deerde "links uit de flank", blies de
aanval en voerde mijn kleine keurtroep
aan in een laatste stormloop tegen de
zich fel verzettende zon. Ik won, en be
reikte na een paar honderd meter gloei
hitte en het verlies van tal van liters
zweet de veilige schaduw.
Het was een eenvoudig boeren-café.
Voor het huis, onder een rieten afdak,
zaten rustige mannen, bezig de zon
dagmiddag te verteren met het luiste
ren naar de verhalen van een eenar
mige grijsaard, misschien wel een vete
raan van Miltiades.
Binnen - maar alle ramen en deuren
stonden wijd open - zaten vier vrouwen
te kaarten. Af en toe vlamde een razend
snel debat op als een spelletje uit was.
Het meubilair was eenvoudig, simpele
houten tafeltjes en dito stoelen met
rieten zittingen.
De schaduw was een weldaad, maar ik
ontdekte daarnaast nog drie koele din
gen. Aan de muur een reclameplaat
voor AMSTEL BIER, voorstellend een
helder glas van die mij zo dierbare
drank met daarvoor gedrapeerd Hol
landse tulpen, achter in de gelagkamer
een electrische ijskast, geheel be
dauwd, en tenslotte de koele blik van de
waardin waarmee zij haar kinderen, de
bezoekers, de kippen in het hete zand
en de nieuwe gast monsterde.
Ik voelde mij meteen thuis, liet mij met
een zucht van opluchting neer op een
stoel, waarna ik mijn dorst begon te
verslaan en het geleden vochtverlies
aanvulde met de mij zo bekende lafenis.
Ik had mijn privé-slag bij Marathon ge
wonnen en ik liet verder de zee de zee.
Een beter "stekkie" dan dit zou ik toch
niet kunnen vinden. Ah, nog een flesje
Amstel uit de bedauwde ijskast, alstu
blieft.
Het is een bekend verhaal hoe, na af
loop van de echte slag bij Marathon, de
behaalde zege zo spoedig mogelijk aan
Athene moest worden gerapporteerd,
en dat dit communicatie probleem werd
opgelost door een hopliet. Die draafde,
bepakt en gezakt, naar de stad en, al
daar aangekomen, kon hij nog net met
zijn laatste adem rapporteren: "ver
heugt u, wij hebben overwonnen"
waarna hij van uitputting dood neerviel.
Het uur naderde dat ook ik terug moest
naar Athene in het voetspoor zo gezegd
van die dappere boodschapper. Verder
houdt hier elke vergelijking op. Want
aan wie moest ik mijn zege melden? Ik
was ook niet van plan te gaan lopen en
dood neer te vallen. Een comfortabele
bus vervoerde mij.
Toch, elke overwinning gaat gepaard
met verliezen: toen in het centrum 192
en op de flanken duizenden gesneu
velden, en ik miste bij terugkeer in
Athene mijn vulpen. Naar mijn stellige
overtuiging is die niet verloren gegaan
of gestolen, maar eenvoudig in de
damp verdwenen of opgelost in de
zweetdruppels, mij uitgeperst door de
zon van Marathon.
Troost voor dit verlies vond ik spoedig,
's avonds op een café-terras met Griek
se relaties, waar aan vele tafeltjes Am-
stel geserveerd werd. Een mooi gezicht,
dat mij ook weer herinnerde aan het
eenvoudige cafeetje bij Marathon. Ik
hief in gedachten mijn glas ter ere van
die oude Grieken, die daar een despotie
overwonnen hadden en ideeën van vrij
heid, democratie en van nog zoveel
meer gered. Proost, Marathon!
1) hopliet, een zwaarbewapende soldaat.
2) stele, een rechtop staande grafsteen, grafzuil.
Toelichting.
In die tijden, circa 500 v.C., was het Per
zische wereldrijk de grootste politieke
factor. Het werd bestuurd door konin
gen, absolute alleen-heersers.
Tweemaal heeft dit rijk getracht het in
vele staatjes versplinterde Griekenland
direct onder de voet te lopen. De eerste
keer onder koning Darius in 490 v.C.,
welke poging, zoals wij hebben gezien,
bij Marathon mislukte.
De tweede keer vond de aanval tien jaar
later plaats, in 480 v.C., onder koning
Xerxes. Ook deze aanval liep op een
grandioze mislukking uit, al was het
wel een tijd lang kantje boord.
In deze tweede Perzische oorlog valt de
beroemde verdediging van de pas Ther
mopylae, waar 300 Spartanen onder
hun koning Leonidas tot de laatste man
sneuvelden, "aan hun woord getrouw"
zoals het beroemde grafschrift meldt.
Het woord "barbaar", barbaros, bete
kent o.a. een vreemdeling, een niet-
Griek.
11