dier calligrafeerde hij:
Proficiat, sed memento:
Boni pastoris est tondere pecus, non
deglubere. Pecus proxima.
Amstel Brouwerij N. V.
Letterlijk vertaald geeft dit:
Gefeliciteerd, maar bedenk:
Een goed herder scheert zijn schapen,
maar vilt ze niet.
Het naastblje schaap,
Amstel Brouwerij N.
Het bloemstuk werd bezorgd met
schaap en al en het verliep verder alle
maal vlot. Men wist meteen wat het be
tekende. Er zal heus wel iemand in het
gezelschap geweest zijn, die het kon
vertalen, of anders zal, desgevraagd,
een of andere relatie door de telefoon
voor een vertaling hebben gezorgd. Zo
moeilijk was de spreuk niet."
"Nou, nou," zeiden er een paar hoofd
schuddend. Nee, echt niet. Laten weer
eens een paar woorden uitnemen. Boni
is een vorm van bonus, dat goed bete
kent. Ooit gehoord van een bonus. Dat
woord gebruiken we nog steeds in onze
taal, vooral als het in de economie goed
gaat en er een extraatje afvalt. Pastoris:
vorm van pastor. Letterlijk betekent dat
herder. Bij ons is het woord nog in ge
bruik als pastoor. Tondere, scheren,
leder die naar de kapper gaat, komt in
onze tijd in aanraking met een ton
deuse. Pecus: als verzamelnaam bete
kent het een kudde klein vee." "Klein
vee", grapte iemand, zich een Amster
damse uitdrukking herinnerend en zich
demonstratief het hoofd krabbend.
"Nee, nee, echt klein vee, geiten en
vooral schapen, die in oeroude tijden
de rijkdom van de boer bepaalden.
Vandaar pecunia als we het over geld
hebben. Pecus in enkelvoudige beteke
nis is schaap, en als zodanig onder
tekende de Amstel brouwerij."
"En hoe hebben ze het opgevat?"
Pers
"Ons werd bericht dat erdoor de minis
ter en zijn gezelschap hartelijk om ge
lachen is en daarmee, dachten wij, was
de kous af. Maar niks daarvan! De lan
delijke pers maakte er een verhaaltje
van, de provinciale pers bleef niet ach
ter deze stunt van de Amstel brouwerij
te vermelden. Ons reclame-bureau
schatte de waarde van de gratis publici
teit op enige tienduizenden guldens."
"En dat belastingvrij", merkte het des
kundig gehoorgrinnikend op. "Precies,
terwijl de kosten van het bloemstuk af
trekbaar waren," zei de oude heer vro
lijk. "Maar nog was de rust niet weerge
keerd. De volgende dag werd ik vanuit
de stad opgebeld door de heer Six die
mij vroeg, waar ik het citaat vandaan
had. Hij was in de vergadering van com
missarissen van een grote maatschap
pij, ik meen de Deli Maatschappij. Daar
was hij met gejuich begroet; ze hadden
het allemaal in de krant gelezen. Er was
een discussie ontstaan, niet over de
prijs van Sumatraans dekblad, maar
over de vraag uit welke bron de goede
herder en zijn schapen waren opge
doken. De een zwoer bij Vergilius, een
ander zei dat het daarvoor te speels was
en zocht het eerder bij Horatius, een
derde opperde Ovidius, een vierde her
innerde zich Seneca, allemaal klassieke
auteurs waarop ze zich ongetwijfeld in
hun jeugd op het gymnasium hadden
moeten afbeulen. Ik kon op de gestelde
vraag geen antwoord geven: een
thema-zinnetje, meer wist ik er ook niet
van. Ik beloofde mijn best te zullen
doen het raadsel op te lossen en wend
de mij tot dr. Knorringa, toen rector van
het Amsterdams Avondlyceum. Die had
veel plezier in het geval en zei, dat hij
wel ongeveer wist van wie de spreuk af
komstig was. En ja hoor, na een paar
uur belde hij op. Hij had het gevonden
bij de geschiedschrijver Suetonius (ge
boren 70 na Chr.) in diens boek:
"Levens der Keizers."
Keizer Tiberius
"Daar, waar hij het leven van keizer Ti
berius beschrijft, vermeldt hij dat deze
keizer aan zijn landvoogden in de pro
vincies, dat wil zeggen de Romeinse
gebieden buiten Italië, de vermaning
toedient naar aanleiding van hun ver
zoek om de bevolking zwaardere las
ten te mogen opleggen: Een goed her
der scheert zijn schapen, maar vilt ze
niet. Daarmee zal de zaak wel afge
daan zijn. Geen lastenverzwaring. De
heer Tiberius beschikte, als ik het goed
zie, over een bijzonder soort humor."
"Wat!", riep men in koor, "de geschie
denis heeft zich na meer dan 1900 jaar
herhaald! Oorspronkelijk was onze
spreuk dus ook al bedoeld als vinger
wijzing voor de belastinggaarders, om
het niet te dol te maken." "Zo is het
Het befaamde cadeau.
15