Aanvankelijk zal men wat moeite hebben met het bepalen en herkennen van de juiste drinktemperaturen voor bepaalde wijnen. In dat geval kan een vloeistofthermometertje goed van pas komen. Na wat ervaring zal de eigen bevinding bij het proeven voldoende zijn. Dit brengt ons bijna vanzelfsprekend op de drinktemperatuur voor wijnen. Helaas is dit niet zo eenvoudig als we graag zouden willen. Bierdrinkers weten maar al te goed hoe belangrijk het is hun drank op goede temperatuur te serve ren: niet koud genoeg staat het tegen, terwijl te koud het genieten met volle teugen verhindert. Voorwijn luisteren de voorschriften nog nauwkeuriger, willen we althans van elke wijn in zijn soort volledig van de kwaliteit genieten. Met de vuistregels: rode wijn kamertemperatuur en witte wijn keldertemperatuur, zijn we er niet, de echte wijngenieter heeft meer informatie en eigen beoordeling nodig. De Italianen geven in de literatuur bij él ke beschreven wijn een temperatuurad- vies. Wanneer we na theoretische kennis wat meer ervaring hebben opgedaan in de praktijk van het wijnproeven, zullen we starre regels moeten gaan loslaten. We zullen dan heel snel merken dat lang niet alle rode wijnen kamertemperatuur verdragen. Eenvoudige rode wijnen worden dan laf en flauw door gebrek aan smaakstoffen en zuren. Dat gaat ook op voor imponerende namen als Bordeaux. We moeten ons realiseren dat de appel- latie Bordeaux en Bordeaux Supérieur een omschrijving is voor eenvoudige, eerlijke wijnen met bepaalde kwaliteits kenmerken. Maar het zijn geen grote wijnen. Jong gedronken zullen ze zich op keldertemperatuur vaak beter pre senteren dan op de voorgeschreven 18°C. De francofielen onder ons zullen in Franse tijdschriften, die als regel rijk ge stoffeerd zijn met beschrijvingen van goede restaurants, meermalen adviezen aantreffen als: accompagnés d'un Bordeaux léger servi frais". Vertaling: .Begeleid door een lichte Bordeaux, koel geserveerd." Uit het befaamde ma gazine ,,1'Expresse" citeer ik ,,On pro pose les vins rouges servis en frafcheur a la température de la cave: voila une initiative heureuse." Men be veelt de rode wijnen aan, koel geser veerd, op keldertemperatuur. Een voor treffelijk idee. Degenen die het hier voor het ogenblik niet mee eens zijn breng ik in herinne ring, dat twintig jaar geleden Beaujolais op kamertemperatuur geserveerd moest worden. Wie anders beweerde riskeerde de brandstapel. Ook met witte wijnen dienen we voor zichtig om te gaan. Het zonder meer in de ijsemmer, rijk voorzien van ijsblokjes, plompen heeft menige mooie champag ne of edele witte wijn vermoord. Te koud geschonken, zal champagne doen over komen als elk willekeurig ander sterk gekoeld drankje, omdat onze, door „be vriezing" verdoofde, smaakpapillen het onderscheidingsvermogen hebben ver loren. Voor champagne minimaal 8 °C dus, terwijl ik dit voor de champagne millésimé al te koud vind. 't Staat wel leuk zo'n ijsemmer, maar is alleen nood zakelijk als we door omstandigheden snel moeten koelen. Zoete witte wijnen zullen we meer koelen dan droge, niet zoete wijnen, die uitste kend voldoen op keldertemperatuur (circa 12 °C Sommige vlezige witte wijnen met veel smaak alsmede hoge witte kwaliteitswijnen op leeftijd geven het maximum wat ze te bieden hebben bij een serveertemperatuur van 14 °C. Dezelfde temperatuur dus als voor Beaujolais en vele andere rode wijnen wordt aanbevolen. Met de heer Claude Bouchard, presi dent-directeur van het beroemde, door ons in Nederland vertegenwoordigende Bourgognehuis Bouchard Père Fils, hebben we experimentele proeverijen gehouden om vast te stellen of zo'n twee graden verschil nou wat uitmaakt. Ik kan u verzekeren, dat, waar het kwaliteits wijnen betreft als Chablis en Meursault, dit wel degelijk het geval is. De Chablis kwam het beste tot zijn recht tegen de 12° C, terwijl de Meursault bij 14° C zijn volle smaakrijkdom etaleerde. Een zeer bekend restaurateur in Dijon vertelde mij, dat hij de grote witte Bourgognewij nen serveert in een koeler gevuld met water waaraan hij twee, drie blokjes ijs toevoegt. De kleine wijnen daarentegen zoals Macon Blanc, Bourgogne Aligoté worden in een bed van blokjes ijs gezet waaraan wat water wordt toegevoegd. Om te onthouden! Bedenk dat de Franse wijnkenner zijn witte wijn „frappeert" dat wil zeggen een tik in de goede richting geeft maar niet forceert, lees: geweld aandoet. Dit houdt tevens in dat wijn nooit te snel op tem peratuur gebracht mag worden. Met na me rode wijn zou bij snelle verwarming zuur kunnen worden. Is rode wijn on danks voorzorgen toch nog te koud, koester het glas dan met de hand maar bega in naam van de Goede Wijn geen doodzonde door de fles in warm water te dompelen of op de verwarming te leg gen. Lach niet, het gebeurt! Overigens wil ik deze Parlant niet be sluiten zonder erop te wijzen, dat bij of ficiële proeverijen de wijn niet wordt ge flatteerd waarmee fouten kunnen worden verbloemd. Zoals gezegd: erg koud doet het proefvermogen vervagen terwijl bij chambreren een overmaat aan tannine of zuren, die door verkeerde behande ling zijn ontstaan, minder goed herken baar wordt gemaakt. Proeven op kelder temperatuur, circa 12 °C is zowel voor rode als witte wijn aan te bevelen. Uit een vooraanstaand, in het Engels uitgegeven, vakblad citeer ik tenslotte nog: „Be carefull! The temperature of modern houses is often 20 °C (68 °F) or more. The qualities of even the best wi nes will not survive such temperatures. No wine should be drunk at more than 18 °C (64 °F)." Opgepast! De temperatuur van moderne huizen is dikwijls 20°C(68°F) of meer. De kwaliteiten van zelfs de beste wijnen zullen een dergelijke temperatuur niet overleven. Geen enkele wijn mag op een temperatuur van meer dan 18°C(64°F) gedronken worden. Een paar voorbeelden van de manier waarop men, vaak op eenvoudige wijze, zelf ruimte voor zijn wijnopslag kan scheppen of als doe-het-zelver zijn eigen wijnrek maken.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 33