De Loire begint zijn grillige weg langs de hel
lingen van de Gerbier de Jonc, waar op een
hoogte van 1550 meter smeltende sneeuw de
voeding wordt voor de langste rivier van
Frankrijk (1020 km). Met dit vast te stellen be
grijpt u onmiddellijk mijn probleem met de ver
zamelnaam ,,de wijnen van de Loire". Wanneer
u de kaart bekijkt, ziet u dat de Loire zijn loop
begint in de buurt van Dröme, ver beneden
Lyon in het Rhönedal, op zijn weg naar het
noorden de Beaujolais passeert om dan bij
Orléans, 116 km beneden Parijs, naar de At
lantische kust af te buigen. Het is duidelijk, dat
in zo'n uitgestrekt gebied een grote variëteit in
grondsoorten en klimaat moet bestaan; het is
onmogelijk de in niet minder dan 10 provincies
geproduceerde wijnen onder één noemer te
vangen.
De wijnen van de Loire
Al voor het begin van onze jaartelling
was de rivier de natuurlijke verbinding
tussen de bewoners langs de oevers en
door de eeuwen heen vinden we hier de
eenwording van de Franse natie en de
bakermat van de Franse taal, in stand
gehouden door historie en literatuur.
Charme
Zowel de grauwe stad Le Mans, waar
jaarlijks ,,24 heures" met oorverdovend
lawaai de racemonsters rondrazen, be
hoort tot het Loiregebied, als de histori
sche speeltuin van de Franse adel, in
serene rust versteend in de Chateaux de
la Loire. Wie nog nooit ergens aan de
Loire heeft vertoefd, heeft zichzelf tekort
gedaan. Het Franse woord „charme"
wordt in ons taalgebruik meestal ter be
schrijving van de aantrekkelijke kwali
teiten van een vrouw gebruikt. In het
Frans heeft het woord een veel bredere
betekenis. Voor het gebied van de Loire
staat mij geen betere omschrijving dan
„charme" ter beschikking. Charmant,
hier en daar majestueus, is het samen
spel van groene oevers langs de zeer
brede, altijd in beweging zijnde rivier.
Hier en daar splitst de stroom zich rond
uitgestrekte zandplateaus.
Er is hier nog een weelde aan bloemen in
hun oorspronkelijke staat: vrij in het wild,
in kleuren geschakeerd. Niet aangelegd
door een vooraf beraamd plan, maar
uitgezaaid zoals de wind het beliefde. De
geur van kamille doet mij denken aan de
tijd, toen we ook in Nederland nog veld-
boeketten konden maken. De natuurlijke
rijkdommen, die hier ondanks een jaar
lijkse stroom van toeristen bewaard zijn
gebleven, doen weldadig aan.
Op de open plekken tussen de rietkra
gen is ruimte voor iedereen, mits men
bereid is een paar honderd meter te lo
pen, want de natuur zelf beschut hier de
mens, die naar stilte verlangt. Het lukt
niet tegen de stroom op te zwemmen,
want deze rust en vrede uitstralende ri
vier bergt in werkelijkheid reuzekracht in
zich, maar het is een heerlijk spel om
stroomafwaarts mee te drijven en dan
weer naar het uitgangspunt terug te lo
pen.
Een picknick aan de Loire doet voor de
mens van heden het verleden herleven,
dat wij slechts kennen van schilderijen,
waarop roeiers en jonge mensen met
strohoeden ons iets laten zien van de
„jardin de la France".
Meen niet dat dit gebied altijd zo toe
gankelijk en liefelijk is geweest. De rivier
zelf heeft zich een weg gebaand tussen
graniet en kalkrotsen. Vroeger waren
hier dichte wouden, die met koppige vlijt
en met gebruik van primitieve middelen
in cultuur zijn gebracht.
Wijncultuur
De wijncultuur begint hier al na het
baanbrekende werk van de Romeinen in
de vierde eeuw, toen monniken de oor
spronkelijke wilde wingerd, die in de
bossen langs stammen en takken van de
bomen omhoog klom, door selectie tot
veredeling brachten. Zo ontstond de Pi-
neau d'Aunis, zo genoemd naar een
dorpje bij Saumur, een druiveras dat we
nog overal in het Loiregebied aantreffen.
Sinds 1862 noemt men deze blauwe
druif Chenin Noir en daaruit weer werd
de Chenin Blanc verkregen, die in het
algemeen „Pineau de la Loire" wordt
genoemd.
Let wel, we schrijven Pineau en niet Pi-
not. De laatste is eveneens in de Loire
Viticole aangeplant, maar werd lang ge
leden door wijnbouwers die zich hier
vestigden, uit meer oostelijke streken
meegebracht.
De Pineau de la Loire heeft het westelijk
van Orléans uitstekend naar de zin. De
harmonie tussen klimaat en bodem is
optimaal en nergens anders gedijt de
Pineau als hier. De bodemgesteldheid is
voor de wijnbouw ideaal te noemen.
Letterlijk aan alle voorwaarden wordt
voldaan. Als gevolg van erosie werd kie
zel afgeslepen, die met de sterke stroom
mee aanslibde. Het dorre land, dat on
vruchtbaar leek op een lucht en water
doorlatende ondergrond, werd als het
ware gecomponeerd voor de wijnbouw.
Lei en zandsteen, krijt, mergel, kiezel
aarde, we vinden het allemaal in de pro
vincies langs de Loire.
18