zou hier in Attica toch wel een alge
meen gezien en populair persoon zijn.
Natuurlijk, dat mocht je verwachten.
Het gezicht van de conducteur werd
een groot vraagteken. Of ik had de
klemtoon weer eens verkeerd gelegd
(maar nee, op de derde lettergreep van
achteren), of de conducteur had op
school altijd onvoldoende gehad voor
vaderlandse geschiedenis. Hoeveel jon
gelieden in Nederland weten nog iets
af van Tromp en De Ruyter, toch ook in
hun tijd prima militairen?
Ik besloot mijn vraag te herhalen.
"Marathoon Miltiades?" en onder
streepte dit rekest met enige boksbe-
wegingen om een sfeer van strijd op te
roepen, een primitieve uitbeelding van
de beroemde slag. Als de vent het nu
nog niet begreep....
Helaas, de vent begreep het niet. Mis
schien dacht hij een ogenblik dat ik het
op zijn geldtas gemunt had. In elk geval
vermocht hij het hem voorgelegde pro
bleem niet op te lossen en hij wendde
zich voor advies tot de overige inwo
ners van de bus door, boven al het la
waai uit, enige woorden de oververhitte
ruimte in te slingeren.
De gesprekken betreffende de relaties
met ooms en tantes kwamen tot stil
stand. Men keek elkander peinzend
aan. Zelfs een verliefd jong stelletje ver
gat een ogenblik zich in eikaars ogen te
verdrinken, kwam met zijn gedachten
op aarde terug om zich in de komende
beraadslagingen te gaan mengen.
Naar de uitvoerige woordenstromen te
oordelen werd het ter tafel gebrachte
vraagstuk in al zijn facetten ontleed. Na
deze analyse kwam ten slotte de syn
these, die door een der ouderen als een
tweede Nestor knap werd verwoord in
een conclusie, die als de mening der
vergadering aan de conducteur werd
overgebracht. Deze knikte, wendde
zich tot mij en beduidde mij met krach
tige gebaren dat ik moest blijven zitten
en maar te betalen had. Kosten dezes
twaalf en een halve drachmai.
Ondertussen waren wij al heel wat kilo
meters opgeschoten, de wat nuchtere
buitenwijken van Athene hadden
plaatsgemaakt voor saai aandoende
dorpen, maar daar tussendoor kreeg je
langzamerhand het idee van landschap,
wat ten slotte echt landschap werd met
bergen op de achtergrond en zacht gol
vend, groen land ter weerszijden van de
weg.
Toen ik eindelijk de zee ontdekte werd
ik weer ongerust, en gaf enige armsei-
nen aan de conducteur. Deze gebaarde
mij gebiedend terug in mijn zetel; hij,
de hogepriester van deze zonnewagen,
zou mij wel vertellen waar ik mij in de
slag bij Marathon zou moeten storten.
Dat grote ogenblik kwam. De bus stop
te, de conducteur- sprak "Marathon
Lymnos" of woorden van gelijke strek
king, de hele bevolking keek mij door
dringend aan en ik voelde dat ik moest
gaan, dat ik de bak-oven binnen moest
verwisselen met de braadpan buiten.
Oh, die ogen, aanmoedigend en toch
manend. Ze hadden toch niet voor niets
mijn probleem opgelost? Eruit met die
vent.
Ik werd als 't ware met vereende hyp
notische krachten ter plaatse de bus
uitgetrapt, die er toen als de weerlicht
van doorging om niet te hoeven zien
hoe ik, op die kookplaat van een weg,
als een vetvlek in het platte vlak zou
verdwijnen.
Behalve de alom tegenwoordige hitte
aan boord, alsmede een conducteur, en
zodra had het ding zich knorrend en
brommend aangegord tot de race naar
Marathon (ruim 42 kilometer, dat is be
kend) of een stroom warme lucht door
de open ramen verwekte het idee van
koelte. Direct week de verlamming van
de Griekse tongen, de gesprekstof
werd hervonden en het debat alge
meen. Waarschijnlijk werden familie
relaties opgerakeld, want ik geloof dat
die in Hellas, naast de politiek, de na
tionale tijdpassering zijn. Trouwens,
waar niet?
Wij hobbelden voorwaarts, de conduc
teur begon zijn collecte-gang en ik be
dacht met bezorgdheid dat het niet ze
ker was of ik wel in de goede bus zat.
Je kunt naar het stuwmeer van Mara
thon, naar het dorp Marathon en naar
het slagveld van Marathon, dat vlak aan
zee ligt, en die drie bestemmingen lig
gen een aardig eind uit elkaar.
Toen de conducteur zich tot mij wend
de voor mijn penningske besloot ik een
uiterste poging tot opheldering te wa
gen en de taalbarrière te doorbreken.
"Marathooon?", vroeg ik in mijn zange
rigste Grieks.
De conducteur knikte hoffelijk, want
woorden, dat begreep hij wel, waren
aan deze "barbaar", aan deze niet-
Griek volkomen verspild. En het was al
warm genoeg, zeker met dat kaartjes
apparaat voor je buik.
Na aldus het probleem algemeen ge
steld te hebben, wilde ik het in omvang
beperken en tot de kern doordringen.
Het slagveld, maar hoe?
"Marathoon, Miltiades?" sprak ik waar
dig en op vragende toon. Ik vond dat
nogal slim van mijzelf, want Miltiades,
de Griekse commandant bij Marathon,