Nieuwjaarsbijeenkomst
oud-werknemers Den Bosch
Kinderen op
bezoek in de
Heineken stallen
Stalbaas overleden
De heer J. Wesselingh (ex-secretaris van 23
polderbesturen): We hebben onze zaken
onderling altijd keurig geregeld".
De Nieuwe Groenendijksche Polder, die
vóór 1591 werd gesticht, ligt oostelijk
van de Oude Groenendijksche polder. In
1813 zijn de beide polders verenigd.
Zoals u op de kaart op de achterpagina
kunt zien liggen ten zuidoosten van
Zoeterwoude Dorp de West- en Oost
broekpolder. Deze werden in 1486 ge
sticht en in 1529 tot één polder verenigd.
Tussen de West- en Oostbroekpolder
loopt de Weipoortsche Vliet. Volgens
een kaart van 1647 heette deze vliet
destijds de Swiet, wat ontstaan is uit de
vroegmiddeleeuwse naam Svetan. Het
oude dorp Zwieten moet gelegen heb
ben in de omgeving van de Weipoort; de
vervanging van de naam door Zoeter
woude zal waarschijnlijk pas in de 15e
eeuw een feit geweest zijn. De meeste
van onze medewerkers in Zoeterwoude
weten dat het vroegere Huis te Swieten
(in oude boeken een edelmanshuis ge
noemd) op het terrein van de brouwerij
gelegen heeft, dicht bij het kantoor, op
de plaats die nu de Van Swietenplas
heet.
Het hiervoor genoemde bezoek van de
Ingelanden droeg een enigszins wee
moedig karakter omdat, zoals iemand
van hen opmerkte ,,we het glas heffen
omdat er nu geen polderlasten meer te
heffen zijn."
Even bijpraten...
Op woensdag 17 januari jl. werd in het
ontvangstgebouw de jaarlijkse bijeen
komst voor de oud-medewerkers ter ge
legenheid van het nieuwe jaar gehou
den. Hoewel de weersomstandigheden
uitzonderlijk slecht waren, kwamen er
toch nog enige tientallen oud-werkne
mers met hun echtgenoten op de bij
eenkomst. Namens het Heineken pen
sioenfonds was de heer J. Keiler aan
wezig om eventuele problemen over
pensioenuitkeringen uit de wereld te
helpen. Verschillende afdelingschefs
maakten van deze gelegenheid gebruik
om hun ex-medewerkers een gelukkig
1979 toe te wensen. Tegen vieren kwam
er een eind aan deze gezellige bijeen
komst.
Op initiatief van het Amsterdamse
buurthuis De Pijp, bracht een groepje
kinderen uit deze buurt op 24 januari jl.
een bezoek aan de Heineken stallen in
de Quellijnstraat.
De kinderen, variërend in leeftijd van
ongeveer 4 tot 7 jaar, vonden het een
hele belevenis om van de koetsiers en
verzorgers van de paarden een rondlei
ding door de stallen te krijgen. Vooral
toen ze werden voorgesteld aan de
schimmels Freddy en Han en de vossen
Gé en Rob, die dan ook uitbundig wer
den aangehaald.
De kinderen konden met moeite af
scheid nemen van de paarden. Aan het
einde van de middag mochten ze echter
met z'n allen op de Amstel spankar
klimmen, hetgeen toch nog een feeste
lijke afsluiting van de middag was!
sloot best wat lager kon, belde de se
cretaris of de voorzitter op en dan kwam
het piekfijn in orde. Begon een dijk te
lekken of waren er andere polderpro
blemen, het bestuur trommelde een
aantal Ingelanden op en dan werd er
gezamenlijk de schouder onder gezet.
Een oude veldnaam van de eerste polder
luidt ,,die Barle". Het morgenboek van
1544 (een boek met de namen van oude
eigenaren) spreekt van „het land gele
gen onder de Barnde molen" (verbrande
molen). Vandaar misschien de naam
Barre Polder?
De molen van de Oude Groenendijksche
Polder is gesticht in 1483. De buurt langs
de Rijndijk heette en heet nog steeds
Groenendijk. Kende de Rijndijk hier
destijds zo weinig verkeer, dat het hele
oppervlak met gras begroeid was? Wel
mogelijk; het vrachtverkeer en een groot
deel van het personenverkeer zal im
mers de waterweg over de Oude Rijn
hebben verkozen.
De brouwerij ligt letterlijk en figuurlijk achter
hen...
Op 12 februari jl. bereikte ons het
droeve bericht dat de heer K.
Schippers, bij velen beter bekend
als oom Karei, was overleden.
Oom Karei heeft vele jaren bij
Heineken als stalbaas gewerkt en
deed dit vaak dag en nacht. Met
zijn gezin woonde hij schuin
tegenover onze paardenstallen in
de Quellijnstraat in Amsterdam en
kon zodoende onze levende have
goed in het oog houden.
Hij was een zeer markante figuur,
die met zijn zware wenkbrauwen
bij velen groot gezag inboezemde
en grote waardering oogstte bij de
uitoefening van zijn werk. Ook bij
de Koninklijke stallen was hij zeer
gezien. Hij voelde zich medever
antwoordelijk voor de paarden en
het gerei, indien deze in onze
stallen werden gestationeerd voor
de verschillende activiteiten van
het Hof. Hij heeft hiervoor indertijd
herinneringsmedailles (1962 en
1966) in ontvangst mogen nemen.
9