van het jaar, maar als het wat
kouder wordt kunnen we di
verse vogelsoorten dichter bij
onze huizen krijgen, bij
voorbeeld door middel van
een voederplank met wat
brood of een vetbol (ver
krijgbaar in de dierenwinkel).
Kool- en pimpelmezen doet u
een plezier met een streng
ongedopte pinda's. Zet u lie
ver geen water neer wegens
het bevriezingsgevaar als de
vogels een bad nemen. U
kunt er zeker van zijn dat er
verschillende vogelsoorten
op uw uitnodiging in zullen
gaan. Woont u in het centrum
van een stad, dan zal het be
zoek hoofdzakelijk bestaan
uit mussen en spreeuwen,
erbuiten en in de randgebie
den is er kans op een veel
grotere variatie. Eenden en
meeuwen zijn ook niet vies
van een extra stukje brood.
De kok- of kapmeeuw heeft 's
zomers een bruine kop, die
tegen het najaar zijn kleur
verliest. De jongen zijn goed
te onderscheiden van de vol
wassen exemplaren doordat
ze gedurende drie jaar, tot ze
volwassen zijn, een bruin
verenkleed hebben, dat lang
zaamaan „verbleekt" tot het
volwassen wit-g rijs/zwarte
kleed.
Winter- en zomergasten
Wintergasten noemen we de
vogels die de koude maanden
hier in bos en park doorbren
gen, zoals koperwiek en
kramsvogel (van de lijsterfa
milie). Aan de kust overwin
teren vele soorten steltlopers
en ganzen.
Vogels die hier het gehele
jaar blijven, zoals mussen,
.spreeuwen, vinken en rei
gers, noemen we standvo
gels. Er zijn er ook die ten
dele wegtrekken: spreeuwen
kunnen massaal wegtrekken
terwijl hun plaats wordt inge
nomen door noordelijke
broeders, zodat het lijkt dat
ze hier inderdaad blijven. An
dere soorten komen hier al
leen 's zomers om te
broeden, zoals zwaluwen,
grutto's, kieviten en ture
luurs.
Lente
Wat de flora betreft kunnen
we reeds tegen het einde van
januari de eerste bloesems
verwachten van de gele kor
noelje en de toverhazelaar.
Bij zachte winters, zoals we
die de laatste jaren hebben
meegemaakt, wordt in fe
bruari het eerste groen al
zichtbaar; we gaan het
voorjaar tegemoet. Al gauw
zien we sneeuwklokjes en
wat later madeliefjes en klein
hoefblad, gevolgd door
speenkruid, dotterbloem en
hondsdraf. De bermen tooien
zich met het wit van fluite-
kruid, het geel van koolzaad,
met zwarte mosterd met
daartussen de kleinere
soorten als hoornbloem, witte
en paarse dovenetel en nog
wel meer soorten die er ge
leidelijk bij komen.
De eerste vogels zijn inmid
dels uit hun winterkwartieren
teruggekeerd en voor hen
breekt een drukke tijd aan.
Wist u dat hun gezang, dat al
vroeg te horen is, een be
paalde regelmaat heeft? Dat
de verschillende zangers op
vaste tijden beginnen en ei
kaar aflossen? (De eerste be
gint ongeveer een uur voor
zonsopgang en wordt na vijf
of tien minuten afgelost door
de volgende).
Hun zang heeft verschillende
betekenissen: ten eerste, ter
ritoriumafbakening, ten
tweede de lokroep om de
aandacht van de partner te
trekken en ten derde, hoewel
deze vaak anders is, de
alarmroep bij dreigend ge
vaar. Is de partner gevonden
dan begint de balts (het hof
maken) en het paringsritueel,
waarna een druk heen en
weer gevlieg volgt om een
nieuw nest te bouwen of een
oud op te knappen.
Sommige vogels zoeken elke
zomer een nieuwe partner,
andere sluiten een huwelijk
Industriegebied
Laten we nu eens een paar
natuurgebieden van wat
dichterbij bekijken, te begin
nen met het westelijk haven
gebied van Amsterdam, tus
sen Sloterdijk en Halfweg.
Wat, zult u denken, een in
dustriegebied, wat valt daar
nu nog te zien? Nu, dat valt
mee: er is een grote ver
scheidenheid aan vogels en
voor het leven, zoals zwanen
en bergeenden. De laatste
zijn echte holenbroeders. Ze
krijgen twaalf a vijftien jongen
die, mochten ze ouderloos
worden, door andere een
denparen worden geadop
teerd.
10