(D
TT
Q>
Q>
mam
3.
1. bloem, bloem
2. Wereld Kampioenschap, geleidelijke
ontwikkeling, titel, sterke drank, van
veel soorten, met algemene stemmen
3. stormvogel, wederkerig, sterke drank,
tijdperk, verlichting in een stad
4. lichaamsdeel, ovaal, boom, hoofddek
sel, zwaar overdreven, dierengeluid,
scheikundig element, plant
5. Europeaan, langzaam, titel, bunzing,
regeringsreglement, Frans kerstlied,
wie zonde begaan heeft, wilde haver,
dierentuin
6. transportonderneming, meubelstuk,
groet, klef, taaleigen, een zekere, vor
dering
7. verdienste, lijst van kandidaten, Rijks
Waterstaat, muzieknoot, motorren-
nenv vervelend, hemellichaam, vrou
wennaam uit de Bijbel, persoonlijk
voornaamwoord
8. Engels telwoord, traag, ijdel mens,
oppervlaktemaat, vogel, het jagen op
bepaalde hoenderachtige vogels
9. gezondheid, apparaat voor vervoer
van maaltijden, ijzerhoudende grond,
vrouwelijk dier, teruglopen van het
water, grotsalamander, bijwoord
10. bezoldigen, deel van de Bijbel, vreem
de titel, recht stuk water, let wel, een
zekere, Gemeentelijke Dienst, vlakte
maat, mengelwerk
11. wapen als ereteken, scheikundig ele
ment, ondernemingsraad, tijdsbepa
ling, kaartspel, niet rijp van geest,
oorsprong
12. opbergruimte, bal en hamerspel,
water in Brabant, van gelijke mening,
trekjurk, keizerrijk, priem, kleur
13. uitroep, mislukking, rivier in Frank
rijk, laatstleden, nimmer, steltvogel,
water in Utrecht, oude lengtemaat,
handel
14. boom, bewijs van lidmaatschap van
protestantse kerken, lijst waarop
ionen staan aangetekend, inlichting,
jongensnaam, ineenpassend stel
schalen e.d.
15. familielid, helder scherp geluid, riet
fluitje, oude lengtemaat, op de rand,
bediende, persoonlijk voornaam
woord
16. vlasbewerking, en anderen, middel
eeuwen, familielid, rivier in Italië,
knaagdier, dat is, knaagdier, keizer-
koninklijk, als boven, eekhoorn, ei
land in de Oostzee
17. luizeëi, uitroep, brok kermisversnape-
ring, slaghout, telwoord, drank,schei
kundig element, terug, larve
18. zonder stemming, bekend dal in
Duitsland, trajectkaart voor bepaald
aantal ritten, boom
19. wild zwijn, omlijsting, wie één oog
heeft, en anderen, ronde kaassoort,
buitenhaven, perceel
20. boomvrucht, inwendig orgaan, maal
steen, sneeuwhut, Eerste Kamer,
bond van samenwerkende staten
21. verwonding, tijdperk, waterin Utrecht,
soort bevruchting, rust, enkelvoudige
stof, raadsel, jongensnaam
22. maanstand, loopvogel, gedienstige,
genezen, natie, vreemde munt, één
tonig zingen
23. Bijbelse naam, mand, muzieknoot,
plaats in Zweden, plaats in Drente,
platvloers, ongebleekt, vreemde
24. leesteken, Noord-Brabant, honingbij,
telegraaf restant, noorderbreedte,
wild zwijn, hevig, elk, godheid, voor
zetsel
25. Toegepast Natuurwetenschappelijk
Onderzoek, loofboom, mestvocht,
kijken, ruw wrijvend voorbijgaan, be
zit van een boer, zevenstemmig mu
ziekstuk
26. eerwaarde heer, godheid, verering,
ter plaatse, vreemde munt, dun hout
uit 3 lagen, vogel
27. Europeaan, tor, slagader, eerste be
ginselen omvattend, voorzetsel,
brandverf, titel
28. oogdruppel, een zekere, zeesnel-
heidsmaat, dagtekening, godheid,
omlaag buigen, voegwoord, palingen
29. plaats in W-Duitsland, knokploeg,
langspeelplaat, erewapen, rangtel
woord, plaats in Rusland, hobby-blad
30. Nederlands auto-nummerbord, na
schrift, inlands medicijn, vierhandig
dier, teken, soort appel, produkt van
de kip (meervoud), munt, witvis
31. vloeibare massa, wilde haver, leer van
de beenderen, zoon, vereffenen,
UEdele, wier
32. gewicht, jong dier, rangschikken, af
stand van O-meridiaan in oostelijke
richting, wee, kunstprodukt, nog eens
33. winter doorbrengen, water in Oosten
rijk, zeefwerktuig, vreemde, gevolg
van overmatig drankgebruik, geheel
de Uwe, dun
34. vreemd, jongensnaam, ongelovige,
draagkracht van vervoermiddelen,
persoonlijk voornaamwoord, wal, per
soonlijk voornaamwoord
35. van dezelfde soort, beslissende om
mekeer, korenaren, vorderaar, gek
heid, troefkaart, vreemde lengtemaat
36. Nederduits, afwijzing van alle be
staande waarden, voorzetsel, geza
menlijk, dubbelkoolzuurzout, ver
voermiddel
37. druktoren van waterleiding, naald
boom met giftige bessen, soort on
derwijs, waarmee filmgevoeligheid
wordt aangegeven, bontsoort, uitroep
van pijn, uitroep van verbazing, schei
kundig element
38. met grote spoed, toespraak van paus
tot kardinalen, olievet, drukmeter,
godsdienst, titel
39. nooit meer, eiland in de Oostzee,
scheikundig element, afweermiddel
tegen slakken, tennisterm, predikant,
hij
40. Generale Staf, marsvaardig, schei
kundig element, ondanks, benaming
van de jongste stoker in steenbakke
rij, matroos
41. slotwoord, lariks, zeer veel, ver
dragen, smederij, laatstleden, vrucht
bare plaats
42. tijdperk, ongelegen, overgebleven lit
teken van knijpen, samenzweerder,
plaats in Brabant, sportgebeuren in
Drente
43. soort radijs, hevige storm, rijksgrond,
jammeren, fijn weefsel, gebak
44. lengtemaat, gebergte in België/
Frankrijk, gespierde nek, paarde-
kracht, loopvogel, berghoogte, adm.
troepen, Europeaan, laatstleden
45. Indonesische houtsoort, sneltrein,
ziekte door eenzijdige teelt van aard
appelen, zin
46. lage rivierstand, luiaard, zeer oud,
plaats in Zweden, terrein voor wed
strijden, ontzaglijk, aarden vaatwerk,
voorzetsel
47. trotse houding, gewicht, gemeen,
drank, drank, drietenige struisvogel,
franse aardpeer als groente, half
48. papperig slijk, morsig, sinaasappel
limonade, Russische heerser, schuld
vereffenen.