of meer concrete problemen in de afde ling, en dus niet van daarbuiten, aan de orde komen. Afhankelijk van de situatie kan het gaan om geïnformeerd worden, gehoord worden en (mee)beslissen. Hij benadrukte, dat werkoverleg voor velen onder andere zal inhouden: leren te luisteren; leren probleemgebieden te isoleren; leren te praten; leren te overleggen; leren tot resultaat te komen. Voor de chef geldt onder andere dat: hij pretentieloos kan participeren; hij zich niet behoeft te verdedigen; hij de leiding niet behoeft te verde digen; hij de leiding niet hoeft te kritiseren. Hij moet zich evenwel realiseren, dat de chef de uiteindelijke verantwoordelijk heid draagt en de besluiten neemt. Voor alle deelnemers aan werkoverleg geldt uiteraard, dat er redelijke taal wordt gebruikt en dat er niemand aanwezig of afwezig wordt beledigd. In essentie gaat het bij werkoverleg om een communicatieproces, waarvoor een bepaald klimaat aanwezig moet zijn of geschapen moet worden. Daarbij spelen talrijke zaken een rol. Het mag bij voor beeld niet vrijblijvend worden en van daar dat het noodzakelijk zal zijn notulen te maken. Deskundige hulp, bij voor beeld van personeelszaken, zal daarbij noodzakelijk zijn. In de praktijk kunnen zich specifieke moeilijkheden voordoen, bij voorbeeld de eerder behandelde ploegendiensten en deelneming door buitenlanders. Voorts moeten goede afspraken ge maakt worden over de frequentie en de duur van de gesprekken, de onderwer pen die besproken zullen worden en dergelijke. Bovendien moet vastgesteld worden of werkoverleg een bevoegd heid wordt dan wel een opdracht. Bij dit alles hoort ook de vraag, of alle chefs wel in staat zijn binnen hun afdeling tot een goed werkoverleg te komen. De heer Van Rossem gaf vervolgens zijn visie over de doelstellingen van werk overleg en signaleerde dat het woord democratisering dat men in dit verband wel tegenkomt vaak te hoge verwach tingen wekt. Veelal is er sprake van een schijndemocratie. Hij benadrukte, dat de zin van werkoverleg vervalt als men het ergens over eens is en er niets gebeurt. Er ontstaat dan een gebrek aan geloof waardigheid van de leiding. Aangezien werkoverleg altijd betrekking heeft op de directe werksituatie, is in dit overleg geen participatie van de vak bonden voorzien. Bij werkoverleg gaat het, aldus de spre ker, om samenwerkingsverbanden tus sen mondige mensen, met de chef als aanvoerder". De probleemstelling ge schiedt door de deelnemers, waarbij zo nodig inschakeling van deskundigen plaatsvindt. Zoals reeds in de inleiding gesteld, moet beïnvloeding van de be sluitvorming mogelijk zijn. De onderwer pen die aan de orde kunnen komen zul len met name zijn: werk en werkomstan digheden, eigen werksituatie, werk overleg en werkstructurering. Spreker wees vervolgens op het belang van verkleining van het verschil tussen de situatie van het individu in gezin, school, kerk enzovoort met toenemende de mocratisering, mondigheid en stijgende opleidingsniveaus en de eigen werk situatie. Een belangrijke voorwaarde bij werk overleg is wel, dat chef en medewerkers het moeten wensen en willen. De vraag of hij zelf werkoverleg wil beantwoord! de heer Van Rossem bevestigend, m de restrictie dat het door alle participa ten gewild moet worden. Zijnerzijds b staat de bereidheid te luisteren naar te overleggen met een ieder die in zi organisatie functioneert over elk onde werp waarover spreker de beslissingt neemt. Vervolgens werden de aanwezigen in c gelegenheid gesteld om, vooruitloper op een verdere discussie over dit cor plexe onderwerp, vragen te stellen. Op een vraag van één van de gekoze O.R.-leden, wat Heineken in eerste ii stantie voor ogen staat als gesproke wordt over werkoverleg: (1) Verbetering van werkmethode produkten en dergelijke of (2) Humar sering van de bedrijfsverhoudinger antwoordde de heer Van Rossem, d. vermenselijking van de verhoudinge primair is. Hij wil dit onderwerp nimm< in de sfeer van manipulatie zien. Een volgende vragensteller informee de, of een proef op het gebied va werkoverleg in de Van der Helststra; ook in andere vestigingen doorgevoer kan worden en zo ja op welke termijn. In zijn antwoord liet de heer Van Rossei duidelijk tot uitdrukking komen, dat de gelijke ontwikkelingen zich niet in tijc schema's laten vatten. Heineken gaat i in het algemeen vanuit, dat initiatieve moeten komen van de mensen zelf. D voorzitter bedankte de heer Van Rosset voor zijn heldere uiteenzetting, die naf zijn mening als een eerste aanzet mo! worden beschouwd in de discussie ovt dit belangrijke onderwerp. Na voortze ting van de discussie in de lokale radet kan het onderwerp uiteindelijk weer i de centrale ondernemingsraad worde teruggebracht.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1979 | | pagina 28