Talen en gebaren Helmen Op de brug met enkele scheepsofficieren. Een proviandorder wordt aan boord gehesen. als vijfsterrenhotels, maar de vertegen woordigers kunnen toch redelijk zeker zijn van een prettige ontvangst. De be manningen leiden op zee een eenzaam leven, en blijven meestal niet langer dan 24 uur in een haven; ze kunnen weinig of geen tijd aan de wal doorbrengen. Be zoekers zijn dus welkom. Toch hebben de Rotterdamse duty free vertegenwoordigers duidelijk een baan die veeleisender is dan de meeste; een baan voor lichamelijk fitte jongemannen met een onbegrensde energie, die zelf standig moeten kunnen werken, en die denk aan de touwladder en de helm iets van een boekanier in zich hebben. Als men eenmaal aan boord is, ligt de nadruk op verkoopdiplomatie en het ef fectieve gebruik van goede contactuele eigenschappen. De Nederlandse flair voor talen is hierbij natuurlijk van on schatbare waarde. Maar af en toe, zoals aan boord van Japanse schepen, zijn ze toch gedwongen het te zoeken in geba rentaal. (Waarbij het gebaar voor ,,Bier - je weet wel - dat spul dat je drinkt" toch wel weer tamelijk eenvoudig is!). Als de vertegenwoordiger het schip kerrt, en de bemanning dezelfde is als de vorige keer, is er niets aan de hand. Maar als er een nieuwe bemanning aan boord is, kan dit betekenen dat de andere, die hij waarschijnlijk goed kent, een paar maanden verlof heeft. In dat geval moet hij helemaal opnieuw beginnen. Toch is dat nog niet zo frustrerend als wanneer een schip waaraan Heineken goed verkocht heeft, wordt opgelegd. Het kan zijn dat zo'n schip overbodig is geworden doordat het ten gevolge van de economische situatie niet meer ren dabel is. Het is ook mogelijk dat men bezig is met herstelwerkzaamheden. Hoe dan ook, het zal ten minste een jaar duren voor men er weer Heineken, of Fitheid en conditie. Vertegenwoordiger Flier in actie bij het ..beklimmen" van een schip. het schip te rijden. Vaak moet men de auto op een afstand van 200 a 300 meter parkeren en moet het laatste stuk te voet worden afgelegd, soms tegen een gie rende wind en slagregens in. Verder is het aan boord gaan niet altijd een kwestie van licht hellende loopplan ken opgaan Als het schip al gelost is, ligt het hoog in het water, zodat er geen an dere mogelijkheid is dan via verrijdbare trappen op het havenhoofd omhoog te gaan en daar vanaf aan boord te klaute ren. Soms, bijvoorbeeld wanneer het schip ,,op stroom" of „aan de boei" ligt, moet men er eerst even naartoe varen in een klein bootje, en dan via een touw ladder aan boord klimmen. Dan begint het echte werk: de man vinden die voor de scheepsvoorraden zorgt. Als het de eerste keer is dat men zo'n schip be zoekt, moet men er eerst achter komen wie men hebben moet, aangezien de in koopfunctionaris op elk schip weer ie mand anders is. Het kan bijna iedereen zijn, van de kapitein tot de hofmeester van de bar; deze laatste is meestal de sleutelfiguur aan boord van, bij voorbeeld, veerboten over het Kanaal. Maar dat is nog niet alles. Er is nog meer behalve glibberige kaden en touwlad ders en wankele stellages. In kolen- en ijzerertsoverslagplaatsen bijvoorbeeld waar het niet bepaald schoon is, noch veilig is het gewoonlijk nodig een helm te dragen. Het aan boord gaan van een tanker is helemaal niet eenvoudig. Vaak moet men een lang stuk rijden over de kaden, naar het kunstmatige eiland op de Maasvlakte, waar schepen die te groot zijn voor de binnenhavens, op diepwa- ter-ligplaatsen voor anker zijn gegaan. Weliswaar zijn tankers niet zo gerieflijk 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1978 | | pagina 18