Enkele gepensioneerden aan het woord wilde men me het trapje ophelpen, alsof ik dat nu ineens zelf niet meer kon! Ook de opmerkingen die vaak gemaakt wor den tegen oudere mensen die nog wat sporten dragen hiertoe bij, bijvoorbeeld tegen een man van een jaar of zeventig die voorbij fietst: nou, nou opa, fietst u nog? Als die man dat vaak te horen krijgt, heeft hij op het laatst ook het idee dat hij ieder moment dood neer kan val len. Dat maakt je zwak als je niet uitkijkt en dan ga je je ook oud voelen." Alleenstaanden Een extra probleem vormen tenslotte de alleenstaanden. Vooral bij deze groep speelt het probleem van de vereenza ming. „Bovendien hebben deze mensen vaak een groot minderwaardigheidsge voel," aldus Harriët Freezer. ,,Ze denken dat de mensen het niet gezellig bij hen vinden en durven uit zichzelf niemand uit te nodigen. Vooral de weduwen en we duwnaars zijn er nogal gevoelig voor, omdat zij vaak veel minder geïnviteerd worden als toen ze nog een partner hadden. Vrouwen, die voorheen altijd 's avonds met hun man op visite mee kwamen, worden nu 's middags bij de vrouw van het bevriende echtpaar op de thee gevraagd. Voor de man zou het na melijk niet zo leuk zijn als er 's avonds alleen een vrouw op visite kwam. Dat geeft deze alleenstaanden vaak een enorm complex. Toch moet je gewoon een zeker lef opbrengen en naar de mensen toestappen. Je moet niet steeds een afwachtende houding aannemen in de hoop dat er ooit nog eens iemand op bezoek komt! Wat heb je te verliezen...?" Op verschillende vestigingen van ons concern wordt maandelijks een gepen sioneerdenmiddag gehouden. De oude re garde kan dan weer eens een middag met elkaar bijpraten, een kaartje leggen, of een potje biljarten. Wij waren onlangs te gast op de gepensioneerdenmiddag aan de Mauritskade om met deze men sen indrukken uit te wisselen over hun ervaringen als gepensioneerden. ,,Na 43 jaar werken, miste ik m'n werk in het begin heel erg," aldus een oud-Am- stel medewerker. ,,Ook m'n collega's miste ik, maar nu na vijf jaar heb ik ei genlijk nog steeds een goed contact met ze. M'n tijd breng ik onder meer door met het opnemen van muziek. Ook ga ik nogal eens vissen. En dan heb ik nog twee kleinkinderen, die ook heel wat van m'n vrije tijd opeisen!" Een andere 65-plusser trekt veel meer met zijn vrouw op sinds hij thuis is: „We klungelen samen maar wat aan. Ik help haar een beetje mee met het huishouden en samen doen we gezellig de bood schappen. Ik heb het best naar m'n zin zo." Een nu weer gezond ogende zestiger begon zijn pensionering met een hartin farct. „Gelukkig ben ik daar nu weer he lemaal van opgeknapt. Samen met mijn vrouw maken we nu volop gebruik van ons 65 -pasje, waarmee we door het hele land kunnen reizen. Toch moet ik zeggen, dat je vooral het eerste jaar van je pensionering nodig hebt om aan het idee te wennen de hele dag thuis te zijn. De werksfeer en mijn collega's miste ik toen ook heel erg." Een heel tevreden indruk maakt ook een alleenstaande gepensioneerde, die te vens een eigen visie op zijn pensionering als alleenstaande heeft: „Ik kan me voorstellen dat als je getrouwd bent ge weest en je vrouw overlijdt opeens, dat je je dan eerder eenzaam gaat voelen, dan iemand als ik, die al zijn hele leven alleen is en er zijn hele leven ook op heeft in gesteld. Ik krijg veel visite, maak m'n flat schoon, kook en ga vissen. Ik heb er to taal geen problemen mee en voel me prima zo." Weer een ander zoekt z'n heil in z'n volkstuintje: „Daar heb ik genoeg werk aan en het is nog gezond ook de hele dag buiten. Het fijnste van m'n pensio nering vind ik, dat ik nu eindelijk eens kan doen wat ik zelf wil." Tenslotte spraken we nog met een me neer, die vanaf zijn pensionering een hartstochtelijk puzzelaar was geworden. „M'n hele leven heb ik nooit een puzzel aangeraakt. M'n zwager raadde het me aan ermee te beginnen en nu ben ik be ter dan hij!" Lieve Mevrouw, Hij komt binnenkort thuis, hè. Nog drie jaar, en dan is het ook zijn huis geworden. Tot nog toe leek hij meer "visite", en gezelschap voor de avonden, maar u was de echte bewoner. U spreekt immers van: in mijn huis geen ik heb in mijn huiskamer mijn stoffer, mijn taartvorkjes, mijn gordijnen Hij vraagt aan u: waar ligt de schaar (al ligt die 25 jaar op het zelfde plaatsje) hij kan geen broek persen, geen oven aansteken Je kon niet helemaal zeggen dat hij niet thuis hoorde, maar hij was toch niet zo thuis in zijn eigen huis als zijn vrouw en zijn kinderen. Maar dat gaat veranderen als hij gepensioneerd wordt. Dan komt hij echt thuis,en dan moet het worden: ons huis, onze taartvorkjes en onze gordijnen. Want hij moest voelen dat hij welkom is, en echt "thuis gekomen" is. Ik ken een oud-kapitein, die door zijn vrouw nauwelijks in huis geduld wordt. Hij moet van 9 tot 12 1smorgens de deur uit, want ze vindt hem lastig. Het is immers haar huis, hij loopt haar voor de voeten. Het enige dat hij wel mag doen, is alles betalen. Zo is pensioen een straf en geen beloning voor hard werken. Op die manier krijgt zo'n man hoogstens belangstelling voor gifmengen, en dat soort vrijetijdsbesteding wil niemand aanmoedigen, nietwaar. Weet u wat uw leidende motief moet zijn in deze drie jaren? ...Als jij gepensioneerd bent, dan gaan we... ...Als jij gepensioneerd bent, dan zullen we... ...Als jij gepensioneerd bent, dan kunnen we... Je hoort wel eens zeggen dat het- niet zo gemakkelijk is om opeens iemand de hele dag om je heen te hebben. Maar daar hebben we het nu juist over.' Het komt niet opeens; u hebt drie jaar de tijd om het voor te bereiden en erheen te leven, zowel voor uzelf als voor hem. Als een vrouw een kind verwacht, heeft ze negen maanden om wiegje, kleren, box en wat niet al klaar te zetten. U hebt drie hele jaren! Wat u voor hem klaar zet, hangt uiteraard van uw man af. Dat u elkaar de ruimte geeft om zelfstandig te leven, is heel belangrijk. Dat zal eenvoudiger zijn met een groot huis, als hij een werkkamer kan hebben. Maar ruimte zit'm niet alleen in woonruimte, maar in elkaar vrij laten. Wanneer de dokter roken of drinken afraadt, dan werkt u daar natuurlijk graag aan mee. Maar denk eraan: het is zijn lichaam en zijn leven. En tenslotte, lieve mevrouw, tracht nooit ruzie te maken over geld. En wees vooral niet de moeder-die-zo-nodig-sparen- moet-voor-haar-kinderenUw kinderen hebben in deze tijd uw tientjes heus niet nodig. Probeer uw man daar ook maar van te overtuigen. Samen kunt u een hoop plezier beleven aan alle extra'tjes. Samen! Want mevrouw, u hebt hem nog! Denk toch eens aan die eenzamen, die niemand hebben om koffie mee te drinken, televisie te kijken, ruzie te maken, en er later samen om te lachen. U moet er niet aan denken, dat hij er niet meer zou zijn! Denk dus lieverals hij gepensioneerd is, dan gaan we een boel leuke dingen doen" U hebt nog een toekomst samen. U boft. Hartelijke groeten van Harriët Free zer

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 19