,,Dus een renner is niet alleen lichamelijk bezig, maar moet ook steeds zijn hoofd gebruiken onder het rijden?" ,,Ja, dat begint al voor de start, want dan moet hij het parcours in zijn hoofd hebben om te weten waar de concurrentie zou kunnen proberen zijn slag te slaan. Bij een wedstrijd als de Amstel Gold Race en bij vele andere moet je zorgen voorin te blijven zitten en dat vraagt ook denkwerk en niet alleen kracht. Wanneer je lichamelijk in puike conditie bent, dan gaat het gees telijke deel ook veel gemakkelijker." Behalve de inspanningen tijdens de wedstrijden, is het niet altijd uitrusten geblazen tussen de koersen, wantje moetje van hot naar haar verplaatsen om je contractuele verplichtingen na te komen. Wat is daar een opvallend voorbeeld van?" .Ongeveer een jaar geleden reed ik in Antibes in Zuid-Frankrijk. Na een douche genomen en me verkleed te hebben, zou ik met het vliegtuig naar het Noorden vertrekken om ongeveer zeven uur 's avonds. Maar er was een staking waardoor ik niet kon opstijgen. Ik ben toen met Raymond Poulidor in de auto naar Lyon gereden, waar ik op de nachttrein naar Parijs ben gestapt. Daar stond de volgende morgen mijn vrouw mij met de auto op te wachten en zij reed mij naar het Limburgse Linne, waar ik die dag in een avondcriterium zou starten. Ik ben nog op tijd daar aangekomen." Gisteren reed je de Waalse Pijl in de buurt van Luik, daar ben je vannacht blijven slapen, nu is het ochtend en zit je in Heerlen. Hoe ziet je programma er verder uit?" „Vanmiddag een paar uur trainen. Morgen dus de Amstel Gold Race, waarbij ik zes uur in het zadel zit. Direct na die wedstrijd ga ik met mijn vrouw achter het stuur naar Parijs om dan zondagochtend verder te rijden naar een stad in Noord-Frankrijk in de buurt van Het Kanaal en Tweede Paasdag zal ik starten in Bretagne." Praktisch iedere renner is moe na een werkdag op de fiets te hebben gezeten. Hoe lang heb je nodig om je weer fit te voelen nadat je over de eindstreep bent gegaan?" „Ongeveer een half uur, maar vorig jaar kostte het me een uur voordat ik weer de oude was toen ik uitgehongerd bij de aankomst van de Amstel Gold Race kwam." Het is zaterdagavond zes uur in de permanence kantoor) van de Amstel Gold Race. Renners wringen zich tussen de supporters door om hun rugnummers in te leveren. Een kleine honderd man van de pers praten nog wat na of schrijven hun artikelen. Twee Italianen zijn al een uur bezig met hun verslag door te bellen aan hun redactie, de jury vergadert in een rustige ruimte. Boven op een tafel staat een heel klein kereltje, drie jaar oud. Het is Karl Zoetemelk, het zoontje van Joop, die met zijn Hollandse grootvader uit Rijpwetering naar Meerssen is gereden om daar zijn ouders te ontmoeten en zijn Franse grootouders. Zij zijn allen naar de aankomst gekomen om Joop te zien winnen, maar zijn sombere voorspellingen van de vorige dag zijn uitgekomen. Hij werd slechts 35e. De kou is daar voor een groot deel schuld aan. Er wordt geen woord over vuil gemaakt. Het is jammer, maar zo is het leven nu eenmaal. Even uitrusten, even een paar beken den begroeten en daar slingert de grote Mercedes zich tussen de ploegleiderswagens en andere auto's door naar de autoweg Maastricht - Parijs. Op naar de volgende overwinning of de vol gende teleurstelling. Rozen zijn er weinig op het pad van een renner. Het zijn bijna allemaal kasseien, gaten en modder en als er dan eens asfalt is, is er ook vaak hagel en sneeuw of... teveel zon. Ey Joop Zoetemelk, ontspannen tij dens een interview met onze ver slaggever (niet zichtbaar) en een journalist van het Limburgs Dag blad. Een van de vele afdalingen waar aan de Race traditiegetrouw rijk is. (Luchtfoto Dick Lemcke). Beeld van de adembenemende slotfase waarbij als zelden tevo ren de fascinerende facetten van de wielersport tot uitdrukking kwamen. De uiteindelijke win naar, Jan Raas, moest het voort durend opnemen tegen het tweetal Raleigh rijders, links Hennie Kuiper, rechts Gerrie Knetemann, die tot het einde toe er alles aan gedaan hebben de nationale kampioen op de weg van de zege af te houden. vervolg van linkerpagina voor de supertijd van 5 uur 45 minuten en 55 seconden, het geen over dezelfde afstand als vorig jaar een winst van ruim 7 minuten betekende. Dat zich al Het peloton, bij de eerste doorkomst over de finishlijn in Meerssen. bij al 54 renners niet door de ve nijnige heuvels en het ruim schoots aanwezige „vals plat" hebben laten afschrikken, mag evenzeer tot de records gere kend worden. Veertig van hen gingen in ieder geval met een aardige prijs naar huis. Van een record spraken ook de mannen van onze afdeling recla me-service en van het Wieier- comité Meerssen, die met nog meer materieel dan voorheen aan het karwei waren begonnen, in ijltempo de gehele start en finish- accommodatie hadden opge bouwd en na afloop in minder dan geen tijd het „zaakje plat hadden". Dat de telefoonreke ning voor persgesprekken naar het buitenland ditmaal een re cordhoogte heeft bereikt, er bij het vertrek 400, en dus wéér méér, sponsortassen zijn uitge deeld en het bier in de perma nence in Meerssen op een be paald moment „schoon op" was, mag de indruk van de recordrace nog versterken. De conclusie van dit alles is, dat de organisatoren Herman Krott en Marcel Eijck met één huizen hoog probleem blijven zitten: hoe kun je in 1978 voor nog meer spektakel zorgen als je ditmaal al als „hors categorie" te boek hebt gestaan, je fors meetelt in de strijd om de Trophee Super Pres tige Pernod en om de Wereld beker en er in feite alleen op hele kleine onderdelen nog iets te wensen overblijft. De trotse winnaar, geflankeerd door Bonny St. Claire en Willy Alberti, die als Rondemiss en begeleider fungeerden.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1977 | | pagina 5