J. C. van Kampen
G. A. POELENIJE met pensioen
Jubilaris Löwensteyn en zijn vrouw met een op de afdeling gemaakt
miniatuur-tuinameublement dat symbolisch als cadeau namens de
collega's werd overhandigd.
Amsterdam Op 14 april jl. werd het veertigjarig
jubileum van de heer Löwensteyn gevierd. In
gezelschap van zijn echtgenote, vader,
schoonvader, kinderen en aangetrouwde kin
deren werd hij door de heer Verver ontvangen in de Commis-
sarissenkamer op de Mauritskade. In besloten kring sprak de
heer P. Bol een kort woord. De jubilaris ontving uit zijn handen
de speld met diamant, alsmede de bekende envelop. Tevens
bood de heer Bol de die dag jarige zoon een fles cognac aan.
In de Raadskamer vond een receptie plaats, waar zulks op
verzoek van de jubilaris geen toespraken werden gehouden.
Alleen de heer Van der Pol sprak een kort woord bij de over
handiging van het cadeau namens de collega's.
De heer Löwensteyn kwam op 15 april 1938 in dienst als me
dewerker van de expeditie aan de Van der Helststraat. Na in
1972 te zijn overgeplaatst naar de expeditie Mauritskade,
kwam hij in 1973 bij de plaatselijke administratie in de Boer-
haavestraat.
Gelukwensen van de heer Havekotte voor zilveren jubilaris Van Kam
pen (links).
Amsterdam Op 31 maart 1978 werd de heer
Van Kampen ontvangen in de Commissarissen-
kamer op de Mauritskade in verband met zijn
25-jarig jubileum. De jubilaris was in gezelschap
van zijn echtgenote, dochter en enkele kennissen, alsmede
zijn schoonvader, de heer De Vink, die meer dan veertig
dienstjaren bij Heineken heeft volgemaakt. (van 1926 tot 1972).
In een amusante speech schetste de heer J. E. M. Bruning de
loopbaan van de heer Van Kampen. Als 19-jarige kwam hij op 3
april 1953 in losse dienst als bankwerker. Per 1 mei 1957 kwam
hij in vaste dienst. In 1961 bezocht hij de Volkshogeschool in
Bergen, en meldde, dat tussen de diverse daar liggende per
soneelsorganen Vers van 't Vat ontbrak.
De heer en mevrouw Poelenije, omringd door de medewerkers van de
afdeling assurantiën.
AMSTERDAM Voor het afscheid, 28 april jl., van de heer
G.A. Poelenije, hoofd van de afdeling assurantiën, waren vele
belangstellenden naar 't Koelschip aan de Van der Helststraat
gekomen. Nadat de heer F. U. Verver een aantal telegrammen
had voorgelezen, kwam de heer H. A. H. Verlinden als eerste
spreker aan het woord. Deze vertelde het een en ander over de
loopbaan van de heer Poelenije bij Heineken. De heer Poele
nije kwam op 1 mei 1936 bij de Amstel brouwerij in dienst als
correspondent op de technische inkoopafdeling. Hij was er
belast met de verzorging van onder meer de technische cor
respondentie. In 1942 werd hij als inkoper aangesteld. Per 1
januari 1956 werd de heer Poelenije chef van de afdeling in
koop en tegelijkertijd benoemd tot procuratiehouder. Even
eens was hij verantwoordelijk voor de bevoorrading van de
buitenlandse Amstel brouwerijen met betrekking tot grond
stoffen en bedrijfsuitrusting. Na de reorganisatie werd hij in
1969 benoemd tot hoofd van de afdeling assurantiën. In het
kader hiervan behaalde de heer Poelenije op 58-jarige leeftijd
nog zijn diploma assurantiën. Volgens de heer Verlinden is er
zoveel waardering voor de heer Poelenije dat dit niet in geld uit
te drukken is. Dat heeft men dan ook niet geprobeerd.
Vervolgens nam de heer Versteeg het woord, die de heer
Poelenije als hoofd van de afdeling assurantiën opvolgt. De
heer Versteeg wenste iedereen die met pensioen gaat een
gezondheid toe zoals die van de heer Poelenije. Verder
noemde hij een aantal van de vele goede kwaliteiten die de
scheidende bezit, zoals het goed leiding kunnen geven. De
heer Poelenije ontving van zijn afdeling een klopboor als af
scheidscadeau.
Als laatste sprak de heer Poelenije zelf. Hij zei verrast te zijn
door de grote opkomst, vooral van gepensioneerden. Tevens
verklaarde hij altijd met veel plezier bij Amstel en later het
Heineken concern gewerkt te hebben. Na de fusie van Heine
ken en Amstel kwam hij in het assurantiebedrijf terecht ,,Bij
een fikse brand begin je er echt aardigheid in te krijgen,"
volgens de heer Poelenije. Hij vertelde dat verzekeringen al
zeer oud zijn. Al 400 jaar voor Christus kon men zijn ezel en
slaaf tegen weglopen verzekeren. Tenslotte dankte hij ieder
een voor de fijne relatie die hij met velen onderhield. Van het
personeel ontving de heer Poelenije een enveloppe met in
houd, waarvoor hij een camera zou kopen.
22