Eenportier waarjeniet omheen kunt C. Brouwer mi 1 v r.vt •V b'.J* Wie een van onze vestigingen binnenkomt, passeert altijd de portier. Het is nu eenmaal de taak van een portier toezicht te hou den op het komen en gaan van perso neelsleden. leveranciers en gasten. Vooral bij het hoofdkantoor aan het 2e Weteringplantsoen in Amsterdam, waar de heer C. Brouwer als portier/ bewaker werkzaam is, vervult de por tier een wezenlijke rol bij het binnen laten van mensen. Hier kent men immers een soort 'slui- zensysteem'. Wie naar binnen wil, dient eerst buiten aan te bellenHierop drukt de portier een knopje in zodat de deur opengeduwd kan worden. Is men deze deur door, dan kan men ech ter nog niet verder: de toegang tot het kantoor is voorts nog versperd door een glazen deur die alleen door de por tier automatisch ontgrendeld kan wor den. Dankzij dit systeem is het onmo gelijk dat vreemden zomaar naar bin nen lopen. "Het is een goede controle", zegt de heer Brouwer daarover. "Maar af en toe gaat het je weieens duizelen. Dan gaan er zoveel zoemertjes, dat je op de deurknop drukt als eigenlijk de te lefoon gaat. Wat dat betreft is het heel anders dan vroeger. Toen ik hier in 1968 portier werd. was het gebouw veel kleiner en stond de deur altijd open. Bovendien hadden wij hier in de gang een biertap staan. Als de horecavertegenwoor- digers. die toentertijd nog in dit pand zaten, afnemers op bezoek kregen, brachten wij 's middags bier rond. Dat was een heel gezellige tijd." Maar de horeca-afdeling verhuisde naar een ander pand. de biertap ver dween en het kantoor werd uitgebreid Totaal werken er momenteel circa 250 mensenDe heer Brouwer kent ze alle maal. "Natuurlijk ken ik ze allemaal. Het zijn ook allemaal aardige mensen. Als iemand de dienst verlaat, vraag ik me ook wel eens af wie er voor in de plaats zal komen. Ik weet niet hoe het komt. maar op de een of andere manier past zo'n nieuwkomer dan precies bij de rest van de afdeling." Rustige afdeling Op het 2e Weteringplantsoen zijn drie portiers, die afwisselend dag- of avonddienst hebben. De dagdienst, van zeven uur 's morgens tot half vier 's middags, wordt altijd door twee portiers gedaan, terwijl de collega voor de avonddienst (tot negen uur 's avonds) zich al om half een bij hen voegt. Dit is nodig omdat de loge con stant bezet moet zijn. Voorde portiers betekent het tevens gezelschap tijdens de uurtjes waarin niet zoveel gebeurt. Elke dag kent namelijk wel een rusti ge periode. "De eerste uren 's ochtends zijn rede lijk druk. Om zeven uur komt de melkboer met de etenswaren die door de kantine besteld zijn. Soms komt ook het schoonmaakpersoneel, dat de avond tevoren bepaalde kamers niet heeft kunnen opruimen, terug. Ver volgens beginnen de medewerkers om half acht langzaam binnen te druppe len. Als dan ook de meeste gasten zich hebben gemeld, breekt een peri ode van wachten aan. Zo nu en dan ben je al blij als er iemand een pakje komt afgeven, datje dan naar een af deling moet brengen. Want dan kun je even lopen en onderweg een praatje met iemand maken. Het is nu eenmaal zo dat mannen onder elkaar niet zo veel te praten hebben, als ze elkaar elke dag zien. Vrouwen weten altijd wel iets te vertellen over eten of kle ding die ze hebben gezien, maar als wij 's maandags de weekendactivitei ten en de sport hebben besproken, is eigenlijk onze gespreksstof wel op." Vraagbak Het bovenstaande wil eigenlijk niet zeggen dat de portiers lang achter el kaar moeten wachten op werkzaam heden. Constant gaat de telefoon om de hulp van de portier in te roepen voor het verrichten van kleine huis houdelijke werkzaamheden t.b.v. de interne dienst. Ook het bellen van een taxi, het uit reiken van een pleisteren het doorge ven van ziekmeldingen komt veel vuldig voor. "Ook gebeurt het vaak dat toeristen hier komen om reclamemateriaal te vragen." zegt de heer Brouwer. "Of er zijn toeristen die hier komen omdat zij de excursie voor buitenlanders op de Van der Helststraat net gemist heb ben. Het komt ook voor dat mensen hier naar werk komen informeren. Dat is het aardige van dit werk: je moet pre cies weten wat je kunt antwoorden of 22 naar welke afdeling je ze kunt verwij zen. "Het belangrijkste is dat je altijd vriendelijk en tactisch blijft." Doordat er zoveel verschillende men sen komenheeft de heer Brouwer een aardige mensenkennis opgedaan in de loop der jaren. "Het gebeurt natuur lijk wel eens dat je je vergist. Je ziet de mensen binnenkomen. Als ik de zaak dan niet helemaal vertrouw, doe ik de glazen deur zelf open in plaats van op het knopje te drukkenSoms zijn het dan gewoon heel aardige mensen, maar meestal als ik dat gevoel heb. klopt er inderdaad iets niet." Controle Wie een bezoeker verwacht, dient dit vooraf aan de portier te melden. Terstond bij binnenkomst kan hij dan de komst van de gast aan de juiste per soon melden. Elke bezoeker wordt genoteerd in een boek. met tijdstip van komen en van weggaan. Hierdoor kan de vraag van iemand of de gast nog 'in huis' is, direct beantwoord worden. Een andere belangrijke taak is het controleren van het gebouw 's avonds. "Wij moeten kijken of alle kranen dicht zijn en de ramen gesloten zijn en of iedereen wel weg is. Om ne gen uur 's avonds wordt het pand na melijk elektronisch beveiligd, dus kan niemand er meer in of er uit. Je mag niet de kans lopen dat iemand nog in het ge bouw is, terwijl je denkt dat hij al weg is. Doordat overdag de loge constant be zet is, zijn dit soort misverstanden niet mogelijk. De portier is iemand, waar je letterlijk en figuurlijk niet zomaar omheen kunt. Een gegeven waar de heer Brouwer blij om is. "Het levert vaak aardige contacten of leuke voor vallen op. Zoals de meneer die zich kwam melden en zei: 'U zult wel lachen als u mijn naam hoort. Ik heet Bier'. "Dan vormen wij samen een goed beroep, was mijn antwoord. Mijn naam is Brouwer!"

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1981 | | pagina 22