jgens, en. In vlees- ide vis in (SS ite ter 3rstel) onder 'ee 2- n be- agen- vlees- if"- /ven- agen itere de- oplossing; met een vorkheftruck zou men dan deze wagens immers van twee zijden snel kunnen laden en lossen. Wel zouden voorzieningen getroffen moeten worden tegen trans- portschade, omdat het risico bij hoog gestapelde pallets, door de lage kop- en zijwanden, uiteraard groter is. Spoor- en vrachtwagens van de Amstelbrouwerij in de jaren '60 aan de Cruquiuskade in Amsterdam De twee wagens rechts zi/n na de oorlog door Werkspoor gebouwd en in 1946 in dienst gesteld. De wagens met de platte daken zijn van ver vóór de oorlog. boom) huurden daarna van de NS enkele tientallen gesloten goederenwagens, waarvan een aantal van een bescheiden brouwerij-embleem werden voorzien. Heineken vond echter dat het laden en lossen van pallets met kratten flessebier met gesloten wagens te omslachtig was, zodat deze oude relatie NS de rug dreigde toe te keren. Voor NS-Transportbescherming was dit een uitdaging om een laad- en losmethode te vinden, die dezelfde voordelen bood als bij vervoer per vrachtauto. Het gebruik van platte wagens was een voor de hand liggende SLWO rongenwagens Om een indruk te krijgen van de gedragingen van de lading tijdens transport, werd bij wijze van proef een rongenwagen gestuwd met geïmproviseerde hulpmiddelen. Omdat zo'n wa gen breder is dan twee pallets, bleef tussen de zijwanden en de lading enige ruimte over. Om aan de kopeinden steun te hebben als voorzorg bij abrupte rangeerbewegingen, werden twee rechtopstaande pallets ge plaatst tussen lading en de beide koprongen en aan deze rongen vastgemaakt. Tevens werd gezorgd, dat de kratten in de lengterichting van de wagen en zo dicht mogelijk tegen elkaar werden geladen. Over de gehele lading kwamen dek kleden, omdat bier nogal lichtgevoelig is; bovendien kreeg de lading hierdoor meer stabiliteit. De proef slaagde, zodat in mei 1961 vier rongenwagens van het type SLWO voor het vervoer van flessenbier tussen de Heineken brouwerij te 's-Hertogenbosch en het toenmalige Haagse filiaal aan de Stamkartstraat (Laakkwartier) werden ingericht. Het vertrek. 27 juli 1967, van de eerste biertrein (ongeveer 46 ton flessenbier) naar Groningen gde Zee bin- der- erst de bod iren ken na- uit- on- izet ten e in we- lan ans aar Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen ook nogal wat bier wagens door oorlogsgeweld verloren, of verdwenen definitief over onze oostgrens. Door elkaar de helpende hand te reiken, werden de resterende bierwagens zo eerlijk mogelijk verdeeld over de daarvoor in aanmerking komende brouwerijen; zo kwamen bijvoorbeeld wagens van de Amstel tijdelijk in depot te Valkenburg (brou werij de Leeuw). De groeiende concurrentie van het na-oorlogse wegvervoer, de daarop volgende sluiting van tal van NS-goederenstations en vooral ook de te kostbare vervanging van de oude, houten bierwagens met glijlagers door nieuwe, stalen wagens met rollagers, waren oorzaak dat geleidelijk aan al de zo vertrouw de witte bierwagens naar de sloper gingen. Sommige brouwerijen (onder andere Heineken en d'Oranje- Het lossen van de rongenwagens in de Stamkartstraat.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 13