Een schoon geklede vrouw, die een klein kindje draagt...
In de streek, waar wij werken, is de
overgrote meerderheid katholiek. Het
aantal protestanten benadert wel het
aantal katholieken. Sedert verscheidene
jaren ook werken we hier als broeders en
zusters naast elkaar. In de grote centra
van de streek (over een uitgestrektheid
van 5.200 km2) geven we dezelfde les-
december begint de voorbereiding: hele
families begeven zich op reis in groepen
van 20 a 30 man. Vrouwen dragen 't
eten, de mannen hun tam-tams en an
dere muziekinstrumenten of helpen de
kleinere kinders dragen. Sommigen
dragen ook hun mat mee, want nergens
kan men rekenen op bed of stoel. Op
Jongens en meisjes van Katende, die bij allerlei gelegenheden met hun dansgroep optreden...
sen over gezondheidsleer, kinderver
zorging, wormbestrijding, voorkomen en
genezen van ziekten, betere voeding,
enz. We wegen de kindjes en onderzoe
ken de zwangere vrouwen en vervoeren
in noodgevallen een zieke. In onze ver
gaderingen hebben we vrouwen van alle
godsdiensten. Nooit wordt onderscheid
gemaakt. Alles en allen werken mee tot
toenadering. Na vele cessies in Kananga
is er een oecumenisch gebed. Iedere
keer dat we in de dorpen een andere
groep aan 't werk vinden, stoppen we om
hen te begroeten. Zij ook doen 't zelfde
wanneer ze ons aan 't werk vinden, 't
Gaat reeds zover dat we van beide kan
ten zoeken elkaar te ontmoeten. In me
kaars huis voelen we ons thuis. Vóór
enkele maanden is een Amerikaans
protestants meisje, Suzan Datton, een
week te gast geweest en met ons dag en
nacht samen geweest en gewerkt als
een zusje van ons. Zó is 't dat de mensen
hier en in de dorpen vrijer met elkaar
omgaan en eikaars vergaderingen bij
wonen. En dat is van belang gezien de
uitgestrektheid van de streek en de ui
terst verspreide bevolking: 93.000 in
1974.
Nu met de overname van het onderwijs
door de réseaus, zijn we dicht bij een
overeenkomst voor 't samenstellen van
de lijsten van de in aanmerking komende
bestuurders en personeelsleden in de
scholen. Hun eisen zijn omtrent dezelf
de: ze willen een christelijk onderwijs,
waarin de hele mens gevormd wordt.
Sedert het verbod van openbare bijeen
komsten en godsdienstplechtigheden
buiten de kerk, was Kerstmis een dag
geworden zoals alle andere: een werk
dag.
Nu echter, Kerstmis van 1976, was alles
weer zoals vroeger: in alle godsdiensten
vieren ze op hun manier het midder-
nachtgebeuren. Vanaf de morgen van 24
sommige plaatsen, waar de cathechist of
de dominé de kunst bezitten van hun
volk goed te ontvangen, vinden de deel
nemers stukken van bomen of stokken
gerold onder een grote hangar van
palmbladeren, 't Gebeurt ook dat grote
stapels hout ter beschikking liggen van
al de genodigden, 't Gebeurt ook dat de
leiders, op sommige plaatsen een geld-
omhaling deden op voorhand zodat de
zen die van ver komen niets mee te
dragen hebben.
Op reis naar die kerstvieringen komen
de verscheidene groepen elkaar tegen.
Ze gaan in tegenovergestelde richting al
naargelang hun godsdienst, tegen
woordige goesting of nabijheid van de
bijeenkomst.
Katholieken kunnen zowel naar protes
tantse of andere bijeenkomsten gaan en
omgekeerd. Ons volk aanbidt een Op
perwezen en vreest Het in al zijn doen en
laten, 't Is dan ook de grote bekommer
nis van alle missionarissen van die over
dreven en ongewettigde vrees bij de be
volking weg te nemen. Die vrees echter
is buitengewoon sterk en onvermurw
baar.
't Kerstgebeuren, waarin God zijn goed
heid en tederheid toont, wordt dan ook
in alle luister gevierd.
Wanneer een groep het einddoel van zijn
reis nadert, worden de tam-tams ge
slagen en volgt de begroeting ,,yayo"
„yayo", ,,moyo wetu au", „sangayi wa-
bo", ,,betu abu" of andere dergelijke.
Die groet wordt steeds gezamenlijk
beantwoord. Direct gaan ze liggen of
zitten, buiten in 't zand. Langzaamaan
komen enkelen recht en beginnen vuur
te maken en te koken op afzonderlijke
houtvuurtjes, daar waar ze zitten of lig
gen. Zo zijn er gedurigaan groepen die
zitten te eten rond een gemeen
schappelijke pot. Niemand wordt gewei
gerd. Sommigen, vooral kinders, ziet ge
4 a 5 keren eten, nu eens hier dan weer
daar. Ondertussen wordt stil gebabbeld.
Hier en daar hoort men een mondhar-
monika bespelen, een radio die staat te
schuifelen, een kind dat weent of andere
afzonderlijke en stille geluiden. En daar
die samenkomsten steeds in een groot
dorp plaats hebben is er onophoudelijk
ergens in de omtrek het doffe geluid van
een vrouw die maniok stampt, 't Is een
stille wirwar van mensen en kinders die
door elkaar en tussen de tientallen
vuurtjes lopen.
Wanneer dan eindelijk de radio midder
nacht aankondigt worden de vele tam
tams geslagen en iedereen, vooral de
kinders, beginnen te roepen en te zin
gen. Kerstliederen worden gezongen, er
wordt gedanst en gevierd tot de zon op
komt.
Bij ons, op de missie, gaat ook niemand
slapen vóór de nachtmis. Als de klokken
luiden en de moteur aangaat beginnen
allen die in 't dorp of langs de straat la
gen of zaten, te roepen en te lopen om
een goede plaats te bemachtigen in de
kerk.
Vóór de dienst komt een grote, lange
man, in engel gekleed vooraan in de kerk
de geboorte van Christus aankondigen.
Dan komt van buiten een stoet van in 't
wit gekleede meisjes, al dansend en zin
gend een schoon gekleede vrouw vooraf
die een klein kindje draagt (die verbeeldt
Maria en haar Kindje).
Ze gaat vóór het altaar zitten met de
meisjes er rond. Onder de Eucharistie
viering dansen en zingen de meisjes,
God ter ere. Ik vind het ieder jaar heel
schoon en steeds nieuw.
Een omhaling wordt gedaan en in de
namiddag krijgen ons blinden, kreupe
len en weggejaagden uit de dorpen hun
feestmaal; aan lange tafels buiten onder
de grote bamboustruik. Ze eten bidia,
rijst en vlees (dit laatste hebben velen
het hele jaar niet over hun lippen ge
kregen). Ze eten tot ze bijna niet meer
kunnen. Ze krijgen ook een glas bier.
Leerlingen van de middelbare scholen,
op verlof, dansen en zingen, ons oudjes
en blinden ter ere.
Die dag gaan ze slapen, overgelukkig en
voldaan.
begeleid door de tam-tams.
5