Roel deHaan op zeilvakantie: WIND, WATER EN VRIJHEID! /£fys/ In het hierna volgende verhaal vertelt Roel de Haan, vertegenwoordiger van de afdeling thuisverbruik bier, via zijn zorgvuldig bijgehou den logboek (dagboek), de ervaringen die hij samen met zijn vrouw Simone en dochter Mar jan opgedaan heeft tijdens een zeilvakantie vorig jaar. Hij had grootse plannen: met zijn Knorhaan (een zeilboot van het type Marieholm 26, zee waardig en comfortabel voor 6 personen) zou hij vanuit Lemmer via IJmuiden en Schevenin- gen langs de Belgische kust zeilen en verder tot eindbestemming Boulogne in Frankrijk. Dat het uiteindelijk heel anders gelopen is, was een beslissing van de weergoden. Het logboek begint aldus... I De eerste vakantiedag. Veel is er al aan boord, maar toch duurt het nog tot half zeven 's avonds voordat alles zeevast is weggestouwd en we uit kunnen varen naar Lelystad. We hebben met vrienden, met wie we de tocht naar Frankrijk zullen ondernemen, afgesproken dat we zondag in IJmuiden zullen zijn. Halverwege Lelystad moeten we echter afhaken vanwege de onrusti ge korte golfslag op het IJsselmeer, ver oorzaakt door een vrij krachtige wzw- wind en lopen Urk binnen. We zetten de tocht naar IJmuiden voort. Om tien uur kunnen we door de brug van Schellingwoude bij Amsterdam en varen we in gezelschap van een aantal andere jachten de Oranjesluizen in om hierin geschut te worden. De tocht over het IJ in Amsterdam blijft altijd leuk, hoewel het er niet meer zo druk als vroeger is. Om dat het steeds harder gaat regenen blij ven de zeilen opgeborgen en varen we op de diesel naar IJmuiden, waar onze vrienden Anneke en John op ons wach ten. Omdat het hondeweer is, gaan Simone en Marjan met Anneke mee naar Den Haag voor een warm bad en een goede nachtrust. John en ik zullen dan de Knorhaan morgen naar Scheveningen varen, waar de No Name (een Victoire 9.33) van John en Anneke al ligt te wachten op de gezamenlijke tocht langs de Belgische en Franse kust. Na het uitlaten van onze scheepshond Tommy zetten we de wekker op half zes om morgenochtend met de stroom mee naar Scheveningen te kunnen zeilen. Als de wekker afloopt lijkt het weer mee te vallen. Zó vroeg verwacht je nog geen zon. Maar na de berichten van onze buurman zijn we niet zo optimistisch meer. „Slechte weerberichten, ik zou het niet doen," zegt hij. Moedeloos pak ik de zeilen maar weer in. Frankrijk is ver weg en zelfs Scheveningen lijkt onbe reikbaar. We spreken af dat John naar Scheve ningen rijdt, waar hij met Anneke wacht tot het beter weer wordt om dan naar België te zeilen. Simone en Marjan komen terug naar IJ muiden. We besluiten naar Durgerdam (bij Amsterdam) te varen, omdat IJmui den er nu niet bepaald vrolijk uitziet. Eindelijk, de zon! Water tanken, zeilen hijsen en wegwezen! Nogmaals het Noordzeekanaal af, richting IJmuiden. Bij Velsen draait de wind even naar het oosten en „voor het lapje sukkelen" wij IJmuiden in. Het Noordzeekanaal blijft altijd boeien. Kijken naar passagiers schepen of tankers geeft op acht meter scheepslengte een nietig gevoel. In IJmuiden gaan we een schol eten. „Vitaminezee," zegt Simone. Later leert een praatje met de sluiswachter ons dat de weersverwachtingen goed zijn. Om 20.00 uur loopt de stroom naar Scheve ningen. Het zou in vijf a zes uur te varen zijn. Als we om 6 uur weggaan, dan zou den we vannacht in Scheveningen zijn, iets dichter bij Anneke en John, die in middels in Stellendam liggen. We doen het! Ploffend op de IVi pk motor lopen wij tussen de pieren de branding in. Groot zeil en genua omhoog, motor uit, we zeilen... De lange deining van het zoute water is vriendelijk voor de Knorhaan. Veel soepeler dan op het IJsselmeer worden de golven genomen. Voor Katwijk komen er donkere wolken opzetten. Ik leg een rif in het grootzeil en zet de standaardfok. Even later gaat het inderdaad harder waaien. Ik neem de helmstok over van Simone, die haar scholletje helaas aan de zee moet te ruggeven. Met het bijbootje achter ons, dat wij voor Marjan hebben meegenomen, lopen wij 6 mijl per uur. 't Wordt schemerig op zee en af en toe regent het. Als we op de havenlichten aankoersen is het donker en waait het stevig door. Vlak voor de pier van Scheveningen starten wij de motor en met de zeilen nog omhoog scheuren we de haven in. Onze Marie holm is om half twaalf afgemeerd en de havenmeester voorspelt goed weer. Wat wil je nog meer? Slapen! We zijn nog niet uitgevaren. Het waait nog steeds veel te hard: windkracht 7. En de eerste vakantieweek is om. Frankrijk hebben we op moeten geven. België zou nog te doen zijn met andere wind, maar daar liggen sommige sche pen al drie weken te wachten om terug te kunnen! We zijn het stekkie beu en besluiten te rug te gaan naar het IJsselmeer, van waaruit wij misschien naar de Wadden eilanden kunnen varen om daar nog wat vakantie te vieren. Hiervoor moeten we echter wel over zee van Scheveningen terug naar IJmuiden. Op de Noordzee zijn de golven hoog. De harde wind van de laatste tijd heeft de zee wild gemaakt. De pier van Scheveningen verdwijnt uit zicht en wij wennen weer aan de bewe gingen van het schip. De brekende kop pen van de grotere golven duwen ons bijbootje soms tegen de achterpreek stoel. Ons schip weegt totaal 2.500 kilo, waarvan 1.400 kilo kielballast is. Deze ballast en de doorlopende kiel met het aangehangen roer maken het sturen re delijk gemakkelijk. Katwijk voorbij, Noordwijk dwars, de helft zit erop. We zijn alweer twee uur op zee. Het is harder gaan waaien en ik ben In de Knorhaan op zee zijn Roel, Simone en Marjan de Haan helemaal in hun element. 'III ll'T ^|f jlllfrir 10

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1979 | | pagina 10