Wil Orayer één uit: 1) duizend Als jongen van veertien jaar bracht Wil Drayer, wachtchef in de bottelarij te Bunnik, al veel van zijn vrije tijd bij Vru- mona door. ,,Mijn ouderlijk huis was hier zeshonderd meter vandaan. Na school tijd ging ik vaak hier naartoe omdat bij de fabriek altijd wel wat te beleven was. In die tijd werden flessen bijvoorbeeld nog met de hand geëtiketteerd en vond je het als jongen leuk om te mogen meehelpen. In de tijd van de schoolvakanties reed ik ook met de vrachtwagens mee. De chauffeur vond dat gezelliger dan alleen, bovendien had hij dan een hulpje dat hem kon helpen bij het afleveren van de drank. Wachtchef Na een zeer veelzijdige loopbaan bij Vrumona, waarover verderop in dit in terview meer, is Wil Drayer nu wachtchef in de bottelarij. ,,We werken in drie ploegendienst. Iedere ploeg heeft een wachtchef, die voor het hele gebeuren in de bottelarij verantwoordelijk is. De wachtchef heeft weer assistentie van vijf groepsleiders. Zo'n ploeg bestaat uit circa 75 man. Iedere groepsleider heeft de supervisie over een eigen colonne met een vaste bezetting aan personeel. Als wachtchef zit je in een kantoortje in de bottelarij en loop je in het bedrijf rond om te kijken of alles goed gaat. Enerzijds heb je een controlerende taak, maar an derzijds verleen je ook hulp als dat nodig is." Er wordt wel eens gezegd dat bottelarij medewerkers soms nogal in een geïso leerde positie komen te verkeren van wege de verregaande automatisering. In Bunnik is dat gelukkig niet het geval. „Er is genoeg gelegenheid voor onderling contact, want de werknemers staan al lemaal op gezichtsafstand van elkaar. Het werk geeft wel vaak spanningen. Je moet echt knokken voor iedere minuut. Vooral als de produktie niet loopt zoals deze zou moeten lopen, ontstaan er spanningen. Er kunnen allerlei oorzaken voor zo'n stagnatie zijn. Bij voorbeeld wanneer er een machine kapotgaat." Nachtrust Een groot nadeel van het werken in ploegendienst is de onregelmatige nachtrust, vindt Wil Drayer. De werktij den van de drie ploegen zijn van 's mor gens zeven uur tot 's middags drie uur, van drie uur tot elf uur 's avonds en van elf uur tot zeven uur 's morgens. Iedere week rouleren de 3 verschillende ploe gen. „Dat vergt een hele goede opvang door je gezin en gelukkig heb ik die. Vooral als je in de nachtploeg gewerkt hebt en je moet overdag slapen, geeft dit nogal eens problemen. Ik heb drie zoons thuis van acht, tien en dertien. Als die uit school komen, kost het mijn vrouw na tuurlijk veel moeite om ze stil te houden. En nu bof ik nog dat ik in een vrij rustige omgeving woon. Voor mensen die in flats en midden in een stad wonen, moet het veel moeilijker zijn. En ik slaap de laatste jaren al tamelijk slecht." Gaan we even terug in de tijd naar het allereerste begin van Wils loopbaan bij Vrumona, dan zien we dat hij al een aar dige staat van dienst heeft. Nog twee jaar scheiden hem slechts van zijn zilveren jubileum. Niet lang nadat hij zijn school opleiding had voltooid, meldde hij zich bij Vrumona aan om er in vaste dienst te komen. Dat was in het jaar 1956. „Ik kende hier toen al verschillende mensen doordat ik hier als kind veel vertoefde. Mijn eerste baantje bij Vrumona was op de afdeling sortering. Dat had ik echter al spoedig bekeken. Wat me erg trok, waren de machines. Mijn volgende baan was dan ook bij de inloopspoelmachine. Dat was toen nog puur handwerk. Met zijn tweeën stond je de hele dag flessen uit de kratten te halen." Hierna vervulde Wil Drayer allerlei verschillende functies bij Vrumona, waaraan hij zijn allround ervaring in het produktiegebeuren te danken heeft. „Na de periode bij de inloopspoelma chine, kwam ik terecht in de vulhal als leerling-vuiler. Het volgende stapje was natuurlijk vuiler." Marinier In 1960 moest Wil in dienst. Twee jaar lang verruilde hij Bunnik voor oorden aan de andere kant van de aardbol. Het grootste deel hiervan bracht hij door in Nieuw-Guinea, terwijl hij tevens Alaska en Tokio bezocht. „Ik was marinier. Ik heb toen veel gevaren en gevlogen. Het was erg zwaar, maar je leert er heel veel van waar je in je latere leven ook nog wat aan hebt. Zoiets vergeet je nooit." Een maal weer terug in ons land werkte Wil Drayer vier maanden als kwaliteitscon troleur bij Vrumona samen met de toen malige voorman. „De machine waarmee we gewerkt hadden, werd in die periode namelijk net vervangen." Daarna her vatte Wil zijn werkzaamheden weer als vuiler. De volgende stap was die naar voorman. „Dat was toen zo'n beetje wat nu groepsleider is. Toen een assistent- bottelarij-chef wegging, ben ik een tijdje chef van Hal West geweest. Ook in de reparatie- en onderhoudsploeg heeft Wil Drayer zijn sporen verdiend. Aan de pe riode van een maand of acht dat hij bij de drankenhandel Koster in Utrecht werk zaam was, bewaart Wil ook veel goede herinneringen. „Ik was daar wachtchef en een soort manusje-van-alles in de li- monadefabriek. Ik heb daar een gewel dige tijd gehad. De zaak moest afge bouwd worden, waarna het grootste deel van de werknemers mee naar Bun nik ging." Toen in Bunnik de drieploe gendienst werd ingevoerd, werd Wil be noemd tot wachtchef, de functie die hij tot op de dag van vandaag met veel ge noegen en voldoening vervult. Buiten zijn werk is Wil Drayer al jarenlang actief als jeugdleider bij de voetbalclub Bunnik '73. „Dat is hartstikke leuk. Ik heb nu een ploeg jongens met wie ik ben begonnen toen ze allemaal een jaar of acht waren. Nu zijn ze inmiddels twaalf, dus dan zie je zo'n groep groeien." Geboren en getogen in Bunnik, vlakbij onze vestiging, is Wil Drayer een typisch voorbeeld van een aan het bedrijf ver knochte werknemer. 17

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1979 | | pagina 17