nu een open lucht museum; er staan 999 huizen. In dit bestek is het nauwelijks te beschrij ven. Een enorme menigte bewoog zich door de stad en vooral bij juwelen en bij woonvertrekken waren grote mensenmassa's. Een heel merkwaar dig detail was een lange rij kooiachtige constructies waarin naar onze gids vertelde de concubines werden gehou den. Die werden op 17-jarige leeftijd de Verboden Stad binnen gebracht, op 60-jarige leeftijd gingen zij weer weg. In die tijd hadden ze het gezicht van de Keizer nooit gezien. De kooien waarin ze woonden leken op een soort apenkooien in de dierentuin. Het was alles bij elkaar een impone rend bezoek, waar ik een heel rol letje film heb geschoten. We zijn ook nog even buiten de Verboden Stad in een paleis op een heuvel geweest waar de hoge raadsheren van de Keizer plachten te wonen en te werken. Het Straabeelden van Urumutschi.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1982 | | pagina 3