lepelaarskolonies, die we in Nederland hebben, bevindt. De andere twee huizen op Texel en in het Naardermeer. Met wat geluk kunnen we zo'n lepelaar wel aantreffen in de aangrenzende polder waar ze vrij regelmatig komen fourageren. De typische, aan de punt breder wordende snavel is vrij zacht en bevat van binnen een fijne lamel- achtige opbouw om het voedsel uit te zeven. In het Zwanenwater komen ook nog een reigerkolonie en ver schillende meeuwenkolonies voor met zilvermeeuw, kok meeuw en storm meeuw, waarvan de laatste tussen de lepelaars broedt. Meeuwen en vele waadvogelsoorten leggen, vergeleken met bij voorbeeld eenden, maar wei nig eieren: de eend legt tus sen twaalf en vijftien eieren, de meeuw, de waadvogel en ook vele weidevogels zoals wulp, kluut, grutto en kievit komen niet verder dan drie a vier stuks. Ook een broedvo- gel van het Zwanenwater is de wulp, overwegend bruin met een witte borst en te her kennen aan de lange omlaag gebogen snavel. De vele soorten bloemen en planten die er te vinden zijn vormen vaak prachtige kleurencom binaties, zoals bijvoorbeeld de rose echte koekoeks bloem met de gele kleine ra telaar. Zeldzame bloemen, zoals orchideeën, zijn ook in dit gebied te vinden. Dit houdt vanzelfsprekend een rijk insektenleven in: vele soorten die elders schaars zijn komen hier volop voor, zoals diverse bontgekleurde vlinders. Terug naar de vogels. In het Zwanenwater broeden ook veel soorten zangvogels en enkele roofvogels (tegen woordig meestal stootvogels genoemd) en ook de koe koek. Deze vogel heeft de vreemde eigenschap zijn eie ren in andere nesten te leg gen, bijvoorbeeld in het nest van de karekiet of in dat van de rietzanger. Dit noemt men broedparasitisme. De koe koek zoekt hiervoor een nest uit waar nog geen volledig broedsel in ligt zodat de on vrijwillige pleegmoeder geen argwaan krijgt. Zijn de eieren eenmaal uitgebroed, dan werkt het koekoeksjong zon der pardon de andere jongen het nest uit. Hij heeft namelijk zoveel voedsel nodig dat hij geen mededingers kan ge bruiken. Al gauw is het koe koeksjong zijn pleegmoeder in grootte voorbijgestreefd en het kan gebeuren dat deze pleegmoeder op de schouder van de jonge koekoek zit om hem zo te voeren. Wadden Eerder in dit artikel heb ik al gesproken over wintergas- ten. In het najaar komen grote zwermen vogels, met name steltlopers en ganzen, naar de Wadden (hieronder wordt het gehele gebied van Ne derland tot en met Denemar ken verstaan). Een gedeelte rust hier enige dagen en soms wel weken uit om daar na nog verder zuidelijk te trekken. Vaak vindt in deze periode ook de rui (het wis selen van het verenkleed) plaats. Tijdens de rui zijn de vliegprestaties minimaal zo dat de rust die in zo'n gebied heerst van groot belang is, evenals het voedselaanbod, dat op de Wadden zeer groot is. Van sommige vogel soorten strijkt 70 a 80 procent van de gehele wereldpopula tie hier neer. In deze periode veranderen verscheidene soorten geheel van kleur: het prachtige zomerkleed maakt plaats voor een veel minder opvallend winterkleed, het geen herkenning heel wat moeilijker maakt. Helaas worden ook de Wadden be dreigd: de uitstroming van de Rijn, de smeerpijp van Oost- Groningen, olieboringen en gaswinning zijn enkele voorbeelden. Het wordt tijd dat dit gebied internationale bescherming krijgt ook om dat de Waddenzee de kraam kamer van vele vissoorten is. Dat het gebied achteruit gaat blijkt alleen al uit het feit dat er steeds minder zeehonden voorkomen. Om de zeehond voor uitsterven in de Wad denzee te behoeden zijn er onder andere verschillende zeehondencrèches opgezet waar men zieke exemplaren verzorgt en zich met wisse lend succes over „huilers" ontfermt. Huilers zijn jonge zeehonden die hun moeder zijn kwijtgeraakt en inder daad liggen te huilen. Als de ze zeehondjes niet geholpen 12

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 12