Neerlands wateren zijn weer vol met allerhande vaartuige Nu is er een groep mensen die juist de zee ui kie Een van hen is Dirk van der Plas, die eiï V'anjongsafaan is hij door oudere broers de zee mee opgenomen. Zonder zwemvest, gehuld in een dikke trui werd hem de fokkeschoot in handen geduwd. Een broer heeft hem, nu al weer zeven jaar geleden, geholpen met het bouwen van een ei gen catamaran. Een catamaran, of kortweg cat, heeft in tegenstelling tot een 'normale' zeilboot geen romp, maar twee drijvers die door middel van dwars-stangen met elkaar worden verbonden. Tussen de drijvers is een soort zeil gespannen waarop de zei lers kunnen zitten. Dit type boot is bij uitstek geschikt voor brandingzeilen. De boot kan niet vollopen en beschikt over hoog tuig. Dirk legt uit waarom. "De moeilijkheid bij brandingzeilen zit hem in een flinke branding met weinig wind of tegenwind; voor de Nederlandse kust dus westenwind. Je moet zoveel mogelijk met je punt te gen de wind en de golven in afvaren, anders ga je om, mede door gebrek aan een midzwaard. Hoog tuig is van belang om toch nog wind te kunnen vangen als je in diepte tussen twee golven zit. Als je niet genoeg wind vangt om snelheid te kunnen maken tussen twee golven door, word je weer op het strand teruggesmeten en dat kan je een roertje kosten. Oosten wind levert weinig problemen op, want die geeft geen branding. Oner varen zeilers verkijken zich vaak op deze wind. Je boot steigert al op het strand en schiet dan voor de wind Als een vis iii weg. Ze vergeten dat ze ook weer terug moeten en dan wel tegen de wind in moeten kruisen." Niet alleen het afvaren, maar ook het landen levert met westenwind proble men op. De golven komen pal van achter en slaan soms, anderhalf of twee meter hoog, over de boot heen. Volgens Van der Plas is het dan een kwestie van ogen dicht en je vasthou den. In kleurige bewoordingen be schrijft hij het spektakel van bruisen de golven, klapperende zeilen en blik semsnelle manoeuvres. "Het gaat zo tekeer, dat het lijkt alsof je op een wild paard zit." Stromen In een catamaran kun je je niet veroor loven doorlopend in de branding te blijven. Daarvoor is de cat te moeilijk wendbaar. In de branding moet door de muien en zwinnen heen gelaveerd worden. Zwinnen zijn de geulen evenwijdig aan de achter elkaar lig gende banken. Muien delen de banken als het ware door midden en vormen de verbindingen tussen de zwinnen. In de branding heeft men al tijd te maken met een onder- en een bo- venstroom. In de muien en zwinnen is het water minder onstuimig en dieper dan boven de banken, waardoor de zeilers hun roer kunnen gebruiken. Het voert hier te ver om in te gaan op de theorie van het brandingzeilen; za ken als de getijstromen en de invloed van de wind op de stroom zijn facto ren waar door ervaring op moet wor den gereageerd. Vanaf ongeveer eind april zijn de eerste zeilers weer op zee te bekennen. Eind september bergen ze de boten weer op in de winterstal ling. Afhankelijk van het weer en de temperatuur hullen ze zich in zwem broek of in een zogenaamd wetsuit. Dit is een rubber pak, waarin het wa ter de temperatuur van het lichaam aanneemt. Ook de skibril wordt op lange tochten of bij slecht weer soms gebruikt. 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1981 | | pagina 16