geven: *De gewijzigde maatschappelijke om standigheden, zoals de verhouding tussen jong en oud en de opvatting over gezag, positie en prestatie. De zeer snelle technische, technolo gische en economische ontwikke lingen, waardoor arbeidsomstandig heden van veel werknemers ingrij pend zijn veranderd en de eisen, die aan hen worden gesteld om in deze gewijzigde omstandigheden behoor lijk te functioneren, aanzienlijk zijn verzwaard. De achteruitgang in de ca paciteiten van de ouder wordende werknemer behoeft een al of niet aan gepast zijn nog niet in de weg testaan, mits de aan hem gestelde eisen wor den aangepast. Echter, techniek en economie, samen oorzaak van en voorwaarde voor de verhoging van de produktie, stellen hogere eisen, waaraan de ouder wor dende werknemer vaak niet kan vol doen. De wijzigingen in de vormgeving van de arbeid door toenemende mechani satie en automatisering heeft onder andere geleid tot veranderen van de functie-inhoud. Ook hier is de oudere werknemer door zijn geringe flexibili teit in een nadelige positie: het om gaan met computers en bestuurde processen vereist een andere metho de. Dat betekent in veel gevallen een te zware opgave. *Een ander in het oog springend ge volg is de vereenzaming in de werk situatie. Vereenzaming wil niet alleen zeggen dat de werknemer zelfstan digerzijn functie moet uitoefenen, het houdt evenzeer in dat hij in zijn dage lijkse werk nog maar weinig contact heeft met anderen. Dit wordt als zeer deprimerend ervaren met name onder ouderen, die in hun werk intensief sociaal contact gewend waren. Andere factoren die het verouderings proces kunnen beïnvloeden zijn ploe gen- en continudiensten, alsmede be zwarende werkomstandigheden, zo als stank, stof, hitte, koude en lawaai. Eén op de twee werknemers in de in dustrie in den lande heeft een be schadigd gehoor. Vermeld moet ook worden dat velen spoedig het maximum salaris in de C.A.O.-schalen hebben bereikt en geen ander uitzicht meer hebben dan een trendmatige loonsverhoging. Bovendien zijn promotiemogelijk heden in de C.A.O.-groepen nauwe lijks of niet aanwezig. Jongeren, met in het algemeen een betere opleiding, streven hen voorbij. De verouderingsproblematiek bij de hogere functiegroepen stemt gedeelte lijk overeen met de andere groepen. Toch zijn er duidelijke verschillen te constateren. Ploegendienst komt niet voor. De lichamelijke belasting is in het algemeen gering. Wel wordt een groter beroep gedaan op de geestelijke vaar digheden. Over het algemeen hebben deze werknemers een opleiding geno ten overeenkomstig de functie-eisen op het moment dat zij aan het arbeids proces gaan deelnemen. Hier geldt wel licht nog meer dan voor de lagere func ties, dat de verworven kennis sterk aan veroudering onderhevig is. Wanneer deze niet wordt bijgehouden leidt dit snel tot verminderde werkpres tatie, waardoor niet alleen betrokkene maar ook de naaste medewerker onder grote druk kunnen komen te staan. Ook komt een aantal aspecten van de taakuitvoering bij het verouderings proces onder druk te staan zoals: Het geven van leiding. Door voort gaande democratisering vraagt de stijl van leidinggeven, vooral bij ouderen, aanpassingen. Een toeneming van het aaanbod van gegevens. Het inspelen op en het opti maal gebruiken van het aangeboden materiaal vraagt aanpassingen ook wat betreft het tempo. Al deze snelle veranderingen van de werkomstandigheden, zoals mechani satie en automatisering en daarmede een afnemende behoefte aan bepaalde vaardigheden of specifieke kennis heb ben mede een groeiend aantal arbeids ongeschikten tot gevolg gehad. Enkele cijfers tonen dit aan: Op het ogenblik bedraagt het aantal arbeidsongeschikten ongeveer750.000. Hiervan is 75% ouder dan 45 jaar en ge ring en eenvoudig geschoold. Van de nieuwe arbeidsongeschikten in het af gelopen jaar is 40% jonger dan 35 jaar. Van de ongehuwde werkende vrouwen beëindigt 87% hun werkzaamheden vóór het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd, welke over het al gemeen lager is dan 65 jaar. In 1960 was van de beroepsbevolking in de leeftijdscategorie 60-64 jaar nog 85% werkzaam, heden ten dage be draagt dit nog 50%. Wat de verouderingsproblematiek bin nen Heineken betreft, kan worden vast gesteld dat deze te vergelijken is met de landelijke situatie. Velen beëindigen hun werkzaamheden vóór de pensioen gerechtigde leeftijd. Mogelijke oor zaken zijn: het werken in ploegen diensten, het werken onder bezwaren de omstandigheden, functieverzwaring, functie-uitholling en geringe promotie mogelijkheden. Ook externe oorzaken zijn van grote in vloed op het verouderingsproces, zoals hoge financiële lasten, generatiekloof ouders - kinderen en huwelijkspro blemen. Wanneer wij uitgaan van de doelstelling iedere werknemer tot zijn pensioen gerechtigde leeftijd in een volwaardige functie optimaal te laten functioneren dan is het duidelijk dat een strategie moet worden ontwikkeld om een zo passend mogelijk antwoord te geven op de problematiek van de verouderende werknemer. De verwezenlijking van deze doelstel ling is te bereiken door het voeren van een preventief in plaats van een repres sief beleid. Dit betekent dat regelingen en maatregelen ter uitvoering van dit beleid uitsluitend moeten dienen ter voorkoming van te verwachten dis functioneren en niet ter opheffing van gebleken disfunctioneren. Het concretiseren van een preventief beleid heeft geleid tot een veelvoud van maatregelen, waarvan de belangrijkste zijn: In de beoordelingsgesprekken zal ge richt aandacht worden gegeven aan de verouderingsproblematiek. Tevens zal worden nagegaan of de functie-uitoefening in overeenstem ming is met de functie-eisen en of er eventueel behoefte of een noodzaak bestaat aan een aangepaste functie. Onderzocht zal worden of het wense lijk is dat medewerkers van 40 jaar en ouder jaarlijks in plaats van tweejaar lijks medisch worden gekeurd en dat daarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan de psychische aspecten en de verhouding belasting/ belastbaarheid. Meer nog dan tot nu toe is het nood zakelijk te komen tot een systema tische loopbaanbegeleiding en de eventueel noodzakelijke afbouw daar van met als onmisbaar complement een systeem van functiereservering. Onder functiereservering wordt ver staan het aanwijzen van functies die bij voorkeur bestemd zijn voor de ver ouderende werknemer. In principe komen echter alle functies hiervoor in aanmerking. Hoewel opleiding, training, vorming en bijscholing in alle disciplines en op vele niveaus plaatsvinden, zullen deze instrumenten nog meer dan tot nu toe moeten worden gebruikt om het ver ouderingsproces tegen te gaan. Onvoldoende uitdaging in de werk situatie draagt in vele gevallen bij tot de verouderingsproblematiek. Aanbe volen wordt het invoeren c.q. het sti muleren van werkoverleg, taakver- rijking en/of functieroulatie. Tot slot kan worden vastgesteld dat Heineken in vergelijking met andere be drijven voorop loopt in hét analyseren en het behandelen van de problematiek van de verouderende werknemer. Vele bedrijven hebben ons reeds om advies gevraagd. Na een dankwoord door de voorzitter aan de heer Corbeau, wijst eerstge noemde er nog op dat een beleid met betrekking tot de verouderende werk nemer pas kan slagen indien alle gele dingen uit het bedrijf hieraan mede werken. In dit verband memoreert hij, dat een presentatie ten behoeve van de leiding reeds eerder heeft plaatsgevon den en dat ook in management-cursus- sen de nodige aandacht aan dit onder werp wordt besteed. Hij besluit met de constatering, dat de grotere welvaart helaas niet altijd ver taald kan worden in een grotere per soonlijke geluksfactor.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1979 | | pagina 24