„VISSEN: EEN SPORT DE C. CASTI Over een dag of veertien zullen vele hengelaars hun stekkie aantal vissoorten mag vanaf juni namelijk weer worden j C. Casteleijn uit Als ii de foto's op deze pagina's bekijkt, zult u waarschijnlijk de heer Casteleijn wel herken nen. Hij is degene van wie wij in Vers van 't Vat 1/1982 een foto geplaatst hebben met een snoek van 110 cm in zijn armen. Deze grote vis moest toen uit de kantoorvijver in Zoeterwoude worden gehaald omdat hij de Chinese graskarpers opat, die daarin juist zijn uitgezet om de algengroei in het water tot een minimum te beperken. Voor de heerCasteleijn, werkzaam bij de bouw kundige werkplaats in Zoeterwoude, was dit een kolfje naar zijn hand. Al 31 jaar is hij in zijn vrije tijd fanatiek sportvisser, 's Zomers vist hij hoofd zakelijk op witvis, brasem en voorn. Zodra echter het snoeken weer is toegestaan -doorgaans augustus/sep tember- richt hij zich uitsluitend op het vangen van deze vissen. "De pe riode dat er niet gevist mag worden kan van plaats tot plaats verschillen", legt de heerCasteleijn uit. "Landelijk zijn er namelijk wettelijke voorschrif ten gesteld. Maar een hengel vereni ging die wateren heeft gepacht kan voor die wateren andere bepalingen instellen. Dit gebeurt met het oog op de visstand. De snoekstand in Neder land bijvoorbeeld is erg slecht. Daarom is men daar zuinig op." Broedtijd De reden waarom die sluitingstijden ingesteld zijn. is dat de snoek -en an dere vissen natuurlijk ook- een rust periode nodig heeft om te broeden. Wanneer het water een temperatuur tussen de 7 en 12 graden heeft bereikt, zoekt de snoek ondiep water op om zijn eitjes vlak tegen een waterplant af te zetten. Dit zijn er circa 20.000 per kilo eigen gewicht. Maar lang niet alle komen uit. Allereerst kan het broedsel verloren gaan door een daling in de watertemperatuur. Daarna lopen de wel uitgebroede snoekjes de kans op gegeten te worden door hun moeder of soortgenoten Weten ze ook dit te overleven, dan volgt er nog een kritiek moment wan neer de vissen een lengte van onge veer vier cm hebben gekregen. Van een rustig plankton etend visje veran dert snoek junior ineens in een roofvis die alle soortgenoten uit zijn territo rium verjaagt of opeet, als hij daar de kans toe krijgt. Uiteindelijk blijft er dan ook slechts een handvol snoeken over. Een kwekerij in Leleystad zorgt er voor dat het snoekbestand in Neder land enigszins op peil blijft. nen om daarop in te haken bij het vis sen, hebben anderzijds de vissen als dier ook zijn belangstelling. Het be gon voor hem toen hij als jongen langs de Oude Rijn kwam te wonen en ge confronteerd werd met vissers langs de waterkant. "Je gaat het ook eens proberen. Als het je dan gelukt iets te vangen, ga je het vanzelf leuker vin den. Je koopt wat boeken en verdiept je steeds meer in het onderwerp. Ik be gon toen met een bamboehengel van f 30,-. Dat was toen al heel wat. Nu zijn er hengels van glasvezel of car- bonfiber. die al tegen de f 2.000,- lo pen." Concentratie De heer Casteleijn voelt niets voor de aanschaf van dergelijke dure hengels. "Je moet een keuze maken waarop je wilt vissen. Want als je het goed wil doen, hoor je voor elke soort ander materiaal te hebben. Maar ik vind dat het bij een hobby moet blijven." Het gaat te ver om de verschillende mate rialen hier te omschrijven. Eenvoudig gezegd kan worden ge steld dat het te gebruiken aas de keuze van de hengel bepaalt. Zo heeft de heer Casteleijn ook een 'speciale hen- sel'. Hiervoor is naast de normale vis- Belangstelling De heer Casteleijn heeft ook een be zoek gebracht aan deze kwekerij. Hij vond het zeer interessant. Hoewel het enerzijds voor een hengelaar nodig is om de gewoontes van een vis te ken-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1982 | | pagina 16