Cobie Oosterom "Zaü ikhemkleinmaken" i Ongetwijfeld kent bijna elke Zoeterwoudse medewerker Cobie Oosteromi-Kuiper. Wellicht zegt haar naam u in eerste instantie niet zoveel, maar gaat u een lichtje op als u het woord 'postkan toor' hoort. Cobie is namelijk de da me die, gezeten achter het loket van het postagentschap in Zoeterwoude, dagelijks tientallen mensen van geld, postzegels of pakjes voorziet. Voordat zij bij Heineken kwam wer ken, was zij al acht jaar als lokettiste bij een groot postkantoor werkzaam. Haar man werkte echter ook in Zoe terwoude en het plan bestond om hier in de omgeving te gaan wonen. Zo lag het voor de hand dat Cobie het postkantoor vaarwel zei en twee jaar geleden de heer P.B. Weeda kwam helpen bij het bemannen van het post agentschap annex Heineken kas. "Aanvankelijk dacht ik dat het wel erg rustig zou zijn, maar dat is erg meegevallen", vertelt zij. "In het begin hadden we zo'n honderd han delingen per maand. Nu hebben we op rustige dagen, zoals de maandag en dinsdag, circa 150 handelingen per dag, terwijl donderdags en vrij dags wel vijfhonderd handelingen verricht worden" Net als bij een gewoon postkantoor worden staten bijgehouden waarop elke cheque, postwissel en storting vermeld staat. Elke klant krijgt daar toe een stempel op zijn cheque, dat correspondeert met het nummer van de staat. Per dag worden de staten opgestuurd naar het hoofdpostkan toor in Leiden', waaronder dit post agentschap ressorteert, dat op zijn beurt het aantal handelingen vergoedt aan Heineken. Het postagentschap is 'neutraal', dat wil zeggen dat ieder een die voor het loket staat, of hij nu wel of niet bij Heineken werkt, wordt geholpen. Het is te vergelijken met een agentschap in een sigarenzaak. De aard van de te verrichten werk zaamheden komt dan ook vrijwel overeen met hetgeen in een groot postkantoor gebeurt. Slechts voor het verstrekken van een kentekenbewijs of het opgeven van een telegram kan men niet in Zoeterwoude terecht. "Op een groot postkantoor is het soms wel iets afwisselender, maar daar staat tegenover dat hier de klan tenkring veel gezelliger is. Je kent bijna iedereen van gezicht; je weet al leen niet op welke afdeling ze werken". Dat euvel is echter snel verholpen wanneer iemand met bij voorbeeld een declaratie bij de kas komt, want daar staat dan de paraaf van de afdelingschef op. We helpen elkaar Men werkt met een weekdienst. De ene week heeft Cobie kasdienst en zit de heer Weeda achter het postloket, de andere week zijn de rollen om gedraaid. "Toen ik hier pas kwam werken, was dat wel even wennen", zegt Cobie. "Want het is natuurlijk'niet zo dat als een van ons even weg is, ook de men sen niet worden geholpen. Dat houdt echter in dat je met eikaars kas moet werken. Bij een postkantoor gebeurt dat beslist niet. Maar hier wel en dat kan omdat we vertrouwen in elkaar hebben. Het verschil in kas- of post dienst komt 's middags om vier uur tot uiting bij het opmaken en afsluiten van de 'eigen' kas. Maar ook hierbij helpen de twee kas/postkantoorme dewerkers elkaar wanneer de een wat meer werk heeft te doen dan de ander. "Het is erg belangrijk dat wij vertrouwen in elkaar stellen en het goed met elkaar kunnen vinden", meent Cobie. "Je zit immers de hele dag bij elkaar in één kamer en die ruimte kunnen we niet zomaar even verlaten om ergens anders een praatje te gaan maken". Mocht u een keer voor een gesloten loket komen, dan is het niet zo dat beiden toevallig een vrije dag heb ben opgenomen. Eenmaal in de drie maanden komt namelijk onverwacht het hoofd loket-dienst uit Leiden om de kas op te maken en alles te contro leren. Ambtenaar Dat beiden niet zomaar gezellig in een andere kamer een bezoekje kun nen afleggen, betekent niet dat zij de gehele dag verstoken zijn van con 19 versatie. "Wij hebben echt een vaste klantenkring. Sommigen komen meerdere malen per dag. Van te vo ren weet je dan al dat hij om een be paalde postzegel gaat vragen of om een cent uit 1981 of dat hij weer een brief voor Griekenland komt bren gen. Het eerste komt erg vaak voor. Er zijn bij Heineken veel postzegel verzamelaars die even komen infor meren of er soms een zegel is met een misdruk, een kantstukje of, een nummer achterop. Als je dan een paar keer dezelfde vraag hebt gehad, ga je hier vanzelf op letten. En natuurlijk waren er onlangs veel ge gadigden om een oud briefje van honderd voor een nieuw om te wisselen. De meesten blijven dan meteen even met je praten. Mensen kunnen ook wel eens niet zo aardig reageren, je bent dan direct een 'amb tenaar', als iets niet kan. Maar ze ver geten dat wij die regels ook niet heb ben bedacht en ons strikt aan de voor schriften van de P.T.T. dienen te houden. Gelukkig heb ik in die jaren dat ik in het postkantoor werkte, een groot incasseringsvermogen gekre gen, dus dat trek ik me niet zo aan". Zal ik hem klein maken? Het is beslist geen saaie boel bij de post/kas-afdeling. Integendeel. Elke dag gebeurt er wel iets nieuws. Zoals de persoon die een tuinstoel naar Suriname wilde verzenden. Eerst moet nagekeken worden of dat wel mag en zo ja, hoe het ding dan ver pakt dient te worden. Het kan ook voorkomen dat u hon derd gulden komt halen en dat de lo kettiste vraagt 'zal ik hem klein maken?'. "Als wij diegene goed kennen en hij antwoordt bevestigend, scheuren wij bet honderdje wel eens klein. Maar daar hebben we natuur lijk ons zelf mee want naderhand moet het ding/ weer helemaal geplakt worden, afgeschreven worden en naar het postkantoor in Leiden wor den gestuurd. Deze zendt het dan naar de Nederlandsche Bank. Daar wordt het vernietigd, opdat er mooi en nieuw geld in omloop blijft. Maar gelachen hebben we dan wel als je die verbaasde gezichten ziet!" Inmiillli V f r.v t u jr 4 M M N M MMé kV jT.V. I

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1981 | | pagina 19