één uit;
uizend
Paul de Valk
Al tien jaar lang doorkruist Paulde Valk,
chauffeur van de Verenigde Dranken
handel Veraar te Amsterdam, In zijn
grote vrachtwagen onze hoofdstad.
Samen met zijn bijrijder levert hij dran
ken af in café's, restaurants, hotels,
cafétaria's en noem maar op. Om acht
uur 's morgens gaan ze op pad en als ze
's middags in de drankenhandel terug
komen, laden ze de wagen weer vol met
bestellingen voor de volgende dag.
Paul houdt van zijn werk: "Het leuke er
van is dat je overdag op de weg van
alles meemaakt: het is afwisselend en
je hebt een gevoel van vrijheid en zelf
standigheid. Eigenlijk ben je overdag
in de wagen je eigen baas, als het werk
maar gedaan wordt. Vooral als je een
leuke bijrijder hebt, kun je samen veel
lol hebben."
De bijrijders zijn een hoofdstuk apart.
Vooral met de uitzendkrachten die
's zomers als bijrijder komen werken
heeft Paul al heel wat te stellen gehad.
"Er waren erbij die waren na een kwar
tier al weer vertrokken. Velen hadden
geen flauw idee wat nu eigenlijk de taak
van de bijrijder is. Die dachten dat hij
alleen maar in het spiegeltje hoefde te
kijken en de chauffeur wakker moest
houden. Als ze hoorden dat ze moesten
meesjouwen door regen en wind waren
ze zo weer verdwenen. Soms doen we
tegenover zo'n nieuwe bijrijder net als
of ik het zoontje van de baas ben. Som
migen beginnen zich dan vreselijk voor
me uit te sloven. Wij liggen dan blauw
natuurlijk!"
Files
Behalve plezier geeft het werk ook wel
eens ergernis, vooral in een stad als
Amsterdam. "Welke wijk je ook hebt,
je moet altijd wel in oude buurten zijn
en je door nauwe straten heenwurmen.
Moeten we daar lossen, dan staat er in
een mum van tijd een enorme fileachter
je te toeteren. Soms zetten we zelf wel
eens een auto opzij, als we er niet door
kunnen. Van die ongeduldig toeterende
mensen word je natuurlijk erg zenuw
achtig en dan gaat het werk langzamer.
Als het dan ook nog agressieve mensen
zijn, die daar staan te wachten, komen
ze op een goed moment de auto uit. Het
ligt er dan aan hoe groot ze zijn, of we
ons door hen laten wegjagen. We heb
ben wel eens meegemaakt, dat we boos
iets naar een automobilist riepen. Komt
die kerel de auto uit, herkenden we een
bekende bokser in hem, een boom van
een vent! Nou, we wisten niet hoe gauw
we de auto in moesten komen en heb
ben nog snel alle raampjes dichtge
draaid. Ach, deze moeilijkheden heb je
overal in Amsterdam. Een chauffeur,
die vroeger bij ons werkte, heeft hierom
z'n ontslag genomen: die hadden ze
bijna achter z'n stuur vandaan getrok
ken, die jongen kreeg het op z'n zenu
wen."
Een ander nadeel om als vrachtwagen
chauffeur in een stad als Amsterdam te
werken, is volgens Paul Valk het gebrek
aan opslagruimte. "Haast overal heb
ben ze weinig opslagruimte. Dat be
tekent dat je alles zo hoog mogelijk
moet opstapelen of dat je soms door
kelders moet kruipen waar je zelf niet
in kunt staan, maar waar wel de kratten
in moeten. Dat is geen pretje!"
Vaste klanten
Paul Valk heeft in deze tien jaar zo lang
zamerhand alle wijken van Amsterdam
gehad. Zijn vaste wijk is nu: Amster
dam-West. "Je krijgt een band met je
klanten als je een vaste wijk hebt. Veel
klanten vragen ook uitdrukkelijk om
dezelfde chauffeur en bijrijder. Als je
binnenkomt, word je meestal als een
oude bekende verwelkomd.
Meestal is het bij je klanten gezellig!'
Natuurlijk gebeuren er ook wel eens
minder prettige dingen. Bijvoorbeeld
wanneer een klant niet wil betalen.
Het gebeurt wel dat Paul samen met
zijn bijrijder een hele kelder bevoorraad
heeft en deze, als de klant niet wil be
talen vervolgens weer helemaal leeg
moet halen om het hele zaakje weer
mee terug te nemen.
"Soms sta je in een kroeg op je geld te
wachten en doen ze net alsof ze je niet
begrijpen, draaien ze keiharde muziek
en dan is het wel eens gebeurd dat er
zo'n stuk of vijftien biljarters ineens
om je heen beginnen te draaien, nou,
dan voel je je niet zo lekker meer hoor!"
Een ander struikelblok op de wegen
van Paul Valk vormen wel eens de hon
den van zijn klanten. "Vooral als ze zo'n
grote bouvier hebben, dan verstijf ik
helemaal. M n bijrijder is wel eens
ergens, waar we iets moesten afleveren,
over een hek geklommen. Ik heb hem
nog nooit zo snel terug zien komen,
maar wel met een hond achter zich
aan!"
Feestdagen
De fijnste periode van het jaar om zijn
werk in te doen, vindt Paul de kersttijd.
"Die kun je vergelijken met een warme
zomermaand, ledereen loopt dan te
fluiten en is vrolijk. Men is echt tien
keer beter gehumeurd. De laatste da
gen voor de kerst hebben we 't natuur
lijk wel razend druk maar het is toch
prettig werken. Zelfs de automobilisten
zijn geduldiger. Ook in zo'n strenge
winter zoals in het afgelopen jaar is het
prettig werken. Van de winter hebben
we onze klanten leren kennen. Klanten
die normaal al aan de bel hingen als je
een kwartier te laat was, waren toen blij
als je nog kwam. Vaak stond er een kop
erwtensoep of iets anders warms op je
te wachten. De opdracht voor de chauf
feurs luidde: je bezorgt waar je kunt
komen, anders kom je terug. Er is ech
ter niemand teruggekomen en ook
heeft geen van ons een aanrijding ge
had."
Panne
Bij panne proberen de chauffeurs eerst
zelf of ze er iets aan kunnen doen en
als dat niet lukt, bellen ze naar de dran
kenhandel. Deze stuurt dan de tech
nische service dienst van de dranken
handel die de wagen weer repareert.
"Het is wel eens gebeurd dat de start
motor het niet deed," vertelt Paul.
"Iedere keer als ik er echter een tik op
gaf, liep die. Zou op een gegeven
moment mijn bijrijder het even doen.
Die geeft een lel en slaat een hele
brandstofpomp aan diggelen. Je kunt
er in sommige gevallen dus maar beter
zelf afblijven!"
Wat Paul bij zijn werk in Amsterdam na
tuurlijk meeheeft, is het feit dat hij zelf
een Amsterdammer is. "Als je klanten
vinden dat je een beetje te deftig praat,
of ze horen dat je uit een andere streek
van het land komt, gaan ze je al gauw
in de maling nemen. Je nadoen of grap
pen maken in de trant van: - Da's een
boer! Weet je dat ze van twee boeren
één mens maken? - Of ze zeggen: -
Och, geef die jongen vlug een glaasje
Hoppe, dan wordt ie tenminste weer
een beetje mens."
29