J BITTER
VAN STAMBOOMONDERZOEK
Geïnspireerd door een artikel in een
tijdschrift is de heer J. Bitter, kantine
beheerder te Zoeterwoude, acht jaar
geleden begonnen met stamboomon
derzoek, met een mooi woord: genea
logie. Stamboomonderzoek is een acti
viteit waar iedereen zich mee bezig
kan houden. Het is niet moeilijk, het
vereist geen voorkennis, de factoren
doorzettingsvermogen en geluk spelen
echter wel een rol. Met de aanwijzingen
uit het tijdschriftartikel is de heer Bit
ter indertijd aan de slag gegaan. In het
onderstaande artikel willen wij u laten
zien hoe de heer Bitter zijn onderzoek
heeft aangepakt en waartoe dit kan
leiden.
Burgerlijke stand
Tot vijftig jaar terug is het verzamelen
van gegevens omtrent je voorouders
geen enkel probleem. De geboorte
plaats van ouders en grootouders is
meestal wel bekend. Zittend in een luie
stoel kan men brieven schrijven naar
de betreffende gemeenten om afschrif
ten aan te vragen van de gegevens uit
de burgerlijke stand. De burgerlijke
stand is niet voor het publiek toeganke
lijk. Voor deze eerste fase heeft de heer
Bitter één hele avond brieven zitten
schrijven en binnen afzienbare tijd de
gevraagde afschriften ontvangen. Te
genwoordig zal het enige tijd duren
voordat men de afschriften ontvangt
aangezien het onderzoeken van stam
bomen de laatste tijd aan populariteit
wint. Volgens de archiefwet van 1956 is
de gemeente echter wel verplicht de
gegevens te verstrekken.
Na ongeveer vijftig jaar (dit verschilt
per gemeente) worden de gegevens
uit de burgerlijke stand overgebracht
naar het gemeente-archief, dat wel
voor iedereen toegankelijk is. Voor het
napluizen van eerdere generaties zal
men dus nu zelf in actie moeten komen,
wat natuurlijk veel boeiender is.
Napoleon
Omstreeks 1800 is in Nederland door
Napoleon de burgerlijke stand inge
voerd. Sinds die tijd zijn gegevens om
trent geboorte, huwelijk en overlijden
van onze voorouders geregistreerd.
De aktes worden per gemeente in een
boek verzameld. Als je nu hun woon
plaats weet, kun je in het gemeente
archief de gegevens opzoeken. Is de
woonplaats niet bekend, dan kun je je
toevlucht nemen tot het bevolkings
register, waarin staat geregistreerd wie
in welke gemeente woont of gewoond
heeft. Tot ±1800 moet het dus voor
iedereen mogelijk zijn zijn voorouders
op te sporen. Maar dan?
Kerkboeken
Eind 18e eeuw waren de meeste men
sen nog wel aangesloten bij een kerk.
De kerk houdt al eeuwen een archief
bij van haar leden. Deze gegevens wor
den bijgehouden in kerkboeken, de zo
genaamde D.T.B. (doop, trouw, be
graaf) boeken. Natuurlijk zitten hier
weer andere gegevens in dan in de bur
gerlijke stand. Voor de kerk is niet de
geboortedatum van belang, maar de
dag van doop. Hetzelfde geldt voor
sterven en begraven. Het is wel zaak
vanaf het begin van het onderzoek bij te
houden bij welke kerk een familietak is
aangesloten. Het vinden van de woon
plaats van verre voorouders valt in de
praktijk wel mee, aangezien vroeger
veel minder verhuisd werd dan tegen
woordig. Het kon wel zijn dat men
trouwde met iemand uit een andere
gemeente maar deze was dan meestal
niet ver van de eigen gemeente. Dat
neemt niet weg dat het een enorm
werk is al deze gemeenten af te reizen
en dagenlang in gemeente- of kerk
archieven te zitten graven. Voor Bitter
voerde de reis zelfs naar Duitsland waar
de Bitters oorspronkelijk vandaan ko
men. In Duitsland zijn niet zoals in Ne
derland de kerkarchieven openbaar.
Je bent daar afhankelijk van de kerkbe-
heerder. Bij de ene kom je er niet in,
bij de ander krijg je de beschikking over
de bibliotheek met een pot koffie naast
je-
In deze fase is het heel goed mogelijk
dat je een hele dag in een archief door
brengt zonder iets te vinden of dat een
lijn gewoon doodloopt. Met behulp van
de burgerlijke stand en de kerkboeken
heeft de heer Bitter de Bitter-tak tot
1440 terug kunnen volgen. Het toeval
wil dat oerovergrootvader Bitter een
bierbrouwer was, een huisbrouwer die
officieel ingeschreven stond als 'slaap
stee-en logementhouder'.
10