één uit;
1 duizend
vV. W.M.
Als je het met vele planten ingerichte
domein van mevrouw W.M. Westra bin
nenkomt, de afdeling gaschromatogra-
fie van het centraal laboratorium te
Zoeterwoude, is zij bedrijvig bezig de
inhoud van een paar bierflesjes over te
gieten in een roestvrijstalen fles, rea
geerbuisjes te schudden en de uitslag
van een test middels een uit de gas-
chromatograaf rollend papier af te
lezen.
Deze werkzaamheden vinden gewoon
doorgang tijdens het praten, want even
stilzitten is er vrijwel niet bij. Op een
leek maakt het een indrukwekkende en
vrij onbegrijpelijke indruk. Voor me
vrouw Westra, die dit werk al 22 jaar
doet, is het echter de dagelijkse rou
tine. Hoewel, van routine is slechts
sprake bij de aard van het werk en niet
bij de resultaten van de onderzoekin
gen.
"Je staat steeds voor verrassingen",
vertelt zij. "Op deze afdelingen komen
namelijk verzoeken binnen bepaalde
geurstoffen uit een produkt te onder
zoeken. Een mens proeft namelijk maar
vier smaken: zuur, zoet, zout en bitter.
De overige 'smaken' proef je niet maar
ruik je alleen. Door warmte komen stof
fen in de neus en resulteren in het idee
dat je ze ook proeft. In feite is dat niet
zo. Bier (en dat geldt voor elk produkt)
is samengesteld uit een heleboel geur-
componenten. Elke component heeft
een 'geurdrempel', dat wil zeggen dat
een stof tot een bepaalde hoeveelheid
in een produkt aanwezig kan zijn voor
dat de aanwezigheid ervan merkbaar
wordt. Overschrijd je die drempel, dan
ruikt men het. Als stoffen een hoge
geurdrempel hebben betekent dat, dat
zij zelfs bij een grote concentratie nog
niet merkbaar zijn".
Bijna een loodgieter
Eerst worden alle componenten door
scheikundige handelingen uit het pro
dukt gehaald. Daarna worden ze ge
wassen, opgelost en weer gewassen,
totdat er een concentraat overblijft
van de te onderzoeken stof. Met een
injectiespuit wordt de vloeistof in een
gaschromatograaf (een soort che
mische neus) ingebracht. Gassnelheid
en temperatuur blijven constant, terwijl
de machine op een papier (het chro-
matogram) een grafiek tekent. Een piek
geeft elke stof in het produkt aan. Wan
neer nu blijkt dat er onbekende stoffen
in het produkt zitten die daarin niet
aanwezig behoren te zijn, volgt een
reeks van onderzoekingen. Allereerst
wordt de stof nog op een andere kolom
onderzocht. Een kolom is een spiraal
vormige buis in de gaschromatograaf
die vloeistoffen of gassen kan geleiden.
Voor mevrouw Westra leidt dat weer tot
andere werkzaamheden.
"Zo'n kolom, met een doorsnee van bij
voorbeeld 0,5 millimeter, moet aan el
kaar gelast worden en gasdicht ver
bonden worden met het apparaat. Ook
moeten er piepkleine kegeltjes aange
zet worden. Ik doe dus niet alleen het
chemische werk maar ook een soort
loodgietersarbeid. Je moet niet bang
zijn een sleutel in je handen te nemen
om leidingen aan te leggen. Dat is een
proces waar je vanzelf ingroeit. Toen ik
veertien jaar op een andere afdeling in
Rotterdam had gewerkt en mij alleen
bezig had gehouden met chemisch
werk, ging mijn baas met pensioen, zo
dat ik er alleen voorstond. In tien dagen
legde hij uit hoe alle apparaten in el
kaar zaten en behoorden te werken.
Maar ja, na die tien dagen traden aller
lei storingen op. Dan begin je te sleu
telen. Net zo lang tot je de machines
van binnen en van buiten kent. Zo leer
je steeds meer en nu draai ik mijn hand
er niet meer voorom".
Voldoening
Mevrouw Westra neemt niet zelf het
initiatief produkten te onderzoeken
maar krijgt daartoe een verzoek, zodra
men denkt dat er iets inzit, wat er niet
in thuishoort. Ook het wateronderzoek
speelt een belangrijke rol.
Om nu te bepalen waar de geurdrempel
van diverse stoffen die in bier horen
ligt, worden smaaktests gehouden. Na
een goede training krijgt het panel bier
voorgezet. Herkennen zij een bepaalde
stof, dan wordt die stof in een kleinere
hoeveelheid toegevoegd. Soms zelfs tot
een honderdste microgram per liter.
Om te illustreren hoe moeilijk het is,
associaties te leggen met geuren, laat
zij diverse flesjes ruiken. Zo passeren
de lucht van boterballetjes, koude ge
kookte aardappel, Oost-Indische kers
en komkommer de revue.
Juist door de verrassingen waar zij voor
komt te staan, vindt mevrouw Westra
het nog steeds een boeiend beroep.
"Het grote voordeel van dit werk vind ik
dat je je nieuwsgierigheid elke keer
kunt bevredigen. Wij hebben bijvoor
beeld een paar jaar geleden een
methode uitgevonden om veroudering
van bier aan te tonen. Een Amerikaans
tijdschrift heeft ons artikel gepubli
ceerd over deze methode, waar wij veel
response op kregen. Zoiets geeft je veel
voldoening, na een onderzoek van
jaren. Weet je het eenmaal, dan wordt
het een soort routine. Wat niet betekent
dat het ook allemaal gemakkelijk gaat."
Uiteraard gelden voor de laboratorium
medewerkers dezelfde kantoor- en
lunchtijden als voor iedereen. Het is
echter niet altijd mogelijk hieraan de
hand te houden. "Als je met een inte
ressant onderzoek bezig bent of met
een spoedmonster dat niet tot de vol
gende dag kan wachten, moet je het
eerst afmaken zodat het wel laat kan
worden. Om nog maar niet te spreken
van het effect dat een electriciteits
storing heeft op de gaschromatografen.
Niet alleen vallen alle apparaten uit
door de daling in temperatuur, zodat
het weer uren duurt voor zij gebruikt
kunnen worden, maar ook kan het op
heffen van de electriciteitsstoring voor
problemen zorgen. De machines slaan
dan allemaal tegelijk aan, waardoor
de stoppen doorslaan. Als dat aan het
einde van de week gebeurt, word ik ge
waarschuwd om in het weekend de ap
paraten een voor een weer aan te zet
ten.
Het is typisch werk dat je nooit loslaat.
Voortdurend blijf je jezelf afvragen
waarom iets wel of juist niet gebeurt.
Zolang je ermee bezig bent wordt je
nieuwsgierigheid steeds meer gewekt.
Doordat de apparaten en technieken
verfijnder worden, kun je ook kleinere
hoeveelheden van een stof bepalen.
Daardoor kom je wel meer aan de weet
maar word je ook weer met nieuwe pro
blemen geconfronteerd."
Al leidt dit werk, waarvoor je een goede
neus moet hebben, tot vreemde con
clusies betreffende geurstoffen in pro
dukten, dat betekent nog niet dat me
vrouw Westra nu niets meer eet of
drinkt. "Ik ben natuurlijk heel kritisch,
misschien wel te. Maar dat heeft vol
gens mij minder met je werk dan met
je aanleg te maken. Mijn moeder bij
voorbeeld herkent ook ieder geurtje.
Op een warme dag smaakt een pilsje
mij echter best!"
18