Oogsten in de Elzas. Opvallend is
de hogere wijnbouw dan elders in
Frankrijk gebruikelijk is.
Als u dit leest is de wijnoogst
1976 binnen. Over het alge
meen ontvangen we zeer op
timistische berichten over de
kwaliteit en kwantiteit. Toch
bleef de spanning er tot het
einde toe wel in en opnieuw
moesten we vaststellen, dat
men de dag niet mag prijzen
voor het avond is. Het bloei-
groei seizoen 1976 verliep
zoals men maar wensen kon:
geen nachtvorst of hagel tij
dens de bloeiperiode en
vruchtzetting. Daarna volop
zonneschijn al deed de
„overdosering" ons vrezen
dat bij gebrek aan regen de
opbrengst wel eens zou kun
nen tegenvallen. Onze zor
gen werden evenwel opge
lost in de regenbuitjes, die de
wijngaarden in de tweede
helft van augustus besproei
den. In de Bordeaux sprak
men in die tijd zelfs van zware
regenval maar gelukkig kwam
het zonnetje op tijd terug.
Echter, men mag de dag.
Tijdens de oogstperiode be
gon het in Bordeaux ver
schrikkelijk te gieten en de
plensbuien hielden dagen
lang aan waardoor de druiven
zouden kunnen gaan rotten,
zoals ook in 1973 het geval
was. Inderdaad heeft de
overdadige regenval schade
toegebracht maar toch niet
zoveel dat wij op onze oor
spronkelijke hoge verwach
tingen voor het oogstjaar
Bordeaux 1976 behoeven te
rug te komen.
La qualité a ses raisons que la
raison ne connait pas.
Kwaliteit heeft haar reden, die
de reden niet kent.
Zo komen we er bijna van
zelfsprekend toe om even stil
te staan bij de druivenpluk, de
oogst en het maken van wijn
(vinificatie).
Dat plukken van druiven in de
wijnbouwgebieden is meestal
niet zo romantisch als velen
wel denken. Er moet hard ge
werkt worden onder moeilijke
omstandigheden. In Frankrijk
staan plukkers en pluksters
vrijwel de gehele dag gebo
gen, in Duitsland moeten ze
tegen de steile hellingen de
ganse dag op één been ba
lanceren. Wanneer het, zoals
dit jaar, erg regent is men bij
constant hogere temperatu
ren dan in ons land, gekleed
in plastic dat door de isolatie
oorzaak is van een klam-
zweterig gevoel. De doorzet
ters laten zich de pret van het
avond- en nachtleven echter
niet ontnemen, bij een goed
glas wijn wordt er heel wat
gepraat en gelachen. Ik
schrijf dit alles om hen die
denken even een paar be
taalde vakantiedagen mee te
pikken, waarbij men en pas
sant nog talenkennis kan op
doen, een wat realistischer
beeld te schetsen.
Vanaf 's morgens zeven uur
heerst er grote bedrijvigheid
in de wijngaard. De „cou
peurs" knippen de druiven
trossen af en leggen die in
plastic bakjes die regelmatig
worden geledigd in een mand
of bak die de „porteur" op
zijn rug draagt. Deze loopt
steeds heen en weer tussen
de rijen druivestokken naar
een voor de oogst geschikt
gemaakte wagen, waartegen
een laddertje is geplaatst. Al
les wordt door een opzichter
gecontroleerd en ik verbaas
de mij steeds erover in welk
een strakke discipline wordt
gewerkt. Overal waar ik een
oogst heb meegemaakt, in
Duitsland, Italië en Frankrijk,
werd vrijwel niet gesproken
tijdens het werk, hoogstens
enkele ter zake dienende op
merkingen. De bak van de
oogstwagen moet waterdicht
zijn omdat het gewicht van de
gestorte rijpe druiven zelf al
als pers fungeert. Wanneer
de wagen dan ook te be
stemder plaatse is gekomen
en de achterklep wordt los
gemaakt, stroomt het druive-
sap de most eruit en
wordt opgevangen in een
lange bak waarin een worm-
schroef de massa naar een
systeem van buizen drijft.
Nog even terugkomend op
De druiven die bestemd zijn voor
de allerbeste en kostbaarste wij
nen worden vóór de verwerking
nauwkeurig geselecteerd.
die wagens die de oogst bin
nenbrengen, wijs ik nog op de
grote onderlinge verschillen
die men aantreft. Dit is vooral
veroorzaakt door de snelle
modernisering in de wijnbe
reiding na de Tweede We
reldoorlog. Nog maar vijf
entwintig jaar geleden werd
de wijngaard bewerkt met
ossen en paardetractie, nü
worden vrijwel overal tracto
ren gebruikt. Toch zijn er
sommige bedrijven die zo
lang mogelijk het paard in ere
houden. Dat komt wel duur
der uit, maar zoals door de
Franse wijnboer wordt ge
zegd, natuurlijke paardemest
is voor de wijngaard onver
vangbaar.
Aldus zien we karren, die het
hele jaar door worden ge
bruikt voor allerlei bewerkin
gen in de wijngaard, waarop
een grote ton wordt geplaatst
voor het transport van de
druiven. Of een kar (met zij
wanden) waarin grote dek
zeilen zijn gelegd, die als zo
danig fungeert. Grote bedrij
ven beschikken over drui-
ventransportwagens die uit
sluitend voor dat doel be
stemd zijn en alleen in de
oogsttijd uit de bergplaats
worden gehaald.
Direct na binnenkomst wordt
de most verwerkt: de witte
druiven gaan naar de persen
en de rode gaan naar de cu-
ves, de kuipen. Voor rode
wijn hebben we namelijk
„kleur" nodig en die kleur zit
in de schil. Begrijpelijk dus
dat we alleen uit blauwe drui
ven, rode wijn kunnen ver
krijgen. Witte wijnen kunnen
zowel uit blauwe als uit witte
druiven worden gewonnen.
Ook het persen van de drui
ven is snel gemoderniseerd.
In hetsherrygebied is men vrij
lang doorgegaan met het tre
den van de druiven met blote
voeten, menende dat dit es-
Oogstwagen.
20