H.van Leuven één uit; duizend Geen vrije tijd Bierbezorging Bij tal van evenementen is de Heine- ken of Amstel spanwagen aanwezig. De vier prachtige paarden, twee vossen en twee schimmels, oogsten veler bewon dering. Toch komt er heel wat voor kijken om de paarden zo goed in condi tie te houden. Iemand die daar nauw bij betrokken is, is de heer H. van Leuven, een van de drie koetsiers, die behoren tot de afdeling reclame service. Teza men met zijn collega's verzorgt hij de paarden in de stallen aan de Amster damse Quellijnstraat. "De meeste men sen binnen het bedrijf beseffen niet wat wij hier allemaal moeten doen. Die zien alleen maar dat je 's zomers heerlijk in het zonnetje op de bok van de koets of de spanwagen zit. Maar het zijn geen auto's die je naar believen uit de garage kunt halen om er even mee te rijden, maar levende wezens, die verzorgd dienen te worden. Dat betekent dat die gene die een week staldienst heeft, 's morgens om half acht begint. De andere twee komen dan een half uur later. Paarden voeren, boxen uitmes ten, paarden wassen en alles in gereed heid brengen voor onze dagelijkse tocht door de stad. Elke dag rijden wij van tien tot twaalf uur onze vaste route met een span. Het andere span is dan van twee tot drie uur aan de beurt. Als we terugzijn, moet al het tuig gepoetst worden. Een heel werk, omdat het helemaal met koper versierd is, dat elke dag een poetsbeurt nodig heeft. In de stad rijden is vaak erg moeilijk. Vooral als je een stel ongeduldige automobi listen achter je hebt, die je te traag vinden. Aanrijdingen komen zelden voor. Als het toch gebeurt, is het meest al de schuld van een onoplettende chauffeur die niet bemerkt dat je remt. Het is ook moeilijk te zien, omdat een koets nu eenmaal geen remlichten heeft. Als je op een plaats gaat staan waar veel toeristen komen, bijvoor beeld bij een museum, word je heel wat gefotografeerd". Deze ritten door de stad zijn voorname lijk bedoeld om de paarden in bewe ging te houden, al is de reclame natuur lijk ook een belangrijk aspect. Daaren tegen is de aanwezigheid bij evene menten zuiver gewenst met het oog op reclame-doeleinden. Ook dit is meer dan alleen gezellig een dagje uit. 's Morgens om vijf uur vangt dan het hele procédé van voeren, uitmesten, wassen al aan. Na op de plaats van be stemming te zijn aangekomen (de paar den per veewagen en de koets of span wagen op een aanhanger) begint het wassen van de paarden en het poetsen van het tuig opnieuw. "Die evenemen ten zijn vaak erg leuk", vertelt de heer Van Leuven. "Een tijdje geleden was er in Zutphen een Britse week. Toen moesten wij de burgemeester en de le den van de Engelse ambassade rond rijden in de koets. Maar er zijn ook wel evenementen, waar nauwelijks publiek is. Dan heeft het weinig zin rondjes te rijden, zodat wij alles maar weer uitspannen en naar Amsterdam teruggaan. Al met al heeft het je echter wel je hele zondag ge kost". De meeste evenementen spelen zich namelijk af in het weekend. De drie koetsiers gaan mee, zodat er voor hen weinig vrije weekends in de zomer zijn, want als er geen evenement is heeft elke koetsier eens in de drie weken weekend-dienst, "'s Morgens om acht uur en 's middags om drie uur moeten de paarden worden gevoerd. Afgelopen winter, toen het zo glad was, was het helemaal erg. Met de auto was nauwelijks te rijden en ook de bussen reden niet meer, zodat ik van Osdorp ben komen lopen. Want ja, die beesten moeten toch eten. Het gebeurt natuurlijk ook wel dat een paard ziek is. Dan blijf je 's avonds of het hele weekend bij hem. Wij hebben wel een vaste arts, maar meestal kun nen wij zelf wel het een en ander verhel pen. Gaat dat niet, dan halen wij de dokter erbij. Ook aan kreupelheid kun nen wij zelf wel iets doen. Je moet er toch wel veel van afweten, want als een paard onderweg een hoefijzer verliest, kun je hem niet zo verder laten lopen". Na ongeveer 17 werkdagen krijgen Gé, Robbie, Han en Freddy nieuwe ijzers. Hiertoe komt speciaal de smid uit Kwa- dijk. Omdat de paarden vrijwel uitslui tend op harde wegen lopen, slijten de ijzers snel. "De paarden worden koud beslagen en afgekapt, dus niet in het gebruikelijke vuur. Dat is hier veel te gevaarlijk met al dat hooi en stro in de stallen. Bij warm beslag passen de ijzers beter, maar wij kunnen nu een maal niet elke keer naar Kwadijk. Door die vele weekend-diensten heb ik ei genlijk geen tijd voor hobby's. Ik heb wel een groentetuin, maar als wij een aantal weken achter elkaar zaterdags en zondags gewerkt hebben, komt er ook niet veel van de verzorging van de tuin terecht. Die laat ik er dan maar bij staan, zoals hij is". De leukste tijd heeft de heer Van Leuven gehad toen hij nog met de paarden bier bezorgde in de stad. In 1959 is hij begonnen bij de Amstel brouwerij, als bijrijder op de vracht wagen. Toen er iemand gevraagd werd voor de stallen, veranderde hij vlug van werk. "Eerst was ik reservekoetsier, later definitief koetsier. Zo n tien jaar lang heb ik die bierbezorging met paar den gedaan. Dit was erg plezierig werk, want je had veel contact met mensen. Wij hadden toen nog houten vaten met een inhoud van 50 liter. Maar als het had geregend, zogen ze water op en wogen ze aanmerkelijk meer. Na de fu sie van Amstel en Heineken was het af gelopen met dat werk. Bij Heineken hadden zij ook wel paarden, maar al leen uit reclame-oogpunt. Nog een paar jaar heb ik toen met mijn twee Belgen kunnen rijden. Dat zijn zulke lieve paar den. Eentje zal ik nooit vergeten: 'Jan', die woog maar liefst 1100 kg." De heer Van Leuven heeft er nooit spijt van gehad van de vrachtwagens over gestapt te zijn op de paarden. "Ik voel de toen, en nu nog steeds, veel meer voor paarden dan voor auto's. Een auto is maar een dood ding. Ik heb erzelf wel een, maar het bezitten van een auto doet mij niets. Met de paarden kun je echt wel eens lachen. Op hun manier willen zij met je spelen en halen de grootst mogelijke boevenstreken uit. Zoals 's zomers, wanneer zij de drie weken, als wij op vakantie zijn, in de wei van onze hoefsmid mogen lopen. Dan duwen zij elkaar in de sloot of doen andere gekke dingen, uitgelaten als ze zijn". Voorlopig is het echter nog niet zover: voor de koetsiers en voor Han, Gé, Robbie en Freddy staat er nog een hele winter en een hoop werk voor de deur.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1980 | | pagina 9