RITMANS REIZEN Leven in het licht van edelstenen Wanneer Willem Ritmans koffer vol her inneringen opengaat, vallen de edelste nen van de gebeurtenissen er in stromen uit. En elke steen kan hij oppakken en voor de honderste keer bekijken en het lijkt ons dat hij dan weer net zo van zijn glinstering geniet als toen hij hem voor de eerste keer vond. Gebeurtenissen zijn er geweest en zijn er nog in het leven van de gepensio neerde chef van de vroegere afdeling leningen Amsterdam en randgemeen ten, hoofdzakelijk omdat een van zijn liefhebberijen het maken van reizen is. Daarnaast hadden wij gehoord, dat hij het goede der aarde wist te waarderen. Zo iemand moet veel kunnen vertellen. Toen hij tegenover ons zat, bleek dat wij ons niet hadden vergist, want hij nam ons mee als een wervelwind over de landkaart, slechts hier en daar stilstaand om ons te wijzen op het heerlijke dat hij op die plek had genoten. Voordat wij waren bekomen van het brandend zand aan de Middellandse Zee, liepen wij rond boven de fjorden van Noorwegen en ge noten met hem van de noorderzon. Maar Ritmans reizen voerden hem ook door het woeste landschap van Macedonië, Joegosla vië. wijde wereld in te trekken en dat was ook niet het geval. Hij was assistent boekhouder bij de Rotterdamsche Bank in Amsterdam in 1920 en mogelijk zou het maken van reizen niets voor hem zijn gaan betekenen als hij niet het geluk had gehad om tegelijk met tweehonderd an deren op straat gezet te worden. Hij greep zijn kans en ging solliciteren bij een van de vele hoofdstedelijke rederij en. Lang tijd om na te denken over deze toch wat uitzonderlijke stap had hij niet, want weldra werd hij telegrafisch opge roepen om zich ogenblikkelijk te melden. Vierentwintig uur later zat hij als steward aan boord van een van de schepen, die op onze West voeren en kampte al on middellijk met de moeilijkheid dat het manoeuvreren met een blad vol bier en sherry niet te vergelijken is met het vast houden van een boekhouderspen. De geachte passagiers kregen de eerste daaen opmerkelijk karig ingeschonken glazen geserveerd, hetgeen enkele bui tenlanders toeschreven aan de legen darische krenterigheid van de Neder landers. De arme Ritman moest dan ook meestal onmiddellijk hetzelfde nog eens brengen. Bij de thee werd in het alge meen slagroom- of mokkagebak geser veerd, maar om alleen voor Ritman be grijpelijke redenen werd hiervan al op een van de eerste dagen buitengaats af geweken. De passagiers werden toen vergast op zeer droog en simpel zand- gebak. Zij hebben nooit geweten, dat zij de overblijfselen aten van wat eens een mokkataart was geweest. De mokka lag echter op de vloer, omdat Ritman over de hoge drempel van de pantry was gestruikeld. Het was hard werken op die eerste reis, maar eenmaal goed en wel aangekomen in het Caribisch gebied, kreeg Willem Ritman alle gelegenheid om uit te rusten, want hij werd van boord gehaald met een blindedarmontsteking en het schip voer zonder hem verder. De maatschappij meende echter verplichtingen tegenover hem te hebben voor de reeds bewezen diensten en haalde hem na zijn ontslag uit het ziekenhuis terug naar Holland als passagier op een van haar schepen. Nog enige reizen volgden naar verschillende windrichtingen, maar toen moest Ritman in militaire dienst en het trekken beperk te zich tot binnen 's lands grenzen. Na zijn vrijheid herwonnen te hebben, kwam Willem via een relatie van zijn vader in contact met dr. H. P. Heineken, die hem persoonlijk aannam als bierschrijver bij de expeditie. Het was dus weer het kantoor geworden, maar Ritman bleef steevast verkondigen dat het achter de horizon altijd mooier is. Is het daarom verwonderlijk dat hij een niet voor lang, want de bedoeïnen doemden in een oogwenk op om plaats te maken voor een beschrijving van een goddelijke maaltijd aan boord van een luxe cruiseschip tussen Kreta en Rho- dos. Wij dronken champagne met hem aan de Wörtersee in Oostenrijk, rooster den vlees ergens ver weg in Spanje tus sen Spaanse studenten in hun sombere capes en speelden biljart in Jeruzalem, waar wij samen met hem trachten een aantal arabieren te handig af te zijn. Dat viel niet mee, want we moesten over eenkomstig 's lands wijs met zestien ballen spelen. Maar toen wij naast hem dreven ,,op het hoge zoutgehalte" in de Dode Zee, vroegen wij ons af waar het allemaal was begonnen, lang geleden, want Willem Ritman is 74 jaar jong. Luisterend naar stukjes uit zijn jeugd, begonnen wij te begrijpen waarom het reizen hem in het bloed zit, waarom hij na tientallen jaren nog kan genieten van die kreeft, die elke beschrijving tart, op dat heerlijke stukje strand bij Athene. „Mijn vader werkte in het begin van deze eeuw bij Dikker Thijs in Amsterdam en als jong broekje ging ik hem dikwijls van zijn werk halen," vertelde hij. De jonge Willem was dan vaak aan de vroege kant en werd op een stoel gepoot in een van die immens grote keukens in de grach tenhuizen van onze hoofdstad, want Dikker Thijs verzorgde in die tijd ook diners aan huis. Al deden de mensen in die tijd weinig aan de lijn, toch bleef er wel eens wat over van al die delicates sen, en al op jeugdige leeftijd had Willem Ritman het fijnste van het fijnste uit de Franse keuken geproefd. Hij is de edele kookkunst blijven waarderen en op zijn vele reizen weet hij altijd wel een van de beste plaatselijke restaurants te vinden. Wanneer je hem hoort vertellen over zijn vroegste werkkring dan zou je niet gelo ven dat deze hem zou aanzetten om de Palma de Mallorca. Tot het goede der aarde behoort ook een bezoek aan een bodega. 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1976 | | pagina 18