„Laat eerst maar eens de aanleiding ho ren," zei hij met een zucht, „dan komt de oorzaak straks vanzelf wel uit de doe ken." „Goed dan. Ontspan je en luister. Op een dag in juli 1487 zit een stel boeren uit de omtrek hun dorst te lessen bij een tapperij in Hoekster-end, het oostelijk deel van Leeuwarden. Het zal vast wel een marktdag geweest zijn. Geld hadden ze op zak, de zomer was in het land, ze hadden veel moeten praten, en hun keel was door de dorst ernstig toegekne pen." „Ah, die brave agrariërs: ik zie ze zitten en dorst lijden." „Ze zaten, ze hadden dorst, maar braaf, nee, dat waren ze in de verste verte niet in Leeuwarder ogen. Ze zaten daar, in strijd met de ordonnantie, bier te drinken dat niet binnen de stad gebrouwen was!" Haarlems bier „Je kunt je voorstellen wat er gebeurd is. Zo'n gezelschap heeft altijd iemand die haantje-de-voorste is. En die heeft, mis schien met een veelzeggend knipoogje naar de kastelein, hem gevraagd of hij alleen maar dat Leeuwarder spul tapte? Nou, aan dat optisch sein zal de kaste lein genoeg gehad hebben om zich te herinneren dat hij in zijn kelder nog een ton heerlijk helder Haarlems bier had staan. Die moest nodig op anders be dierf die maar. Onder groot gejuich tapte hij het boerengezelschap volle kroezen Haarlems 'kuit', daarmee handelend in strijd met de ordonnantie op het bier en de rechten der Leeuwarder brouwers aantastend. Maar dat kon de boeren niets schelen. Dat beroemde Haarlemse bier ging er bij hen in zo dartel als jong vee dat in de lente naar de wei gaat. Bij elke kroes steeg de vrolijke stemming in die boerenbreinen, maar steeg ook de woede in hoofd en hart der Leeuwarder brouwers, die letterlijk om de hoek hun bedrijven hadden. Wat? Die ellendige kinkels zaten daar maar binhen-de- stad-gesmokkeld-bier te drinken en hun markt te bederven! Hoe dorsten ze? Voeg er nog aan toe dat de boeren Schieringers waren en de brouwers Vet- kopers, dan zul je wel begrijpen dat er een hoogst geladen situatie was ont staan. Een brandende lont naar een kruitvat, de explosie kon niet uitblijven." „Je zult me wel stom vinden, maar ik snap er nog maar weinig van," sprak de ex-burgemeester, „wat is dat voor ge zeur van een brandende lont naar een kruitvat? Woorden, woorden, maar geen verklaring waarom er een explosie op komst was. Om één of twee tonnetjes bier? Kom nou. En wat mijn voorstel lingsvermogen ook ver te boven gaat, dat zijn brouwers die Vetkopers zijn." „Je kent nu de aanleiding, die de oorlog deed uitbreken. Zoals je zelf al zei komt nu de oorzaak bloot te liggen." „Nou, laat maar horen," sprak hij. Om zo te horen was hij al weer helemaal de ou de. „De diepste oorzaak dan ligt in de uiterst verwarde toestand waarin Friesland in de 15e eeuw, dus van 1400 tot 1500, op staatkundig gebied verkeerde. Het was er in die eeuw, het zij met behoud van alle eerbied gezegd, een grote bende." „Salva omni reverentia," (met alle eer bied) onderstreepte de ex-burgervader, die het gepast vond bij dit middeleeuwse gebeuren een woordje Latijn in te vlech ten. „Van een centraal gezag was in die jaren in Friesland nauwelijks sprake. Gevolg: ieder probeerde voor zichzelf ervan te maken wat ervan te maken viel, wat uit liep op halen wat je halen kunt. In zulk een situatie kwam er van de Friese vrij heid maar weinig terecht. Het was in- en intreurig wat zich toen afspeelde: stins vocht tegen stins (kasteel), de kloosters hadden strijdbare abten en monniken en vochten ook onderling, stad trok uit tegen stad. Sluipmoord en hinderlaag waren aan de orde van de dag, in 't kort een chaos, die naarmate de eeuw vor derde erger werd. Je vindt het vermeld in geschiedbeschrijvingen van die tijd. Een gezagsvacuüm kan niet eeuwig du ren: uiteindelijk heeft de hertog van Saksen het roer in handen genomen. Maar voor het zover was zijn er wel po gingen gedaan om zelf orde op zaken te stellen. Maar ook die zijn stukgelopen." Verdeeldheid „Er waren natuurlijk wel enkele machts centra, namelijk in steden als Leeuwar den, Sneek, Sloten, Bolsward en Frane- ker. Waren die nu maar eensgezind ge weest, dan zou er al veel gewonnen zijn. Maar helaas! Veel van de twist en twee dracht werd gekanaliseerd in twee grote partijen, die van de Schieringers en van de Vetkopers. De adel en de boeren hielden het, met de steden Sneek en Franeker, veelal met de Schieringers, terwijl de Vetkopers steunden op de ste den Leeuwarden en Bolsward en de streek om die steden (Leeuwarderadeel bij voorbeeld). Zie je hoe moeilijk het ook voor de steden was om eensgezind op te treden?" „Wel, wel, nooit geweten dat Friesland zo'n in de war geraakte kluwen wol was. Maar ga door: het moet op bier uitlo pen." „Dat doet het ook. Even een stapje terug naar 1435. In dat jaar werden de plaat sen Oldehove en Leeuwarden, direct aan elkaar grenzend, na veel aarzeling één stad, Leeuwarden. De toren Olde hove staat er nog steeds. Beide plaatsen hadden brouwindustrie, beide waren Vetkopersgezind, dat wil zeggen protectionistisch, en in het 'fu sieverdrag' kwam een bepaling voor, die stelde dat vanaf Heilige Mis (1 novem ber) tot mei alleen in de stad gebrouwen bier gedronken mocht worden." „Da's raar," zei hij, „waarom gold dat niet in de zomermaanden? Dan zal er toen toch ook wel meer omzet geweest zijn." „Tja, daar heb ik ook over lopen denken. 't Kan zijn dat er voor de zomermaanden te weinig produktie was. Haarlemmer bier was dan welkom, want vergeet niet dat bier in die tijden zowat de rol speelde van drinkwater. „Hoe dan ook, het contract van 1435 was er, de jaren verstreken, en de tijden werden zo erbarmelijk slecht, dat de 'Vetkoperianen' Leeuwarden en Bols ward er eindelijk toe overgingen in 1482 een verdrag te sluiten met de Schierin- ger vrijhandelssteden Sneek en Sloten voor de tijd van vier jaar, 'voor de zalig heid van hun zielen en het nut voor hun gemeenten.' In het eerste artikel wordt direct vrijhandel voorop gesteld: kopen en verkopen is vrij, en men moet vrij en veilig kunnen reizen. Het vrijhandelsprincipe zegevierde dus, maar niet voor lang. In 1486 werd het verdrag niet verlengd en in Leeuwarden Leeuwarden, waarde boeren in een tapperij het verboden bier zaten te drinken ligt rechtsboven op deze kaart. Het Amelandshuis ligt, zoals de kaart laat zien, vlakbij. 11

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1978 | | pagina 11