één uit PRduizend en Allal thuis op zijn moeder, zusters en broertje moest komen passen. Heineken „Twee maanden bleef ik in Marokko. Toen ik weer terug was in Amsterdam, had ik weinig zin om naar die melkfa briek terug te gaan. Op een middag liep ik door de Van der Helststraat, waar ik voor de ingang van de Heineken brou werij bleef staan. Er kwam een portier naar buiten lopen, die vroeg of ik soms werk zocht. Toen ik ja zei, nam hij me mee naar binnen en kon ik meteen solli citeren. Na de medische keuring kon ik diezelfde week nog beginnen." Dit speelde zich af in april 1970. Vanaf die tijd is Allal niet meer bij de brouwerij weggeweest. „Ik heb hier van alles ge daan. De spoelmachine bediend, inge pakt, uitgepakt, gelast, overal waar ze iemand te kort kwamen, hielp ik een handje mee. Nu werk ik bij de stapel- en de ontstapelmachine. Ik moet erop letten of deze wel goed functioneert." De re den dat Allal alweer ruim acht jaar bij Heineken werkt, is dat het hem bijzonder goed bevalt. „Het is hier goed," zegt hij. „Het werk is goed en de betaling is goed. Ik ken iedereen uit de bottelarij. Met bij na iedereen heb ik wel contact. Turken, Marokkanen, Pakistanen en natuurlijk de Hollanders." Bedrijfscommissie Doordat Allal een zeer vertrouwde figuur in de bottelarij is en hij bovendien goed Nederlands spreekt, heeft de bedrijfslei ding hem in de bedrijfscommissie geïn troduceerd. „Als er iets in de fabriek aan de hand is, word ik door de bedrijfslei ding opgeroepen en dan bespreken we wat er loos is, of wat er moet gebeuren. Dit kan het geval zijn, wanneer er iemand is ontslagen, of wanneer er bijvoorbeeld zes in plaats van vijf nachten achter el kaar door dezelfde ploeg doorgewerkt moet worden om de een of andere re den. Ik speel dat dan weer door aan mijn collega's in de bottelarij. Ik ben dus ei genlijk een soort tussenpersoon tussen hen en de bedrijfsleiding. Taalproble men heb ik nauwelijks want ik spreek Spaans en de meeste Turken verstaan ook wel wat Nederlands, zodat ik me met hen best verstaanbaar kan maken." Allal vindt ook dat er bij Heineken veel begrip bestaat voor de gewoonten van de buitenlanders. „Zo hebben we net de Mohammedaanse vastenmaand, Rama dan, gehad. Dan mogen wij alleen tus sen half tien 's avonds en kwart voor vier 's morgens eten, drinken en roken. In onze nachtploeg zaten behalve ikzelf nog vier Marokkanen en een Turk die vastten. Wij werden tijdens de Ramadan eerder afgelost, omdat we anders niet meer konden eten." Getrouwd Sinds een jaar is Allals privé-leven in grijpend veranderd. Vorig jaar is hij na melijk met een Marokkaanse vrouw ge trouwd met wie hij nu in Amsterdam woont. „Nu ik samen met mijn vrouw hier woon, is het thuiskomen natuurlijk een stuk gezelliger. Alles staat klaar; ik zet dan een kopje koffie of thee en lees op m'n gemak de krant. Een heel verschil met daarvoor." Het heeft Allal echter heel wat moeite gekost om aan een be hoorlijke woning te komen. „Dat is ei genlijk het enige probleem dat ik hier in Holland heb gehad, maar het was wel een groot probleem. Je maakt hier de gekste dingen mee als je op kamers woont. Dan maken ze opeens weer een hotel van het huis waarin je woont, dan had je weer een hospita die de deur steeds afsloot, zodat je je eigen huis niet meer binnen kon, het was altijd wel wat. In de Bijlmer heb ik ook nog gewoond. Ik betaalde liever vijfhonderd gulden dan in een pension te gaan wonen. Voordat we de driekamerwoning kregen toegewe zen, waarin we nu wonen, hebben we eerst nog een jaar bij de broer van mijn vrouw ingewoond. Maar dat is ook niks, want dan ben je helemaal niet vrij. Ik heb wat makelaars en woningbouwvereni gingen afgelopen! Hier moest ik een tientje betalen, daar dertig gulden, hier was je voor tien jaar lid, daar voor twin tig. Óp een gegeven moment heb ik ge zegd: wat heb ik aan een woning over tien jaar, ik moet er nü één hebben! Toen zeiden die mensen: ja maar er zijn nog zoveel gegadigden vóór u. Die hadden op dat moment echter allemaal een dak boven hun hoofd en ik niet!" Uiteindelijk is het prima voor elkaar gekomen. Sinds juli bewoont het echtpaar Bahri een driekamerwoning in Amsterdam-Oost, waar de vrouw van Allal al aardig wat buurtcontacten begint te krijgen. „Het bevalt haar ook heel goed in Holland," vertelt Allal. „Ze is hier veel vrijer dan in Marokko. Hier kan ik haar rustig naar een café meenemen. In Marokko doe je dat niet, want daar komen alleen man nen in cafés. Nee, ze heeft evenals ik hier nooit heimwee gehad. Toen ik hier pas woonde, sportte ik nogal veel. Ik zwom, voetbalde en deed aan karate. Nu is dat er helemaal af. Als ik vrij ben, zit ik thuis of ga ik naar een café om vrienden te ontmoeten." Al met al is het echtpaar Bahri bijzonder tevreden en hebben ze reden genoeg om de toekomst roos kleurig tegemoet te zien! Toen Allal Bahri (35) uit het Marokkaan se plaatsje Mazuza van school kwam, zag hij al zijn vrienden uit zijn geboorte dorp wegtrekken. „De één ging naar Duitsland, de ander naar Holland en weer een ander naar Saoedie-Arabië. Er was erg weinig werk in Marokko." Het was dan ook niet zo verwonderlijk dat Allal al snel het voorbeeld van zijn vrien den wilde volgen. „Maar mijn vader wil de mij eerst niet laten gaan," vertelt hij. „Nadat ik echter een tijdje zonder werk had thuisgezeten en steeds lastiger werd, vond hij het wel goed dat ik weg ging. We maakten samen mijn paspoort in orde en ik besloot naar Holland te gaan. Men had mij verteld dat dat een vrij land was met in die tijd veel werkgele genheid." In januari 1967 arriveerde Al lal in Nederland. Hij vond direct werk bij Philips in Nijmegen. „Bijna drie jaar lang heb ik daar gewerkt. Ik laste er zo'n 900 tot 1100 spiralen van gloeilampen per uur. Eén keer per jaar ging ik op vakantie naar Marokko, last van heimwee had ik niet. Bovendien maakte ik hier al vrij snel veel vrienden." Na drie jaar had Allal het in Nijmegen wel gezien. Hij nam zijn ontslag en vertrok naar Amsterdam. Óok hier was hij weer snel aan de slag.„Ik vond werk in een melkfabriek, waar men op schandalige wijze van mijn ijver profiteerde. Ik heb dagen gehad, dat ik daar van vijf uur 's morgens tot acht uur 's avonds werkte en dat voor honderdvijfentachtig gulden in de week!" Een brief uit Marokko maakte hier echter een eind aan. Zijn vader vroeg hem naar huis te komen, omdat hij op bedevaart naar Mekka ging 22

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1978 | | pagina 22