4hi''y
y.'L
1 1
rff>T
Jaloers
Hoe dachten intussen de andere sterren
over de rol die aan ons sterretje was
toebedeeld?
Het is naar om dat te moeten vertellen,
maar er waren er die vreselijk jaloers
werden en vonden dat zij veel eerder in
aanmerking hadden moeten komen om
Ster van Bethlehem te worden.
De ware reden van hun boosheid was
natuurlijk dat, gezien vanaf de Aarde,
Madame Betelgeuse en zelfs Seigneur
Sirius vergeleken bij de Ster van Beth
lehem maar onbeduidende lichtpuntjes
werden, bovendien bleek van nijd. Er
was zelfs een ster geweest, die zo boos
was dat men hem niet gekozen had, dat
hij letterlijk van woede uit elkaar gebar
sten was. Dat gaf een geweldige maar
korte lichtflits, en toen was alles ge
doofd.
De mensen, die jaren later die lichtflits
op aarde zagen, zeiden dat het een
„nova*" was. Maar dat daar een ster
zich zo had staan opwinden dat hij van
jaloezie op ons sterretje uit elkaar is
geploft, kijk, dat wisten de mensen niet.
Terugkeer
Nadat hij zijn opdracht zo schitterend
voltooid had, keerde de Ster van Beth
lehem snel terug naar zijn eigen plaatsje
aan de hemel, hervond zijn drie pla
neetjes en zijn dwaallichtje, die erg blij
waren hun middelpunt terug te zien, en
werd weer het doodgewone sterretje.
Alles is weer als vanouds," riep hij
verheugd, „het grote avontuur is achter
de rug, we zijn weer knusjes bij elkaar."
Dat alles weer als vanouds was, daarin
vergiste hij zich. Hij was nu eenmaal de
Ster van Bethlehem geweest, en zoiets
vlak je niet meer uit, al ben je nog zo
eenvoudig van hart.
Allereerst mocht het, als beloning voor
zijn prachtig werk, een geschenk vra
gen. Het was echter niets voor ons ster
retje om iets voor zichzelf te willen heb
ben. Het vroeg voor zijn dwaallichtje de
titel van planeet en voor al zijn planeet
jes een mooi maantje.
„Als dat alles is!" lachte de engel van de
administratie. De wens van de Ster van
Bethlehem werd vervuld. Het dwaal
lichtje werd in de hemelse administratie
ingeschreven als planeet, met de
aantekening dat aan elk van de vier
planeten van ster nummero vier-
miljoennegenhonderddrieenzestigdui-
zendzevenhonderdachtennegentig een
maantje was toegevoegd.
Leid-ster
Zelf werd ons sterretje, ofschoon het
protesteerde en zei dat het veel te veel
eer was, dat het echt niet hoefde, be
noemd tot leid-ster van de planeet Aar
de. Daarvoor moest het met alle vier zijn
huisgenoten verhuizen en kreeg het een
vast plaatsje aan het uitspansel, zo dicht
bij de Aarde dat nu iedereen met nor
male ogen het kan zien, ook al ben je
niet het jongste zoontje van een sterre-
wichelaar.
Omdat de mensen vanaf de Aarde het
sterretje altijd op zijn vaste standplaats
in het Noorden zien, noemen zij het de
Poolster, maar ze weten niet dat het de
ster van Bethlehem is geweest. En de
schippers op zee en de piloten in hun
vliegtuigen hoeven maar naar de Pool
ster te kijken, dan weten ze zelfs zonder
kompas waar het Noorden is en kunnen
ze niet verdwalen, net zo min als de Drie
Koningen.
Alle andere sterren draaien langs het
uitspansel met ons sterretje als vast
middelpunt. Vinden ze dat niet vernede
rend dat ze nu, hoe groot ze ook zijn, in
de ogen van de mensen om het sterretje
moeten wentelen?
Nee, niet langer. Ze weten nu dat het zo
de bedoeling van de Schepper is,die het
sterretje heeft willen belonen voor wat
het deed toen er (wat) geloof, hoop en
liefde naar de mensen op Aarde werd
gebracht.
Dit is het verhaal van de Ster van Beth
lehem, die wij de Poolster noemen.
Soms, als ik 's avonds wandel en naar
de sterren kijk, geloof ik wel eens dat er
een naar beneden komt. Nee, niet als
een vallende ster, maar gewoon, rustig
en bedaard op de aarde af. Het is na
tuurlijk verbeelding van me, maar
toch...?
Zou het zo vreemd zijn dat de Ster een
dezer dagen weer naar de Aarde komt
om aan wijze mensen de plaats te wijzen
waar opnieuw de Vredestichter geboren
is, misschien ergens in Afrika of in Azië,
of om de hoek van de straat waar wij
wonen.
Want er is op Aarde weer zoveel onder
ling gekrakeel dat je haast zou gaan
denken dat er een tweede Kerstnacht
nodig is.
*- De zon is, onder de miljarden andere
*.,erren, er een van bescheiden afmetin
gen (doorsnede ongeveer 1.400.000
km). Een ster is een gloeiende gasbol,
die door inwendige processen licht en
warmte kan uitstralen. Om de zon draai
en negen planeten: de binnenste heet
Mercurius, de buitenste Pluto. De Aarde
is, vanaf de zon gerekend, de derde pla
neet.
Betelgeuse is een vrij koele dame,
rood van kleur, maar wel een reuzin.
Doorsnede circa 800 maal die van de
zon, derhalve pak weg één miljard
honderdtwintig miljoen km.
Sirius. Een schitterend heerschap,
helderste ster aan de hemel. Leeft er
onbezorgd op los. Daardoor zal deze
losbolreeds" na 800 miljoen jaren uit
geput zijn. Onze zon, dat brave ding,
heeft nog wel zo'n 5Zi miljard jaren voor
de boeg.
Zonnevlekken. Minder heldere plek
ken op het oppervlak van de zon, die
daardoor donker afsteken bij de omge
ving. Komen periodiek voor.
Lichtjaar. Afstand, die het licht in één
jaar aflegt met een snelheid van 300.000
km per seconde. Als u het goed nare
kent, komt u op een totaal aantal kilo
meters van zo'n 9.450miljard(9.450plus
negen nullen). De naastbije ster staat
ruim vier lichtjaren weg. Ruimte zat dus!
Nova. Een beetje het verhaal van de
kikker, die zich tot een os opblies. Een
onbeduidende ster dijt plotseling uit tot
een van grote helderheid: het lijkt dus of
er een nieuwe ster verschijnt, een no
va". De ster heeft zich letterlijk opgebla
zen: na korte tijd is de heerlijkheid ver
dwenen en duisternisheerst, waar lichf
was.
Ter illustratie van dit verhaal had wijlen
Jo Spier reeds een viertal gekleurde
maar nog niet geheel uitgewerkte teke
ningen gemaakt. Misschien juist daar
door is het spontane karakter ervan zo
goed bewaard gebleven.
Auteursrecht tekeningen voorbehouden
door de erven Jo Spier.
Auteursrecht tekst voorbehouden door
mr. J. C. Bossard.
7