BIER PER SPOOR
Een stukje historie
(slot)
door G. F. van Reeuwijk
P"Y
rusteloos nomadenbestaan lieten leiden.
Na de komst van de 3-assige rijtuigen en bagagewagens,
konden de 3-assige bierwagens uiteraard niet uitblijven. In
1909, respectievelijk 1910 werden reeds een 3-assige vlees
wagen en een 3-assige wagen voor het vervoer van levende vis
in het SS-wagenpark opgenomen.
Brouwerij de Amstel nam in 1912 een 3-assige bierwagen (SS
975) in gebruik. De aanvankelijke voordelen (laadruimte ter
grootte van 61 m3, gelijk aan twee eenheden op één onderstel)
bleken echter niet tegen de nadelen op te wegen.
Bij periodiek onderhoud moest de brouwerij het immers zonder
deze twee eenheden stellen, terwijl bij gebruik van twee 2-
assers deze wagens beurtelings de werkplaats konden be
zoeken. Ook de koeling met vier ijsladen over de volle wagen
breedte tegen de beide kopwanden, liet (evenals bij de vlees-
In 1961 en een aantal jaren daarna werd met rongenwagens flesse-
bier van Den Bosch naar Den Haag vervoerd. Op de foto drie wagens
na aankomst in de Stamkartstraat. 4 oktober 1962.
Misbruik bij verzending ledig materieel
Oorspronkelijk werd aangenomen, dat op een beladen zen
ding een ledige retourzending naar het depotstation zou vol
gen en de verschillende spoorwegmaatschappijen stonden
deze ledige retourzending gratis toe. Aangezien de terugzen
ding naar het depotstation niet altijd overeenkwam met de
belangen van de eigenaar, en ook niet paste in het begrip „vrije
beschikkingsrecht van den eigenaar", werd de gratis ledige
retourzending ook toegestaan naar andere stations dan het
depotstation.
Deze welwillend verleende faciliteit moest echter al spoedig
worden ingetrokken en vervangen worden door een zeker ta
riefstelsel, „teneinde aan het bovenmatige gratis ledig ver
zenden van particuliere wagens paal en perk te stellen".
De eerlijkheid gebiedt te vermelden, dat het vooral de ver
schillende handelshuizen en oliemaatschappijen waren, die
hun ledige ketelwagens tussen de verschillende „petroleum-
etablissementen" te Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen een
Rongenwagens (NS-aanduiding: SLWO) op het raccordement (spoor-
aansluiting) van het Bossche brouwerijterrein, maart 1964.
wagen) vooral in het midden van de laadruimte nogal te wen
sen over, zodat het in ons land bij deze ene 3-assige bierwagen
gebleven is. Met de vistransporten werden kennelijk betere
ervaringen opgedaan; in 1921 werden nogmaals twee van de
ze 3-assers in dienst gesteld.
Mutaties als gevolg van beide wereldoorlogen
Aanvankelijk werd de voor de brouwerijen benodigde
gerst voornamelijk via Fiume aan de Adriatische Zee
per schip aangevoerd. Naarmate echter de spoorwegverbin
dingen tussen het toenmalige Oostenrijk-Hongarije en Neder
land beter werden, kwam een steeds grotere hoeveelheid gerst
via de spoorweg ons land binnen
Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd door de
Oostenrijks-Hongaarse regering al spoedig een uitvoerverbod
op gerst uitgevaardigd. Gelukkig kon in de eerstvolgende jaren
nog gerst uit Schotland, Denemarken en Amerika betrokken
worden; de Geallieerden hadden aan deze transacties de na
drukkelijke voorwaarde verbonden, dat deze grondstof uit
sluitend bestemd zou zijn voor de Nederlandse „home con
sumption" en geen export van bier naar Duitsland of bezet
België mocht plaatsvinden.
Mede door de toenemende activiteiten van Duitse duikboten
en mijnenleggers, kwam aan deze gerstaanvoer van overzee in
de loop van 1917 een eind, waardoor tal van kleinere brouwe
rijen in ernstige moeilijkheden kwamen; de meeste werden dan
ook later door de grotere brouwerijen overgenomen (althans
hun debiet), zodat toen ook enkele bierwagens van eigenaar
verwisselden.