VLIEGENDEN FASCINERENDE SPOtf
MAARTEN RIJKENS,
PILOOT
UIT LIEFHEBBERIJ
Maarten Rijkens, in
de cockpit van een
Cessna 150, een
tweezitter.
Rijkens (rechts) als
co-pilot met Milten
burg, tijdens een van
de rondvluchten bo
ven Hilversum (zie
het tweede gedeelte
van dit verhaal).
,,Nu opstijgen en dan weer landen, maar
eerst stoppen, opdat ik er uit kan". Dat
zijn de woorden waar een leerlingvlieger
naar toe leeft, maar als ze eindelijk uit de
mond van de instructeur klinken, hem
ook de schrik op het lijf jagen, want het
ogenblik dat hij de kleine machine zelf
mee de lucht in mag nemen, is aange
broken. Wij kunnen het ons voorstellen,
want een vliegtuig is geen auto, zoals
Maarten Rijkens, group product
manager frisdranken, ons heeft verze
kerd. Hij is sportvlieger uit liefhebberij,
zoals een ander autocoureur is, zeiler of
parachutist.
plezier hebben in die grote ruimte daar
boven, wanneer zij stunts kunnen uitha
len, wanneer zij kunnen duiken, vallen
om kronkelend weer omhoog te komen.
Dat moet je liggen en daar houd ik niet
van. Ik geniet van Zeeland, dat versierd
wordt door honderden zeilboten, maar
er zijn hele volksstammen, die wanneer
ze eens een keer mee naar boven wor
den genomen, dit allemaal koud laat. Ze
ginjaren van deze eeuw de verkeers
vliegtuigen, die niet veel groter waren
dan de Piper Cubs, de Cessna's en noem
maar op."
Hoe begin je?
Hoe komt een mens er toe zijn hart te
verpanden aan het luchtruim? Rijkens
heeft als kleine jongen vrij veel gevlogen,
omdat zijn ouders in het buitenland
woonden. Toen begon hij al de taal van
de zware motoren te verstaan, begon het
luchtruim al naar hem te lonken en bleef
dit allemaal in zijn herinnering hangen.
Wat brengt iemand er toe om zich in de
leegte te storten om dan bengelend aan
een soort paraplu, de laatste meters naar
Moeder Aarde hulpeloos af te leggen?
Waarom rijdt iemand met 200 kilometer
per uur over een baan, die slechts leidt
naar het beginpunt? Hoe komt het dat
iemand zijn hart verpandt aan het
doorsnijden van het luchtruim?
„Omdat het fascinerend is, voor wie er
gevoel voor heeft", vertelt Maarten Rij
kens ons. „Het ligt natuurlijk voor ieder
mens weer anders, maar voor mij is vlie
gen een liefhebberij geworden, omdat je
de aarde van boven af kunt bekijken en
het landen een echte sport voor mij is.
Het precies neerkomen op de plek die je
hebt uitgekozen, vechtend tegen zij
wind, de wielen dwingen de grond te ra
ken op of tussen de strepen, die dienen
als hulpmiddel om de goede richting te
houden, de machine zacht de grond te
laten raken, dat is wat mij boeit in de
vliegerij. Er zijn anderen, die alleen maar
stappen uit, zoals ze uit een auto stap
pen en het vliegen doet hun niets.
Ook al zou je ze meenemen naar Zwit
serland, waar vliegen een andere di
mensie krijgt door de bergen, een di
mensie die alleen de sportvlieger van
vandaag nog te zien kan krijgen, dan
zouden ze nog niet onder de indruk zijn.
In Zwitserland kun je met een klein
toestel tussen de bergketens doorvlie
gen en dan zie je de natuur niet alleen
onder je, maar ook naast je en zelfs bo
ven je. Lijntoestellen zullen natuurlijk
nooit zo laag over de Alpen kruisen en
de gewone passagier zal altijd neerkij
ken op de eeuwige sneeuw. De sport
vlieger kan daar nog genieten van het
natuurschoon op de ouderwetse manier
van vliegen, want wat nu de kleine
sporttoestellen doen, deden in de be-
Toen hij later in de buurt van een vlieg
veldje kwam te wonen was de verleiding
te sterk en zat hij op een zeker ogenblik
met een instructeur naast hem in een
kleine machine. Daar op het gras leerde
hij wat een vliegtuig is, nam hij de kist
naar boven om hem direct weer naar
beneden te brengen onder het wakend
oog van een ervaren piloot. Vijf uur heb
je zeker nodig om je zelf ervan te over
tuigen dat jij de baas bent en niet het
stuk techniek waarin je zit. Maar dat niet
alleen, want je moet ook leren dat je kunt
vallen. In een auto kun je naar de horizon
rijden en dan kom je altijd wel ergens uit.
Vlieg je naar de horizon toe, dan weet je
zeker dat je na verloop van tijd altijd op
het aardoppervlak terecht komt, want in
een vliegtuig zit je boven de gezichts
einder en laat je je verleiden door deze
Lorelei dan zijn verdere vlieglessen
overbodig.
De zeven vliegende Hollanders, die zaterdag
2 oktober jl. op de Hilversumse luchthaven
bijeenkwamen. V.l.n.r. ir. J. Cremer, techno
loog (Zoeterwoude), ir. J. M. Deutekom, chef
technische dienst (Bunnik), H. J. Miltenburg,
planning control (Amsterdam, Mauritska-
de), ir. Chr. de Vlieger, chef technische dienst
(Den Bosch), F. Mulder, bedrijfsleider (Trini
dad), J. C. Colijn, groepsleider elektrotech
niek (Zoeterwoude) en M. H. Rijkens, group
product manager frisdranken (Amsterdam,
Mauritskade).
18