Nederlandse gerst Nacobrouw proefveld KI.BE.M ™9*veerdrZmiZeZtZn draagt 30miljoen to°ndUktie 9erst circa land 's fotaanPuo U0k0le m Neder~ ztScroll: gerst 260.000 ton 000 (°n öroZglVt °n9eVeer eerste gewas geweest dat op de over stroomde gronden uitgezaaid kon wor den. Het laatst was dit het geval na de watersnood in 1953. Maar ook in de nieuwe IJsselmeerpolders wordt na het droogvallen van de grond, gerst als eer ste cultuurgewas uitgezaaid. Hoe de gerstcultuur van het Midden- Oosten naar onze streken is gekomen, is niet bekend. Wel beschrijft een Griekse ontdekkingsreiziger, Pytheas uit Massi- lia (Marseille), in 350 vóór Christus onze streken als een land waar men wijn be reidt uit graan. In 98 na Christus doet de Romein Taci tus in zijn Germania uitvoerig het brouwproces van de Germanen uit de doeken. Zolang het brouwen van bier huisvlijt was, werden er geen eisen aan de gerst gesteld. Door de slechte bemaling (de eerste watermolen stamt uit de jaren 1400) was de kwaliteit van de gerst niet al te best. Dit veranderde toen het brouwen meer geïndustrialiseerd werd en men de gerst ging betrekken uit Frankrijk en wel uit het gebied van de Somme. Deze si tuatie duurde voort tot rond 1850. Door de concurrentie van jenever, koffie en thee en ook door de hoge accijns heffing raakten de brouwers in moeilijk heden, wat de bierkwaliteit niet ten goe de kwam. Hierdoor moest het Neder landse bier het afleggen tegen het uit Duitsland geïmporteerde bier. Dit leidde er weer toe dat enige ondernemende brouwers, onder wie G. A. Heineken, overgingen op het Beierse brouwpro ces. Hiervoor werden Duitse vaklieden aan getrokken. Deze Duitse vaklieden waren gewend om met grondstoffen uit Zuid- Duitsland en Tsjechoslowakije te wer ken. Vooral de Tsjechische gersten uit Bohemen en Moravië waren van zeer goede kwaliteit. Door het gunstige kli maat waarin deze gersten opgegroeid waren, lieten zij zich goed vermouten en verbrouwen. We schrijven 1928. In dat jaar worden in de Heineken brouwerij te Rotterdam de eerste proeven genomen om van Ne derlandse gerst bier te brouwen. Het is midden in de grote economische crisis, om precies te zijn op 22 april 1931 als ir. J. A. Emmens, toentertijd bedrijfs leider van de Heineken brouwerij in Rot terdam, in een lezing voor de Rotter damse Graanstudieclub over enkele ge slaagde brouwproeven met mout uit Ne derlandse gerst spreekt. Op grond van deze mededelingen wordt in verband met de noodtoestand in de landbouw aan de minister de vraag ge steld of hij het verbrouwen van Neder landse gerst verplicht wil stellen. Dit gaat echter de Nederlandse brouwerijen te ver. Zij vrezen door het kwaliteitsverschil tussen de Nederlandse en de Tsjechi- Links meerrijige, rechts tweerijige gerst. sche gerst een achteruitgang van hun bier-export. Dat er in die tijd inderdaad een kwaliteitsverschil bestond tussen de Nederlandse en de Tsjechische gerst blijkt uit het prijsverschil. Voor de Ne derlandse gerst werd toen 6,- a 7,- per 100 kg betaald, voor de Tsjechische gerst ƒ11,- per 100 kg. Deze cijfers toonden tevens aan dat ook de brouwers belang hadden bij de ontwikkeling van een Nederlandse brouwgerst. In 1934 kwam het tot de oprichting van het Nationaal Comité voor Brouwgerst. De doelstellingen van deze instelling, kortweg Nacobrouw genoemd, waren de volgende: de beoordeling van de teelt in Nederland van voor het brouwbedrijf geschikte gerst, alsmede het gebruik van dusdani ge gerst in Nederlandse mouterijen en brouwerijen.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 5