E IK IEDEREEN AANRAAD" ekkie aan de Nederlandse waterkanten weer opzoeken. Op een den gevist. Een hengelaar die daar zeker bij zal zijn, is de heer jn uit Zoeterwoude. Niet zielig De laatste tijd worden er vele discus sies gevoerd tussen hengelaarsbonden en groeperingen die tegen het sportvis sen zijn. Met deze laatsten is Caste leijn het niet eens. "Een echte sport visser zal altijd zijn uiterste best doen om een vis te vangen. Niet uit heb zucht, maar omdat dat het sportele- ment voor hem vormt. Als hem dat ge lukt is, zal hij vervolgens net zoveel moeite doen om de vis onbeschadigd terug te zetten." Ook de heer Caste- leijn zet alles terug. "Ik zou ze tegen woordig niet eens meer willen eten. met al die chemische zaken in het wa ter." Zielig voor de vissen vindt hij het in ieder geval niet. Evenmin voor het aasvisje dat hij gebruikt om een snoek te vangen. "Als de snoek hon ger heeft, pakt hij er een. Of het nu de een of de ander is, maakt dan niet zo veel verschil. Hoewel een snoek vaak wordt aangemerkt als diegene die voor het natuurlijk evenwicht zorgt wond") wordt de bek opengehouden. Daarna komt er een hakesteker aan te pas om het haakje snel te verwijderen. "Daar voelt hij echt niets van, want een snoekbek is helemaal van been, een soort hoorn, dat keihard is." Door weer en wind Geboeid als hij is door de vissport en de gedragingen der vissen zou de heer Casteleijn hier uren over kunnen pra ten. Uiteraard brengt hij liever nog het vertelde in de praktijk. Zijn voorkeur gaat daarbij, zoals u al begrepen zult hebben, naar het snoeken. Zodra de R in de maand komt. trekt hij in de pol der er op uit. Letterlijk, want snoeken is een lopende sport. Het rauwe weer dat de meeste kans op succes garan deert. kan hem niet deren. Gekleed in een pooloverall en regenkleding kan hij urenlang regen en wind trotseren in de hoop beet te krijgen. "Uit ervaring kun je zien waar je een snoek kunt ver wachten. Dan nog is het afwachten of hij honger heeft. Wanneer hij al verza digd is, gebeurt er niets. Het meest fa- cinerende is het 'schot' dat de snoek maakt. In een fractie van een seconde kan hij een snelheid van 80 km berei ken. Je ziet dan een enorme waterkolk ontstaan. Op het juiste moment, voor hij de aasvis naar binnen slokt, moet je toeslaan. Dit levert het risico voor mij op datje beide verspeelt. Maar als je te lang wacht, zit de aasvis mèt de haak in zijn maag. En dat is niet de bedoe- kaart een aparte vergunning vereist omdat hiermee met levende vis als aas op snoek kan worden gevist. "Vol gens mij maakt het niets uit of je nu een kostbare of een gewone hengel hebt. Het gaat om de techniek", zegt hij beslist. "Er zijn mensen die het nooit leren, al hebben ze nog zo'n du re uitrusting. Zij zien bijvoorbeeld pas dat ze beet hebben als de dobber volle dig onder is. Ik daarentegen vis erg scherp. Als de dobber maar een klein stukje omhoog is gegaan, kan ik al zien dat de vis heeft toegehapt. "Het gebeurt hem wel eens dat hij samen met iemand zit te vissen die zich na ver loop van tijd verwondert over het feit dat de vissen bij hem niet willen bijten maar bij de heer Casteleijn wel. "Daar begrijpen ze niets van. Het is echter vaak een gebrek aan concentra tie. Zodra er iets langskomt, zijn ze af geleid. In die tussentijd letten ze niet op hun dobber. Een vis kan dan rustig het aas van de haak eten zonder opge merkt te worden. Als je lange tijd niets vangt, moet dat ook als een teken wor den opgevat. Negen van de tien keer is dan je haak leeg. Om niet voorniets de hele dag aan de waterkant door te bren gen, moetje dat regelmatig controle ren." door zieke en zwakke vissen te ver schalken, smaakt een gezond exem plaar hem net zo goed. In de praktijk zijn de zwakke gemakkelijker te grij pen omdat ze het minst snel zijn. Komt er echter een gezonde vis voor bij. die te laat het gevaar ziet aanko men, dan aarzelt de snoek echt geen moment. Van nature is hij vrij lui, vooral naarmate hij groter wordt, dus hoe minder moeite hij hoeft te doen. hoe beter. 'Vissebloed' Op de vraag of vissen gevoel hebben, weet hij geen antwoord te geven. On danks zijn jarenlange ervaring is hij daar nog niet achter. "Hele stapels boeken zijn er over geschreven", ver telt hij. "Maar de geleerden zijn er nog steeds niet uit." In ieder geval be handelt hij de vissen, zoals een goed sportvisser betaamt, uiterst voorzich tig. In het geval van de snoek gebeurt dat voornamelijk uit eigenbelang. Het beest heeft namelijk zulke grote en scherpe tanden dat een visser beter kan zorgen dat zijn handen daar niet tussen komen. Met behulp van een bekkesperder Ik heb er een met ron de kogels aan de zijkant opdat de bin nenkant van zijn bek niet wordt ver- Goed tegen nerveusiteit Deze vorm van spanning en de rust die uitgaat van het stille polderlandschap vormen voor de heer Casteleijn de ideale combinatie. "Aan de waterkant vergeet je al je dagelijkse beslomme ringen. Zoals 's zomers als ik 's nachts met een boot de Westeinderplassen opvaar om op witvis te vissen. Dan zie je langzamerhand de natuur om je heen ontwaken. Dat is prachtig. Ik vind dan ook dat vissen een sport is, die ik iedereen aan zou willen raden."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1982 | | pagina 17