"Traditioneel", "klassiek", noemden we in een vorige editie de wijnen van Chateau d'Aiguilhe. Wijnen dus, die tijd nodig hebben om op fles te rijpen, die het waard zijn om te bewaren omdat ze pas veel later hun verborgen eigenschappen zullen ontplooien. Eigenschappen die niet bij het bottelen werden uitgefilterd zoals, helaas, maar al te vaak gebeurt. "Tzfeftgi CHATEAU D'AIGUILHE 2 Toen er in enkele flessen 1975er d'Ai guilhe wat depot (droesem) werd aan getroffen, begon de alarmbel te rinke len - depot in (rode) wijn dat mag en kan toch niet. Terug naar de leverancier daarmee. Verwonderd en eigenlijk ook wel laconiek ontvingen we daarop een brief van een officieel laboratorium in Libourne, uit een land waar de wijn nog goed is, die we hierbij -vertaald- afdruk ken: "De heer Sztark heeft ons de monsters toevertrouwd van de oogst 1975 die u aan hem had teruggezonden. Na onderzoek blijkt, dat deze wijn geen enkele analytische of organoleptische afwijking vertoont, in tegendeel, de rijkdom van deze oogst is er de oor zaak van dat de onoplosbare delen van de kleurstof een depot vormen. Enerzijds is het depot zeer gering, men zou het d.m.v. centrifugeren kunnen af scheiden. Anderzijds zal het moeilijk blijken te zijn, aangezien wij te doen hebben met een "grand millésime", een volledige stabilisatie te garanderen bij een "vindication et un élevage tradi- tionnel(d.w.z. traditionele vinificatie en verzorging op fust). Deze methoden behoeven niet opnieuw ter sprake te worden gebracht, maar wijn is een levende materie, die men niet kan beletten zich volledig te uiten. Filtratie zou een modern middel kunnen zijn ter verbetering van de sta biliteit. Garantie voor een absolute sta biliteit kan in geen enkel geval gegeven worden. Zelfs wanneer wij over de technische mogelijkheden zouden be- Piëteit voor oude stokken schikken om het te garanderen, dan zouden wij genoodzaakt zijn bij toe passing geen rekening meer met de kwaliteit van de geproduceerde wijn te houden." Het. kasteel Hebt u ooit wel eens gehoord van Saint- Jacques-de-Compostelle, het ook he den nog meest bezochte bedevaartoord in Spanje; of anders van de orde der Tempelieren? Welnu, in de twaalfde eeuw ontstond de orde "Les Chevaliers du Temple", die zich tot doel had ge steld de tempel in het heilige land te gaan herbouwen. Het was een religi eus-militante formatie van extreem rijke lieden die her en der hun nederzettin gen hadden. Eén daarvan was de van kolossaal dikke muren geconstrueerde burcht d'Aiguilhe. Voor de naar Saint- Jacques-de Compostelle trekkende pelgrims fungeerde hij als rustpunt en schuilplaats. Men moet zich indenken dat de wegen in die tijden niet verhard waren en onveilig, de pelgrims gingen moeizaam voort, zongen hun liederen en zegden hun gebeden, 's Avonds aan gekomen moesten ze vuil en vermoeid de heuvel opklimmen naar de bescher ming biedende vesting en dan de vol gende dag in de wijngaard werken om kost en inwoning te betalen. Vandaag de dag is het al geen sinecure om op een warme dag deze trip te volbrengen, laat staan toen. In 1461 komt het kasteel in bezit van de vorstelijke familie d'Albret en wordt re sidentie. Daarna dient het vanaf 1491 als buitenverblijf voor de burgemeester van Bordeaux, Berthoumieu Dieusayde, en later in 1573 van de Leberthons - be kend als parlementariërs. Rondom het kasteel, zoals meestal het geval, ont staat een woongemeenschap, uitge groeid in onze dagen tot het charmante plaatsje St.-Philippe d'Aiguilhe met 370 inwoners. Het ligt op een heuvel 123 meter hoog, waar men vanaf de water toren een schitterend uitzicht heeft over de omgeving en op heldere dagen tot 50 kilometer ver kan zien. Op de balustrade staat aangegeven waarnaar men kijkt, vertrouwde namen als Bergerac, Saint-Emilion, Castillon, Saint-Michel de Montaigne. Van het oorspronkelijke kasteel is slechts een ruïne over, de dikke muren Uitgebreide informatie op monsterflessen 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1980 | | pagina 16